Je kunt de wereldliteratuur verdelen in ruwweg twee categorieën: (a) ridderromans en (b) andere romans. De tweede categorie gaat niet over ridders en is dus eigenlijk alleen interessant voor specialisten, terwijl in de eerste categorie de Quichot alle andere verhalen overbodig maakt. U hoeft in uw leven dus maar twee boeken te lezen: het eerste deel van de Quichot en het tweede.
Deze op zich overzichtelijke situatie wordt enigszins gecompliceerd door het feit dat talloze auteurs inspiratie hebben ontleend aan de avonturen van de weergaloze ridder van La Mancha. Aangezien een goed voorbeeld goed doet volgen, zijn de afgeleide kunstwerken doorgaans prima verteerbaar. Ik sprak al eens over Graham Greenes Monsignor Quixote, een van mijn lievelingsboeken. Vandaag drie stripverhalen.
Kinderboek
Het eerste is verschenen in de reeks “De wereldliteratuur in strip” en is, zoals je eigenlijk al verwacht, een beetje een braaf album, gericht op jonge lezers die voor het eerst kennis maken met het verhaal. De roman is tot een scenario bewerkt door Philippe Chanoinat en Philippe Djian, waarna David Pellet het heeft getekend. (Ik heb de naam van de Nederlandse vertaler niet kunnen achterhalen.) Massaproductie? Ja. Het bordeel wordt een kuise herberg; het eindeloze geleuter van Sancho Panza en de al even oeverloze monologen van zijn meester zijn drastisch besnoeid; de nevenplots zijn geheel verwijderd. Daar staat tegenover dat bijfiguren als de dorpspriester, de barbier en de huisgenoten van Don Quichot relatief veel ruimte krijgen.
Het accent ligt zo eigenlijk evenveel op de liefde die mensen voelen voor een geesteszieke vriend als op het leedvermaak waar de oorspronkelijke roman eveneens in grossiert. Je kunt zeggen dat de selectie zo geen recht doet aan het boek; je kunt ook zeggen dat er accenten worden gelegd die het boek toegankelijk maken voor kinderen. Ik heb er geen moeite mee. Het team haalt de doelen die het heeft gesteld: kinderen iets presenteren waar ze plezier aan beleven, zodat ze later zonder tegenzin het origineel kunnen lezen.
Het hele boek
Een tweede stripversie is die van Rob Davis. Deze vertelt niet echt het verhaal na, maar probeert (en slaagt erin) het eigenlijke literaire werk recht te doen. De titel is niet voor niets The Complete Don Quixote. De voorwoorden en gedichten waarmee de roman opent, zijn dus in bewerkte vorm aanwezig: Cervantes richt zich vanuit zijn cel tot de lezer om eraan te herinneren dat zijn boek geen story is maar history, dat hij niet de auteur is maar slechts de bewerker en dat alle lof dient te gaan naar Sidi Hamid Benengeli, de auteur van de waarheidsgetrouwe kroniek van de avonturen van de weergaloze ridder uit La Mancha.
Dit keer zijn de nevenplots wel aanwezig – getekend in een heel andere stijl – en ook de zwatelende dialogen ontbreken niet. Al met al is het eindresultaat complexer en rijker dan de hierboven genoemde versie. Ik zal er niet omheen draaien: zonder iets ten nadele van de andere twee stripboeken te willen zeggen is dit toch wel mijn favoriet.
Modernisering
Resteert versie drie: de modernisering. De Duitse tekenaar Flix laat Alonso Quijano, zoals Don Quichot eigenlijk heet, strijden tegen de aanleg van een windmolenpark in El Toboso bij La Mancha (“Tebosloo bij Alkmaar” in de Nederlandse vertaling van Sigge Stegeman, die de klanken van het origineel bewaart). Deze Don Quichot alludeert aan allerlei scènes uit het origineel, maar Flix vertelt vooral zijn eigen verhaal, waarin hij regelmatig totaal los komt van het origineel.
Toch is hij er op een bepaalde manier ook het meest trouw aan. In Cervantes’ roman wordt bijvoorbeeld gewaarschuwd tegen het lezen van ridderromans, die de arme edelman enerzijds hebben versterkt in zijn rechtvaardigheidsgevoel en anderzijds hebben beroofd van de juiste perceptie van de werkelijkheid. “Hoe nu?” zullen de toenmalige lezers hebben gedacht, “Lees ik hier een waarschuwing tegen ridderromans in een ridderroman?” Flix herhaalt de grap met een waarschuwing tegen stripverhalen.
Ik weet ondertussen niet goed wat ik moet denken van Flix’ uitleg van de Quichot. Zijn titelheld is een oude man die lijdt aan dementie. Het lijkt me wel zeker dat dat niet is waaraan Cervantes heeft gedacht. Nu hoeft dat ook helemaal niet: Flix heeft gewoon een nieuw, zelfstandig kunstwerk geschapen en als zodanig staat het als een huis.
Labyrint
Het riep bij mij wel de vraag op waar de roman volgens mij dan wél over gaat en eerlijk gezegd weet ik dat niet. Soms denk ik dat het gewoon alleen maar een grappig verhaal is. Soms herken ik een verhaal over krankzinnigheid, dat extra schrijnend is omdat we erom lachen. Soms denk ik dat je de vraag moet stellen wie de edelman is: edel is Don Quichot namelijk wel degelijk, want ondanks al zijn waanzin zit zijn hart op de goede plek en is hij bereid voor een hopeloze zaak te vechten. Weer een andere keer denk ik dat de roman het literaire equivalent is van een bezoekje aan het dolhuis: even lachen om die rare gekken. Of wie weet is het wel een verhaal over dementie.
Er valt voor al die interpretaties wel wat te zeggen. De Quichot is een prachtig labyrint en elke keer dat ik het herlees, heb ik het idee dat ik verder in verdwaal. Werkelijk, u hoeft in uw leven maar twee boeken te lezen: het eerste deel van de Quichot en het tweede.
In de jaren tachtig zond de VARA een ellenlange tekenfilmserie over De Ridder van De Droevige Figuur uit:
http://televisieseries.com/D/donquichot.html (er waren veel ellenlange tekenfilmserie in die tijd).
Dat was mijn eerste kennismaking met onze dolende ridder! Later heb ik het boek gelezen in de fantastische vertaling van Barber van de Pol.
Ja, die is mooi!
Zwatelen is een prachtig woord.
Wat een mooie blogpost en de leestips neem ik mij ter harte.
Vriendelijke groet,
Don Quichot is de eerste honderd bladzijden inderdaad prachtig, daarna is het een eindeloos uitmelken van een geniaal idee. Dat beide delen de enige twee boeken zijn die een mens gelezen moet hebben doet me denken aan de pastoor (‘meneer de licentiaat’) en de barbier die de hele bibliotheek van Don Quichot doornemen en alles aan de huishoudster geven om ze uit het raam te smijten, zodat er een grote berg ontstaat die ze later op de avond in brand zal steken.
Ha, dat was mijn reactie nou ook.
Ik heb DQ voor de eerste, enige en laatste keer gelezen toen in een jaar of 12 was. Dikke pil, zwart-wit plaatjes, geen idee van de bewerker. Ik begreep er niks van. Vond die man zielig en die knecht een weeïge meeprater. Begreep niet wat er met die Dulcinea was en waarom DQ steeds op zijn donder kreeg. Het was gewoon geen leuk boek. Ik begreep ook niet waarom ridderromans hem het hoofd op hol hadden gebracht; ik vond toen ridderromans al saai, naïef en voorspelbaar en dat ben ik altijd blijven vinden. Ook nu ik zelf mediëvist ben. Het was het zoveelste voorbeeld van wereldliteratuur waarvan ik dacht: zijn zij nou gek of ben ik het? Het zal wel aan mij liggen…
Voorts zijn er twee soorten mensen: zij die de Quijote snappen en zij die aan wie dat, tot hun groot nadeel, niet gegeven is. Men moet er ook een beetje geluk bij hebben. De uitgave die ik gebruik is de zeer goed gepresenteerde geannoteerde en nog beter ingeleide van Martin de Riquer, medievist en collega van je. Probeer het nog eens, 12 jaar is te jong. Nu niet meer want tegenwoordig zijn er dus deze stripboeken.
Als Don Quichote op een fiets de windmolens bestrijdt zou Sancho Panza toch de step moeten nemen.
Heel interessante blog , Jona, over een boek dat na de bijbel misschien wel het meest vertaalde boek is. In het Nederlands is het vier keer integraal uit het Spaans in het Nederlands vertaald. Lambert van den Bos vertaalde het 1657 als eerste als Den verstandigen vroomen ridder, Don Quichot de la Mancha. Ruim twee eeuwen later vertaalde Christiaan Lodewijk Schuller tot Peursum in 1854-59 het onder de titel ‘De vernuftige jonkheer Don Quichote van de Mancha’.
Deze vierdelige vertaling schijnt beïnvloedde de vertaling in vier delen 1941-43 van Van Dam en dichter-wijnkenner Werumeus Buning een ‘moderne’ vierdelige vertaling “De geestrijke ridder Don Quichot van de Mancha”. Een grote fout wereld. Hun werd de fout aangerekend dat ze te archaïserend Nederlands gebruikten en ze Don Quichot te zeer als een gestoord iemand neerzetten. Barber van de Pol bracht in 1997 een prima modernere vertaling uit!
Ik wist niet dat er stripverhalen van Don Quichot bestonden en daarom dank om mijn aandacht daarop te vestigen. Ik heb het boek verscheidene keren gelezen, in het Nederlands, Frans en Engels. Ik heb mij ook vaak afgevraagd wat de bedoeling van Cervantes was met dit boek, dat volgens deskundigen moeilijk in een categorie in te delen is.
Een interessant artikel is het volgende:
https://www.cairn.info/revue-etudes-2013-5-page-653.htm
En een van de mooie dingen aan Barber van de Pol’s vertaling is dat ze afrekent met die openingszin over dat “dorpje in La Mancha waarvan ik mij de naam niet wens te herinneren”. Ik heb ooit het origineel doorgeneusd en mijn Spaans is niet goed genoeg om het helemaal te lezen, maar wel om te snappen dat “waarvan de naam mij niet te binnen wil schieten” een betere vertaling is. Een andere is hoe ze het oeverloze geleuter van Sancho Panza weet om te zetten naar Nederlandse spreekwoorden. Dus als dit boek echt alle andere overbodig maakt, is er ook een vertaling die alle andere overbodig maakt.