Toerist in Tasjkent

Onafhankelijkheidsmonument (detail)
Onafhankelijkheidsmonument (detail)

Wat weet je over een land waar je voor het eerst komt? Je las een artikel in de encyclopedie, bestudeerde een reisgids, las een paar boeken. Wie, zoals ik, oudheidkundige is, kan een deel van de oude geschiedenis plaatsen, maar kent de recentere geschiedenis daarmee nog niet. Pas als je er eenmaal bent, vertellen de mensen je iets over het echte leven en pas dan begin je iets te begrijpen.

Het blijft echter subjectieve informatie, afkomstig van het Engelssprekende deel van de bevolking, afkomstig van stedelingen, afkomstig van mensen die het niet per se precies weten. Kortom, wat ik de komende dagen over Oezbekistan zal schrijven, is niet de hele waarheid. Het zijn maar wat losse impressies.

De eerste indruk van Oezbekistan: de luchthaven. We hebben de benodigde visa, maar het papierwerk kost wat tijd. Het is de kennismaking met de plaatselijke bureaucratie. Even later zullen we in het hotel eindeloos bezig zijn met inchecken en nog later zullen we in een restaurant worden geholpen door een wat formeel werkende bediening die geen vragen stelt maar slaafs levert wat is gevraagd, ook al kan men weten dat de opgeschreven bestelling onvolledig moet zijn. Ondanks deze ervaringen is het hier beslist geen DDR, waar de VoPo’s waren geselecteerd op hondsheid. De Oezbeken hebben, zelfs als ze een uniform dragen, iets opvallend vriendelijks en lijken veel te lachen.

Tasjkent bestaat uit een oud deel, waar de Russen tegen het einde van de negentiende eeuw een tweede stad naast bouwden. Het doet me een beetje denken aan Sofia in Bulgarije, dat ruwweg even oud is. Brede boulevards en regeringsgebouwen, een opera, maar desondanks een ietwat provinciaalse uitstraling. In de buitenwijken is wat (niet al te hoge) hoogbouw, die me doet denken aan Oost-Berlijn. Een andere oostblokherinnering: sport. In ons hotel verblijven judoka’s voor een groot toernooi.

De bevolking oogt gemengd. Er zijn mensen die, zo op het eerste gezicht, Russen zullen zijn. Anderen zou ik, als ik ze in Nederland zou ontmoeten, meteen identificeren als Turks. Weer andere mensen hebben het prachtige, dunne zwarte haar en de wegvallende ooghoek die ik associeer met Mongolen. Ik weet niet of mijn identificaties kloppen, maar de diversiteit is hier beslist groter dan in een gemiddelde Nederlandse provinciestad.

Slangenamulet uit Soch (Nationaal Historisch Museum van Oezbekistan, Tasjkent)
Slangenamulet uit Soch (Nationaal Historisch Museum van Oezbekistan, Tasjkent)

Om vat te krijgen op de geschiedenis van dit voor ons zo onbekende deel van de wereld, bezochten we het historisch museum, dat opnieuw de herinnering aan Sofia opriep. Ook in Tasjkent is de insteek van de archeologische collectie niet primair kunsthistorisch, zoals in ons Allard Pierson-museum en Rijksmuseum van Oudheden, maar toont men de eigenlijke geschiedenis. En dat is natuurlijk in de eerste plaats een economische en sociale geschiedenis in een land met een erfenis van marxistische wetenschappen. De expositie begint dus keurig netjes met de prehistorie en legt, steeds als we verder komen, de sociale verhoudingen uit, doorlopend naar de eigen tijd. Ook al ligt de nadruk evident op maatschappij- en niet op kunstgeschiedenis, er zijn mooie voorwerpen, zoals de vierduizend jaar oude slangenamulet die ik hiernaast afbeeld.

Overigens rijden in Tasjkent alleen witte auto’s, wat des te knapper is omdat niet ver van de stad, aan de weg naar de Fergana-vallei, een enorme kolencentrale staat.

Deel dit: