Hipparchia

Barbara Stok is een van de bekendste striptekenaars van Nederland. Haar tekeningen doen mij altijd denken aan Dick Bruna, waarmee ik niet wil zeggen dat ze kinderlijk zijn maar dat elk lijntje precies goed moet staan. Staat het ook maar een millimeter verderop, dan is de tekening wezenlijk anders. Dat maakt het werk spannend. Het is de spanning die je ook ziet in een schilderij van Saenredam of Mondriaan. Ik heb dat altijd machtig knap gevonden.

Hipparchia

En nu heeft Stok een graphic novel gemaakt over de Griekse filosofe Hipparchia, De filosoof, de hond en de bruiloft. In de vierde eeuw v.Chr. gingen in de Griekse wereld nogal wat zekerheden op de helling. Was de stadstaat ooit een vanzelfsprekende woonplaats geweest, steeds meer Grieken verloren zo’n vast honk. Huurlingen verhuisden naar Sicilië of Perzië, kooplieden bevoeren alle zeven Mediterrane zeeën, ballingen moesten hun oude woonplaatsen verlaten. Het moet vrij grootschalig zijn gebeurd. Mensen raakten ontworteld. Er ontstond een nieuw soort burgerschap, niet meer ingebed in de stadstaat, maar in een wijdere wereld. De kosmopolieten hadden allerlei nieuwe ideeën. Zo keerde het koningschap terug. Men begon bibliotheken aan te leggen met de ambitie alle kennis van de wereld samen te brengen. En er waren ineens vrouwelijke filosofen.

Lees verder “Hipparchia”

Irak kort (9): Faisal II

Faisal II

Een mooi portretje hierboven: Faisal II, kleinzoon van de Faisal die met Lawrence of Arabia Jordanië, Syrië en Irak bevrijdde, en zoon van koning Ghazi van Irak. Die kwam in 1939 bij een auto-ongeluk om het leven, zodat de kleine Faisal hem moest opvolgen, een paar weken voor zijn vierde verjaardag. De foto hierboven zal niet heel veel later zijn gemaakt en toont de kind-koning in een traditioneel Arabisch gewaad. Tot zijn achttiende verjaardag in 1953 traden enkele familieleden op als regent en ook daarna had hij machtige adviseurs.

Lees verder “Irak kort (9): Faisal II”

Asterix en co

Er zijn twee soorten stripverhalen over de oude wereld, namelijk stripverhalen over de oude wereld die gaan over de oude wereld en stripverhalen over de oude wereld die niet gaan over de oude wereld. Het verschil is het gebruik van anachronismen.

Enkele voorbeelden van stripverhalen die echt gaan over de oude wereld – meer precies: de Romeinse keizertijd – zijn Marini’s reeks De adelaars van Rome, Ken Broeders’ reeks Apostata, en Gilles Chaillets reeks De laatste profetie. Je kunt ook denken aan Alex van Jacques Martin. Ik bespreek ze in dit filmpje in de bloedstollende reeks “Zit een oudheidkundige met de rug naar een boekenkast”.

Lees verder “Asterix en co”

De ongrijpbare David Bowie

In een wat overmoedige bui kocht ik Bowie. De getekende biografie, van Michael Allred en Steve Horton, ingekleurd door Laura Allred. Als de kop die ik dit stukje meegeef de indruk wekt dat het drietal Bowie presenteert als ongrijpbaar genie dat zijn fans steeds een stap vóór was, dan vrees ik dat ik u moet teleurstellen. Ze hebben überhaupt geen grip. Misschien is dat een compliment aan Bowie, dat hij zelfs na zijn dood iedereen te slim af is, maar uiteindelijk is dit boek geen bevredigende lectuur.

Vertaling

Het komt misschien ook doordat ik in mijn haast de Nederlandse vertaling had gekocht. Die is op zich prima – laat daarover geen misverstand bestaan – maar schept ook afstand tot een wereld die u nu eenmaal kent in het Engels. U moet op Mars hebben geleefd als u niet weet hoe de woorden

Lees verder “De ongrijpbare David Bowie”

Geliefd boek: Het goud van de zwendelaar

Bij stripboeken gaat het om de combinatie van beeld en verhaal. Stripboeken met een goed verhaal die – in mijn ogen – slecht getekend zijn, zijn voor mij onverteerbaar. Goed getekende strips met een slecht verhaal zijn iets beter te verteren. Maar de echt goede stripboeken combineren uitstekend tekenwerk met een sterk verhaal.

Het goud van de zwendelaar is zo’n parel. Het vertelt het verhaal van Pablos, een zwerver en zwendelaar uit het Spaanse Segovia, die rond 1625 in het koloniale Zuid-Amerika op zoek gaat naar rijkdom. In de cel van de Spaanse Alguazil (gezaghebber) van Cuzco vertelt Pablos zijn levensverhaal en zijn zoektocht naar de goudstad El Dorado. Om te zeggen dat het verhaal de Alguazil erg inspireert is een understatement: de man gaat spoorslags op pad. Jaren later vertelt Pablos het verhaal opnieuw en dan blijkt dat hij El Dorado inderdaad gevonden heeft, maar op een andere plaats dan je zou verwachten. Bij de lezer gaan er dan steeds meer puzzelstukjes in elkaar vallen.

Lees verder “Geliefd boek: Het goud van de zwendelaar”

Geliefd boek: De kinderen van de wind

In maart schreef ik een in memoriam voor Albert Uderzo en één van de dingen die ik noemde, was dat het bij stripverhalen niet het belangrijkst is of je goed schepen of paarden kunt tekenen, maar of je goede personages kunt neerzetten. En vandaag wil ik het hebben over een andere grootmeester van het beeldverhaal die dat als geen ander kan, namelijk François Bourgeon. Een man die juist fantastisch goed schepen kan tekenen, iedere plank, iedere katrol zit op de juiste plaats, maar het zijn de mensen op de schepen die hij zo levensecht weet neer te zetten dat je het gevoel hebt samen met hen aan boord te zitten.

In De kinderen van de wind maken we kennis met Isabeau de Marnaye (of niet?) die verkleed als man naar zee gaat, verliefd wordt op een matroos, gevangen genomen wordt door de Engelsen, ontsnapt en in Afrika verzeild raakt. Zo naverteld lijkt het allemaal niet heel origineel, maar Bourgeon gebruikt het liefdesverhaal tussen de vrijgevochten (en sexy!) Isa en haar Hoël om het grotere thema van de transatlantische slavenhandel aan te pakken.

Lees verder “Geliefd boek: De kinderen van de wind”

Cervantès, Cervantes en Don Quichot

Er zijn boeken die iets onbenoembaars hebben waardoor je ze niet veilig in een pasklaar hokje kunt plaatsen, die je verontrusten, die onder je huid kruipen. Un certain Cervantès van de Franse striptekenaar Christian Lax is zo’n boek.

Het verhaal is op zich niet heel erg ingewikkeld: de Amerikaanse oorlogsveteraan Mike Cervantès keert vanuit Afghanistan, waar hij bij een vijandelijke aanval een hand heeft verloren en de gevangene is geweest van de Taliban, terug naar zijn geboortestreek in Arizona. Hij lijdt aan een posttraumatische stressstoornis en houdt zich aanvankelijk wat op de achtergrond, maar een vriend zorgt voor hem en helpt hem zijn draai in het burgerlijk leven terug te vinden.

Dat lukt maar gedeeltelijk. Als zijn vriend financiële problemen krijgt, slaat Cervantès een bankkantoor kort en klein en belandt in de nor. Hij heeft dan al eens gehoord dat zijn naam, zijn handicap en zijn krijgsgevangenschap hem doen lijken op Miguel de Cervantes, de auteur van de Quichot. In de gevangenis leest Cervantès – ik bedoel de Amerikaan – het verhaal van de dolende ridder. Dat doet zijn toch al verwarde hoofd helemaal op hol slaan. Hij begint te hallucineren dat hij gesprekken heeft met de Spaanse Cervantes.

Lees verder “Cervantès, Cervantes en Don Quichot”

1-2-3-4 Ramones

Een paar jaar geleden realiseerde ik me ineens dat de Ramones op mij het effect hebben van een ijsjeswinkel. Ik word er blij van. Veel wist ik echter niet van mijn nieuw-onderkende muzikale voorkeur, dus ik besloot er het een en ander over te lezen: de autobiografie van Johnny Ramone, de herinneringen van de familie van Joey Ramone, het boek waarmee Marky Ramone zich presenteert als dé drummer van de band en het meelijwekkende verhaal van Dee Dee Ramone. Een psychopathische gitarist, een zanger met dwangstoornissen, een alcoholistische drummer en een heroïne-verslaafde bassist. Eeuwig ruzie. De enige normale Ramones waren de eerste en derde drummer Tommy en Richie, die de heksenketel allebei voortijdig vaarwel zegden.

Het zou de heren, die zich graag wat dommer voordeden dan ze waren, bepaald hebben verbijsterd als ze wisten dat ik bij het lezen van de verhalen van Joey en Dee Dee steeds weer moest denken aan de mythe van Prometheus: de Griekse godheid die de mensheid het vuur gaf en daarvoor een lange, pijnlijke straf kreeg. De Ramones vernieuwden de muziek maar Joey en Dee Dee betaalden daarvoor een te hoge persoonlijke prijs. Dat is ook de boodschap van het stripverhaal One, Two, Three, Four Ramones van Bruno Cadène, Xavier Bétacourt en Éric Cartier.

[Hierna wat spoilers.]

Lees verder “1-2-3-4 Ramones”

Driemaal Don Quichot

Je kunt de wereldliteratuur verdelen in ruwweg twee categorieën: (a) ridderromans en (b) andere romans. De tweede categorie gaat niet over ridders en is dus eigenlijk alleen interessant voor specialisten, terwijl in de eerste categorie de Quichot alle andere verhalen overbodig maakt. U hoeft in uw leven dus maar twee boeken te lezen: het eerste deel van de Quichot en het tweede.

Deze op zich overzichtelijke situatie wordt enigszins gecompliceerd door het feit dat talloze auteurs inspiratie hebben ontleend aan de avonturen van de weergaloze ridder van La Mancha. Aangezien een goed voorbeeld goed doet volgen, zijn de afgeleide kunstwerken doorgaans prima verteerbaar. Ik sprak al eens over Graham Greenes Monsignor Quixote, een van mijn lievelingsboeken. Vandaag drie stripverhalen.

Lees verder “Driemaal Don Quichot”

Jarig

guust

Zonder u  te willen beledigen: de kans is groot dat u straks, zoals honderdduizenden anderen, vanuit kantoor (waar u uw mooie jeugdjaren verprutst) naar huis gaat, daar dineert, dan de TV aanzet en vervolgens de hele avond blijft kijken in de hoop dat er iets wordt uitgezonden dat de moeite waard is. U kunt natuurlijk ook uw stapel Guust Flaters uit de kast halen en een avond onbedaarlijk lachen.

Vandaag is het zestig jaar geleden dat Guust Flater voor het eerst verscheen. Er is meer hier en daar.