Kadare en Hoxha

De piramide van Tirana

Alleen het Gekkensteegje scheidde de woonblokken in de Albanese stad Gjirokaster waarin de politicus Enver Hoxha en de schrijver Ismail Kadare zijn geboren. De een schopte het tot  secretaris-generaal van de Albanese Partij van de Arbeid, de ander werd de bekendste auteur van het land. Niet doordat de een de ander hielp: ze hebben elkaar maar één keer ontmoet en Kadare’s werk was te lezen als kritiek op de corrumperende werking van het communisme.

Eén van zijn boeken is De piramide, dat in 1995 verscheen, zo’n tien jaar na de dood van Hoxha. Simpel samengevat gaat het over de bouw van de piramide van Cheops, een volkomen nutteloos bouwwerk dat alleen is bedoeld om alle energie uit het land weg te zuigen, zodat mensen niet eens meer aan opstand dénken. Een subplot over de paranoia rond vermeende sabotage maakt duidelijk dat enige overeenkomst met de megalomane projecten van de communistische leiders uit Oost-Europa niet berust op louter toeval.

Tegen het einde werpt Kadare het masker af, voor zover dat nog nodig was: hij beschrijft andere piramiden als symbool van repressie, zoals de piramiden van mensenhoofden die Timoer Lenk liet oprichten en de piramide die in 1988 in Tirana verrees en moest dienen als Hoxha-museum. U ziet het gebouw hierboven: het wordt, sinds de democratisering en liberalisering van de jaren negentig, niet langer onderhouden en is nogal in verval geraakt. Het treft me als ironisch dat hoog boven het communistische monument zich de wolkenkrabber verheft van een kapitalistische bank.

Kadare leeft nog. Alleen een parkje scheidt zijn huis in de Albanese hoofdstad Tirana van de piramide van Hoxha.

Twee wolkenkrabbers in Tirana. In een ervan woont Kadare.
Deel dit:

6 gedachtes over “Kadare en Hoxha

  1. jan kroeze

    Dat bouwen van piramides, nutteloos en zo, is het vergelijkbaar met het oprichten van talloze musea overal? In het byzonder in landen met veel geld, het midden-oosten bv.?

  2. Het is nog niet zo heel lang dat ik me werkelijk realiseer hoe veel moed en slimheid en ausdauer er nodig is om kritisch te schrijven binnen een dictatuur. En vooral ook: hoeveel lagen er in die boeken zitten die voor ons, in relatieve vrijheid opgegroeide westerlingen, verloren gaan omdat we ze simpelweg niet herkennen.

    En dan hierbij nog even een veer op Jona’s hoed (keurig hè, normaal zou ik het anders formuleren) vanwege Byblos. Dank!

  3. PG

    Je zou zeggen: een geschikt gebouw om de slachtoffers van het Hoxha-regime te herdenken. Maar misschien is dat hen te luguber, alsof je in zijn doodskist zou gaan liggen. Kan je er gewoon een klimmuur/glijbaan van maken: niets overstemt een Very Serious Megalomaniac beter dan wat kinderplezier.

  4. Roger VAN BEVER

    Ik heb veel van en over Kadaré gelezen, hij is een groot schrijver, maar krijgt terecht zowel lof als kritiek m.b.t. tot de manier waarop hij zijn rol van dissident vervulde als zijn conformering aan de Albanese communistische dictatuur. Frankrijk heeft hem groot gemaakt en hij verdient dat ongetwijfeld, maar juist de gelaagdheid van zijn boeken maken het voor de niet-Albanese lezer moeilijk om te doorgronden waar hij staat. In vergelijking met Vaclav Havel heeft hij geweigerd om een politieke rol geweigerd om Albanië te helpen democratiseren. Hij was m.i. wel de man die verschil kon maken, maar heeft dit niet gedaan.

Reacties zijn gesloten.