De zaak Vermaning

U wilde al naar het Drents Museum om daar de beeldschone Iran-expositie te bezoeken en sinds zaterdag is er een tweede reden om naar Assen te gaan: de wat kleinere tentoonstelling “De zaak Vermaning”. Tjerk Vermaning (1929-1987) is misschien wel de beroemdste Nederlandse archeoloog van de twintigste eeuw en dat is niet zo best, want een deel van zijn vondsten was vervalst en hij heeft zijn bekendheid mede te danken aan een rechtszaak. Wie onechte oudheden verkoopt als echt, is immers een oplichter en daarvoor werd hij in 1977 veroordeeld. Een jaar later diende het hoger beroep: de rechter liet zich over de authenticiteit van de vervalsingen niet uit, maar redeneerde min of meer dat als de voorwerpen echt waren, Vermaning onschuldig was, en dat als ze vals waren, nog niet was bewezen dat de Drentse amateurarcheoloog ze zelf had vervaardigd.

Het was goed dat de rechter zich over de authenticiteit niet uitsprak, want daar gaat de rechter niet over. Een deel van de vondsten waarmee Vermaning “bewees” dat er tienduizenden jaren geleden Neanderthalers hadden geleefd in Drenthe, was echter wel degelijk vals. Of minimaal verkeerd geïnterpreteerd. De samenstellers van de tentoonstelling leggen op verschillende punten uit hoe archeologen dat kunnen weten. Zo bleek, toen een C14-monster werd genomen, het door Vermaning als Neanderthaler-schedeldak geïnterpreteerde voorwerp slechts een eeuw of drie oud. Op andere vondsten ontbrak de natuurlijke verwering van vondsten die eeuwenlang in de grond hebben gelegen.

Het is een leuke tentoonstelling die ik met plezier heb bekeken. Ik was zelf verbaasd hoe mooi ik enkele van die vuistbijlen vond. (Ik bedoel de echte.) De expositie was ook erg mooi ingericht, zoals eigenlijk altijd in het Drents Museum.

Uiteraard verliet ik het museum met meer vragen dan toen ik was binnengekomen. Wie zou de vervalsingen hebben vervaardigd? De door Wijnand van der Sanden en Anja Schuring samengestelde catalogus, De zaak Vermaning. Over een markant amateurarcheoloog in Drenthe, bevat een mooie terugblik, waarin de auteurs twee theorieën noemen, die allebei Vermaning niet zien als hoofddader. Van der Sanden en Schuring menen zelf dat Vermaning zich wel degelijk heeft schuldig gemaakt aan datafraude (en dus ook oplichting).

De vuistbijl van Anderen. Om misverstanden te vermijden: deze is echt.

Tweede vraag: een rechtszaak, dat is geen gibelegijn. Hoe heeft het eigenlijk zo verkeerd kunnen gaan?

Van der Sanden en Schuring wijzen erop dat Vermaning de lieveling van de pers was. Hij wist de wetenschappelijke kritiek op zijn vondsten te presenteren als jalousie de métier en daarop koos de journalistiek de zijde van de underdog. Dat geldt ook voor drie boeken die over de affaire zijn verschenen. In het Dagblad van het Noorden heeft Job van Schaik afgelopen weekend een mooi stuk geschreven over de naïviteit van de pers.

Want naïef was ze. In geen enkele wetenschap klinkt het geloofwaardig als een amateur claimt dat hij in z’n eentje een ingedut vakgebied heeft opgeschud, maar als journalisten schrijven over oudheidkunde, geloven ze het ineens wel. Dat is des te opmerkelijk als je bedenkt dat de amateurs die ooit een bijdrage hebben geleverd – Schliemann is relevant omdat ook hij zich bezighield met de prehistorie – dat lang geleden deden, voordat de oudheidkunde geïnstitutionaliseerde kwaliteitscriteria ontwikkelde. Ze deden het bovendien door compromisloos te streven naar wetenschappelijkheid. De betrokken amateurs wisten dat als zij een theorie aanvaard wilden krijgen, de eisen driedubbel zo hoog waren als voor “erkende” wetenschappers. Dat is toch wat anders dan een Vermaning die weigerde vindplaatsen te melden en voorwerpen verkocht met onware beschrijvingen om zo de prijs op te drijven.

Helaas plaatst de journalistiek zich eigenlijk altijd aan de zijde van degenen die de gevestigde wetenschap bekritiseren, zelfs als de verslaggevers geen voorkeur hebben voor underdogs. Journalistiek werkt namelijk met hoor en wederhoor, en dat bemoeilijkt verslaggeving over de wetenschap. Om een voorbeeld te geven: een gesprek tussen een arts en een antivaxxer betekent dat er hoor en wederhoor is, maar geeft tegelijk die antivaxxer een platform. De kwaliteitsnorm van de journalistiek keert zich dus tegen de verspreiding van de wetenschap. Vermaning heeft van dit mechanisme, dat bekendstaat als false balance, optimaal geprofiteerd: hoewel er wetenschappelijke consensus is dat een deel van zijn vondsten vals was, gaven de media Tjerk Vermaning steeds weer een stem.

Er was nog een factor die Vermaning de wind in de zeilen gaf: hij ontving mensen op zijn woonboot, gaf ze uitleg en maakte ze enthousiast. Hij begreep dat wetenschapscommunicatie niet een kwestie is van informatie uitzenden naar een passief publiek, maar dat er een dialoog dient te zijn. Wie mensen voor zijn zaak wil winnen, zal die tijdsinvestering moeten doen. De officiële wetenschap, gefocust op onderzoek, heeft die tijd niet of wil die tijd niet nemen. Dat is sinds de jaren zeventig alleen maar erger geworden. Dat maakt Tjerk Vermaning actueler dan ooit.

Deel dit:

74 gedachtes over “De zaak Vermaning

    1. Dat zou ik zo niet zeggen, al was het maar omdat ik weet dat de affaire-Vermaning een open zenuw is.

      Ik weet echter wel dat wie zijn voorlichting niet professioneel uitvoert, ruimte schept voor mensen als Vermaning. Dat verklaart echter niet alles. De opkomst van anti-vaxxers kan moeilijk worden verklaard vanuit ontbrekende voorlichting, want artsen verstrekken wél informatie.

      Dat gezegd zijnde: ik weet van twee projecten waarmee de Nederlandse oudheidkundigen oude tijdschriften willen digitaliseren en online plaatsen. In een discipline waar de terugkeer van verouderde inzichten (“Jezus heeft niet bestaan” is het inmiddels klassieke voorbeeld) een rol speelt, is het toevoegen van oude tijdschriften aan het online-informatie-bestand zo’n beetje het allerdomste wat je kunt doen. Er is alle reden om de academische voorlichting te professionalisering.

      Daarmee snijd je de Vermanings, de afrocentristen, de Jezus-mythicisten, de Delacroixen en anderen de pas niet af; het is onvoldoende. Maar het is wel een noodzakelijke eerste maatregel. Vergelijk het met een fiets die op slot staat: dieven verdwijnen zo niet als bij toverslag, maar het slot is wel nuttig.

      1. FrankB

        “zo’n beetje het allerdomste”
        Daar ben ik niet meteen van overtuigd. Newton’s Principia Mathematica is online ook gemakkelijk te vinden, maar dat ondermijnt noch Relativiteit noch Quantummechanica. Wie naar dergelijke oude bronnen vewijst smeekt om het antwoord: “voortschrijdend inzicht”.
        Het probleem is dus in de eerste plaats – en dat is natuurlijk geen nieuws – dat dat voortgeschreden inzicht zo moeilijk te vinden is.

  1. FrankB

    “maakte ze enthousiast”
    Dat lukt hem nog steeds.

    http://www.dvhn.nl/groningen/APAN-Vondsten-Tjerk-Vermaning-zijn-wel-degelijk-echt-22754539.html
    http://www.dvhn.nl/cultuur/De-naam-Tjerk-Vermaning-roept-nog-steeds-emoties-op-23350026.html

    Compliment aan het Drents Museum. Voor zover ik weet is het wereldwijd de eerste die pseudo- en kwakwetenschap aangrijpt om duidelijk te maken hoe wetenschap nou te werk gaat en waarom haar methode betrouwbare kennis oplevert. Dit

    “maar geeft tegelijk die antivaxxer een platform”
    is nu eenmaal onoverkomelijk geworden – deze rotzooi heeft hoe dan ook een platform, dankzij internet.

    1. Frank Bikker

      Is in het verleden in het oudheidkundig museum in Leiden ook al eens niet zo’n soort tentoonstelling geweest?

  2. Mensen houden vaak van de underdog, en als die underdog dan ook nog eens de gevestigde orde van betweterige wetenschappers voor schut lijkt te zetten, dan kom je als prutser heel ver. Argumenten en wetenschappelijke feiten doen er dan opeens heel weinig toe.

  3. Ik snap waarom je Schliemann noemt, maar zouden er geen lezers zijn die het voorbeeld wat raar vinden omdat zijn aanvankelijke opgravingstechniek zo omstreden was?

    1. FrankB

      Misschien, maar dan moeten we duidelijk maken dat nieuwe dingen in de wetenschap altijd omstreden zijn. Het probleem met Vermaning was niet dat zijn beweringen omstreden waren, maar dat zijn beweringen niet stand hielden. Duidelijk maken waarom en welke beweringen wel standhouden (en waarom), zoals in het geval van Schliemann, is noodzakelijk. Plus dat er een taakverdeling moet komen. Wetenschappers moeten niet publiekelijk in discussie gaan met kwakzalvers. Die strijd moeten ze aan amateurs overlaten.
      Dat kan heel goed. Het kostte me ongeveer vier avonden om voldoende van de Evolutietheorie te begrijpen om creationisme te kunnen bestrijden. Daarmee overtuig ik ze niet, maar dat is toch al een kwestie van lange adem, zoals enquêtes in de VS laten zien.

    2. Daar zeg je zo wat. Je hebt eigenlijk wel een punt: dat over Schliemann wat lacherig wordt gedaan, is een gegeven. Het is begrijpelijk want zijn column in een Duitse krant zat vol overdrijvingen, die alleen wetenschappelijk hoon kon oproepen. Dat die hoon is blijven hangen is echter ten onrechte: de man ontdekte de Egeïsche Bronstijd en verbeterde zijn methoden voortdurend. Maar het is wel iets waarmee ik rekening had kunnen houden ja.

  4. JB

    Als blogger kan je natuurlijk overal een mening over hebben, maar je mening over antivaxxers is m.i. alleen maar dat: een mening. Voor zover ik weet heb je niet een opleiding tot arts gevolgd. In mijn ogen ben je dan ook een leek, hoe erudiet en veelzijdig je ook bent. Ik ben ook een leek op dat gebied, eentje die neigt naar scepsis en terughoudendheid ten opzichte van vaccinaties, maar ik zal mijn mening niet als vaststaande waarheid presenteren.
    Ik lees de meeste van je blogs met veel plezier, maar dit schoot me toch even in het verkeerde keelgat.

    1. FrankB

      U bent waarschijnlijk evenmin een expert op het gebied van de zwaartekracht. Volgens uw redenering kunt u uw mening over de vraag of de Aarde plat is dan wel sferisch ook maar beter voor u houden. Dat of uw skepticisme is ad hoc en dus pseudo.

  5. ras400517317

    Ik kan niet nalaten de mening van meneer of mevrouw JB te weerspreken. En dat kan ik omdat ik wel een opleiding tot arts heb gevolgd. Toen de Engelse arts Jenner de vaccinatie tegen pokken bedacht, waren er ook talloze bestrijders van zijn ideeën. De populaire pers deed er vaak nog een schepje bovenop. Zo werkt de pers – de media heet dat tegenwoordig – mee aan het verspreiden van onwetenschappelijke meningen.
    En de wetenschappers slaan vaak te laat en niet hardhandig genoeg terug. Neigen naar scepsis en terughoudendheid ten opzichte van vaccinaties is dom, want getuigt niet van het hebben kennisgenomen van wetenschappelijke inzichten.

  6. Truus Pinkster

    Diligente Jona,
    Wat Vermaning betreft: De detective, die, onaangekondigd (Tjerk Vermaning was, rijdend op zijn bromfiets staande gehouden door agenten, die zich daartoe in de berm verstopt hadden, zogenaamd om zijn bromfietsverzekering te controleren, daarna was hij gearresteerd vanwege zijn vele vuistbijlen, waarvan werd vermoed, dat ze zelfgemaakt waren) de woonboot van Vermaning onderzocht (de vrouw van Vermaning had zich daarvóór hevig, maar tevergeefs, verzet op de loopplank) vertelde mij spontaan, dat hij ook de kachel op de woonboot had doorzocht (zoals natuurlijk alle goede detectives doen). En dat hij toen in de as van aslade van die kachel meerdere stenen vuistbijlen had aangetroffen. Hij rapporteerde dat natuurlijk in het Proces Verbaal. Zijn vermoeden was, dat die daar neergelegd waren, in de hoop dat ze daardoor in de loop der tijd ouder zouden gaan lijken dan ze waren. Vernuftig was Tjerk V. in ieder geval wel. Hij was aanvankelijk grasmachineslijper én grasmaaier van beroep. Ken je het boek: ‘Scherpe stenen op mijn pad’ van Waterbolk, over de zaak Vermaning?
    Pek van Andel,
    (thuis op de Mac van zijn vrouw).

    1. Ja, ik ken het boek van Waterbolk; het wordt ook gebruikt in de catalogus. Toen ik vorig jaar sprak op het Gronings Archeologisch Instituut, merkte ik dat de affaire-Vermaning daar nog steeds een open zenuw is.

  7. Roger van Bever

    Het verhaal van Tjerk Vermaning doet mij denken aan de Piltdownmensaffaire.
    Dit was een van de meest geruchtmakende gevallen ooit van vervalsing in de paleontologie. In 1912 vond de amateurarcheoloog Charles Dawson in een grindbed uit het Pleistoceen in Piltdown, East Sussex een aantal fragmenten van een schedel die gelijkenis vertoonden met een menselijke schedel en beweerde dat hij de “missing link” gevonden had tussen aap en mens. Hij nam contact op met Arthur Smith Woodward, hoofd van het departement Geologie van het Natural History Museum. Smith Woodward ging Dawson helpen en ze ontdekten meer botten en artefacten. Zij vonden nog een kaakbeen, schedelfragmenten, een gebit en een aantal primitieve werktuigen. Ze beweerden dat al hun vondsten behoorden bij een en hetzelfde individu. Smith Woodward reconstrueerde de schedelfragmenten en lanceerde de hypothese dat de vondsten afkomstig waren van een menselijke voorouder van ca. 500.000 oud. Er volgde een officiële mededeling op een zitting van de Geological Society en deze zgn. missing link kreeg de naam Eoanthropus dawsoni.

    Toch vertrouwden een aantal vakgenoten van Smith Woodword de reconstructie van de schedel niet en er werd decennialang over gestreden tot in 1953 aan het licht kwam dat het om een vervalsing ging. De schedel bestond uit een veranderde mandibula en enkele tanden van een orang-oetan die opzettelijk gecombineerd waren met de schedel van een volwassen moderne mens met weliswaar een vrij kleine schedel.

    De Piltdawnvervalsing heeft twee interessante gevolgen gehad. Het heeft veel aandacht gevestigd op de menselijke evolutie, maar het heeft tevens aangetoond dat de wetenschap 41 jaar nodig gehad om deze vervalsing te ontmaskeren.

    Hier was sprake van een duidelijke en opzettelijke vervalsing, waarbij een mens zich afvraagt waarom het zo lang moest duren (1953) voor men erachter kwam. De 14C methode bestond toen al 4 jaar.
    Bovengenoemde informatie komt grotendeels uit de Engelse Wikipedia https://www.wikiwand.com/en/Piltdown_Man, waar de hele strijd tussen de wetenschappers beschreven wordt. Ik maar ik herinner mij dat ik het hele verhaal ooit in een Prismaboek gelezen heb, ik geloof van Gordon Childe.

    De enige overeenkomst met het geval Tjerk Vermaning is dat er in november 2003, in het Natural History Museum in Londen een tentoonstelling geweest is over de vervalsing ter gelegenheid van de 50-jarige verjaardag van de ontmaskering ervan. De affaire speelde ook de creationisten in de kaart, want nu konden ze de datering van vondsten in twijfel trekken.

    1. Henk Smout

      In de wensdroom van een bepaald soort Engelsen paste de Piltdown-mens perfect, nog heel erg aap maar intelligent en levend in Engeland. Tegenwoordig geldt als verworvenheid dat rechtop lopen voorafging aan de hersenontwikkeling.
      In 1926 beging de Oostenrijkse van fraude beschuldigde lamarckist Paul Kammerer zelfmoord. De meningen over hem bleven verdeeld. ‘The case of the midwife toad’ (titel van de in 2010 heruitgegeven Duitse vertaling ‘Der Krötenküsser’) heette het aan de affaire gewijde boek van Arthur Koestler. Conclusie van Jacques van Alphen en Pim Arntzen in het vorig jaar in ‘Contributions to Zoology’ verschenen “The case of the midwife toad revisited’:
      “We show, through careful examination, that there is no other than one consistent manner to explain his results and that is that they have been cooked, that is, fabricated to support his theory of evolution by acquired characters, in the midwife toad as well as in the other amphibian species, Kammerer worked with (van Alphen & Arntzen, 2016). We consider the reported data discrepancies to be the final nail in his coffin.”
      Vooral die laatste woorden, “de definitieve nagel in zijn doodskist” is opmerkelijk harde taal voor een wetenschappelijke verhandeling.

  8. Marcel Meijer Hof

    De portretfoto van mijnheer Vermaning bij het lemma over hem toont mij een man die ik niet snel zou vertrouwen. Dat is geen wetenschap, inderdaad, maar levenservaring.

    1. jan kroeze

      Ad Hof: ik zou willen zeggen ga niet alleen uit van foto’s. Het minste wat je zou moeten doen is een gesprek voeren met de betreffende man/vrouw. Zulks is essentieel. Nu en dan hoor je psych. oordelen over iemand op afstand nota bene! Volstrekt absurd en abject!

    1. Willem Kranendonk

      De gegeven link behoeft een kleine aanvulling: een ‘l’ achter de ‘n’ na ‘apenarcheo.’

  9. A. Harmens

    Ik denk wel dat er een fundamenteel verschil is tussen Vermaning en bijvoorbeeld de antivaxxers. Vermaning lijkt mij een soort oplichter die handig meelift met de wetenschap te zijnen voordele, maar ik geloof niet dat hij een tegenstander van de wetenschap als zodanig was. De antivaxxers zijn meer een soort obscurantisten die het wetenschapsbedrijf wel als zodanig als onbetrouwbaar neerzetten. Antivaxxers of Afrocentristen (of ufologen, etc., etc.) zijn geen echte oplichters, maar meer een soort gelovigen. Het is maar de vraag of je die mensen kan bereiken met goede argumenten. Jonathan van het Reve schreef daar een week geleden in De Volkskrant een aardige column over.

    1. jan kroeze

      Van het Reve schreef overigens ook een aanbeveling om je te abonneren op het tijdschrift Skepter. Helemaal geen verkeerd idee (hoewel ik soms het idee heb dat sommige schrijvers van artikelen in dat blad de neiging koesteren dat iets niet bestaat wanneer het bijv. niet proefondervindelijk of via een experiment is aangetoond).

  10. Frans

    Tjonge jonge, al die mensen hier die elkaar aan het vermanen zijn…
    Sorry, ik kon het niet laten even om een woordgrapje te maken. Ik had hier nog nooit van gehoord, maar in 1977 was ik ook pas 6 jaar oud. Zeker interessant om dit allemaal te lezen.

  11. Rob Duijf

    Ik herinner me een uitzending van ‘Gewest tot Gewest’, een legendarisch televisieprogramma avant la lettre gericht op regionaal nieuws. Het zal ergens in de jaren ’60 zijn geweest. Waar tientallen amateurarcheologen zich een hernia bukken op pas omgeploegde akkers, op zoek naar artefacten uit de steentijd, zonder ook maar iets te vinden, raapte Tjerk Vermaning ze zo van de grond op…

    De bewoningsgeschiedenis van Nederland was opslag veel ouder dan tot dan toe werd aangenomen. Vermaning was een held. Hij kreeg in 1966 de ‘Culturele Prijs van Drenthe’ voor zijn verdiensten. De officiële archeologie bij monde van professor Waterbolk cs vond hem omstreden. In 1975 werd Vermaning officieel beschuldigd van oplichting.

    Afgezien van zijn overlijden in 1987 raakte Vermaning bij mij uit beeld, tot 15 jaar geleden in Nuis (Groningen) het Noordelijk Archeologisch Depot (NAD) werd geopend. Dwalend tussen de stellingen met een adembenemende collectie aan archeologische vondsten uit de drie noordelijke provincies vond ik een kartonnen doos, met daarop in viltstift ‘Vermaning’ geschreven… Het zal toch niet waar zijn? Maar daar waren ze dan, de vuistbijlen van Tjerk. Ik ben niet deskundig genoeg om de kwaliteit ervan te kunnen beoordelen, maar het was indrukwekkend om ze in de hand te mogen houden.

    Mensen van wie die deskundigheid wel mag worden verwacht, zijn de archeologen Marcel Niekus, Frans de Vries en Lammert Postma. Zij bekeken onlangs die honderden stukken van Vermaning in het depot van Nuis nog eens aandachtig. Van de ca 1100 artefacten die Vermaning aan de Neanderthaler toeschreef, bevonden zij er zo’n twaalf als echt… De rest zou zijn vervalst.

    Een reactie van de amateurarcheologen van APAN (Aktieve Praktijk Archeologie Nederland), een illuster gezelschap dat er eigenzinnige ideëen over de steentijd op na houdt en daarmee vaak schuurt met de gevestigde archeologie, kon niet uitblijven. De Vermaning-adepten legden de vondsten voor aan onafhankelijke deskundigen en musea in Duitsland, België en Frankrijk. Conclusie? Alles is echt…

    Ik denk, dat het heel goed is dat het Drents Museum in Assen nu een expositie houdt over Tjerk Vermaning. Daarmee laat het aan het publiek zien, hoe modern technisch wetenschappelijk onderzoek wordt uitgevoerd om de ouderdom dan wel de echtheid van archeologische voorwerpen te kunnen bepalen. Ik ga er met belangstelling een kijkje nemen, zeker na het lezen van ‘Tjerk Vermaning. Steen des aanstoots’. Een nogal vooringenomen boekje uit 1975 van journalist en publicist Ton Hulst, die niet twijfelde aan de onschuld van Vermaning.

    Desondanks zullen er ook nu wel mensen blijven die de feitelijke bevindingen niet onder ogen wensen te zien. Is dat erg? Ik geloof het niet. Kritiek houdt de wetenschap scherp. Het kan nooit kwaad jezelf af te vragen, of je toch niet iets over het hoofd hebt gezien, in plaats van een ivoren torenhouding aan te nemen.

    Wat men ook van Vermaning mag vinden, zijn ‘public relations & marketing’ had hij goed voor elkaar, in een tijd waarin die termen nog niet eens waren ingeburgerd. Wat dat betreft ben ik het met Jona eens, dat wetenschapsvoorlichters daar nog wat van kunnen leren…

  12. Vermaning reisde met zijn museumboot door Nederland. Ergens aan het einde van de jaren vijftig meerde hij met zijn tjalk (of was het een ander scheepstype?) aan in het haventje van Heemstede. De entree was een kwartje. Voor een geïnteresseerde acht- of negenjarige was het een onvergetelijke ervaring. Deels charlatan of niet, hij voegde wel een steen aan het fundament van de belangstelling toe.
    Vermaning was van 1929. In die tijd gingen kinderen van zijn klasse en geboorteplaats gewoon op hun veertiende werken in een of ander ambacht of anders in de fabriek. Kop houden, in de pas lopen en neem je pet af voor de baas. Je zou je af kunnen vragen hoe het met hem zou zijn gelopen als hij een andere afkomst en dus betere kansen had gehad. Persoonlijk vind ik het al heel wat dat hij überhaupt een belangstelling voor archeologie ontwikkeld heeft. Jullie hebben makkelijk praten met een gedegen opleiding achter de kiezen. Vermaning was een nobody die zichzelf van zijn liefhebberij heeft proberen te bedruipen. En al doende over de schreef ging. Ik vraag me af wanneer hij met de vervalsingen begonnen is. Wie weet is het meeste wat ik op die boot heb gezien nog wel ‘echt’ geweest…

    1. Dat ben ik dus erg met je eens. Vermaning kon de publiciteitsslag winnen omdat hij, anders dan de officiële wetenschap, wél begreep dat het communicatie is. Het begint met een vraag.

      Deze fout wordt nog altijd gemaakt. Mary Beard, die roept hoe het in elkaar zit en als mensen met belangstelling meedenken en kritische vragen stellen, geen thuis geeft, want we moeten geloven wat de wetenschap zegt. De limes, die alleen informatie (en dan ook nog dezelfde informatie) uitzendt en niet ziet dat ze zo een deel van het publiek kopschuw maken. Het is nog steeds “dit zijn de feiten en daarmee moet u het doen”.

    2. Rob Duijf

      ‘(…) Ik vraag me af wanneer hij met de vervalsingen begonnen is. (…)’

      Even voor de goede orde: technisch wetenschappelijk is welliswaar aangetoond, dat het merendeel van Vermanings’ vondsten werd vervalst. De vraag is echter nog steeds of Vermaning dat zelf deed (alhoewel de schijn van de twijfel niet bepaald in zijn voordeel pleit). De rechter heeft daarover destijds echter geen uitspraak gedaan! Als hij te goeder trouw was, zoals ‘hardcore’ Vermaning-adepten nog altijd vinden, wie was of waren dan wel de vervalser(s)? En waarom?

      Had Vermaning – als zelf benoemd specialist in de steentijdarcheologie – kunnen en/of moeten weten dat hij vervalsingen in handen had? ‘Adel verplicht’, niet waar? Feit is dat hij hij zijn vondsten verkocht, ondermeer aan het Drents Museum in Assen. Wie te goeder trouw een fiets koopt van een dief, is een heler. Wie te goeder trouw vervalste voorwerpen als echt verkoopt, is een oplichter. Niet leuk, maar zo werkt de wetgeving nu eenmaal.

      Vermaning was niet hoger opgeleid, maar hij was wel een slimme, eigenzinnige ‘self made’ man, die weigerde zijn archeologische informatie te delen. Na zijn ‘glourious moments’ kwam zijn val des te harder aan. Hij dreigde zelfs de grond van zijn vindplaatsen te vergiftigen, opdat niemand er met zijn eer en ‘zijn vondsten’ vandoor zou kunnen gaan…

      Niet bepaald de houding die we van een amateurarcheoloog mogen verwachten, toch? Destijds waren de zaken echter nog niet zo eenduidig vastgelegd als nu. Ook ik was als kind begeesterd door mensen als Tjerk Vermaning, die de wetenschappelijke wereld opschudden en de archeologie wisten te promoten.

      Dat wilde ik ook, archeoloog worden…

      1. Nog even een kanttekening; oplichting is inmiddels bewezen. Op de tentoonstelling ligt een brief waarin TV een voorwerp voorziet van een valse ouderdom om de marktwaarde op te drijven.

      2. Zo, van dat gifplan wist ik niet.
        Houd je kennis voor jezelf tot in het graf; nee, zo werkt het niet. Wat een verbetering inmiddels in de verhouding tussen beroeps- en amateurarcheologen. Dat is winst. Maar winst is ook dat Vermaning de prehistorie op de kaart heeft gezet bij mensen die er anders vermoedelijk nooit enige belangstelling voor hadden gekregen. Ivoren torens hebben zo weinig handvatten en ze zijn zo verdomde glad. Vermaning was aards en toegankelijk op zijn manier, hoezeer ook in tegenspraak met het genoemde gifplan. Het hele gedoe doet me een beetje denken aan Han Van Meegeren, die de kunstcritici en de -handel van in het officiële circuit volstrekt te kakken zette.
        Ik vind dat eigenlijk heel gezond, zo af en toe moet het tapijt onder de voetjes worden weggetrokken. Het feit dat volgens Jona de zenuw ‘Vermaning’ nog zo open ligt doet vrezen dat het officiële circuit er nog niet heel veel van geleerd heeft. Maar ik kijk ernaar vanaf de buitenkant, misschien interpreteer ik het verkeerd.

        1. Rob Duijf

          Die zenuw ligt aan beide kanten bloot, misschien nog wel het meest bij diegenen die hardnekkig in Vermaning blijven geloven en niets ophebben met de officiële archeologie. Zo jammer, want het straalt negatief af op al die amateurs die hun hobbie als hun vakgebied beschouwen en daar heel serieus en verantwoordelijk mee omgaan. Daar zit heel veel expertise tussen!

          In mijn geboorteplaats Krommenie werden in de jaren vijftig en zestig huisplattegronden uit de Friese ijzertijd opgegraven, door leden van AWN Zaanstreek-waterland. Bij Teleac kon je de cursus Archeolgie volgen, met fantastische muziek van fluitist Chris Hinze: ‘Virgin Sacrefice’. (Google maar eens!)

          En je had natuurlijk Tjerk Vermaning…

          Wij kinderen maakten in 1969 ons eigen museum in de kelderbox van mijn vader, met onze eigen vondsten aan scherven, die we uit de grond hadden gehaald. Toegang: een kwartje.

          Die ‘besmetting’ is nooit meer overgegaan…

          1. Ik was net klaar met een reactie op Saskia toen internet er geen zin meer in had en ik mijn bijdrage niet kon plaatsen. Ik zag dat Rob ook al heeft gereageerd, deels over hetzelfde. Hierbij alsnog mijn snelle schrijfsel. Overigens heb je volkomen gelijk Rob dat de zenuw vooral bij de pro-Vermaning mensen open ligt. Wij hebben sinds die tijd heel veel vooruitgang geboekt mbt de archeologie van de Oude Steentijd en zijn niet blijven rondzweven in de jaren ’70

            Beste Saskia, dat wetenschappers (niet alleen archeologen) in de jaren ’60 en ’70 in een ivoren toren zaten is wel duidelijk maar tegenwoordig zie ik dat eigenlijk niet meer op een enkeling na. Sindsdien is er ontzettend veel verbeterd, onder meer wat betreft het informeren van het grote publiek, publieksparticipatie etc. Ik ontken ook niet dat de hele affaire Vermaning een positief effect heeft gehad op de belangstelling voor de Oude Steentijd maar voor mij is de vraag of dit opweegt tegen de negatieve kanten. Voor de Universiteit Leiden heeft de affaire (mede) geresulteerd in de aanstelling van een Paleolithicum-deskundige (Wil Roebroeks) maar in het Noorden van ons land heeft het wetenschappelijke onderzoek naar Neanderthalers geruime tijd stil gelegen of op een zeer laag pitje gestaan. Dat kan ik geen positief gevolg noemen.De zenuw ligt bij de huidige generatie Steentijdarcheologen echt niet open, daar kan ik over meepraten en zelfs bij de oudere generatie valt het wel mee. Bij de Universiteit Groningen heeft men bewust gekozen om geen Oude Steentijdarcheologie meer te bedrijven, mede om een punt achter het verleden te zetten. Nationaal en internationaal spelen de vondsten van Vermaning geen enkele rol in wetenschappelijke discussie over Neanderthaler-archeologie en is de hele Affaire niet meer dan een historische gebeurtenis. Alleen de oudere generatie buitenlandse archeologen heeft nog enige weet van de gebeurtenissen. Het is wel zo dat de argumenten die mid jaren ’70 naar voren zijn gebracht om aan te tonen dat de stenen van Vermaning vervalsingen zijn meer aandacht behoeven omdat deze nooit in detail zijn gepubliceerd. Daar werken we momenteel aan met een onderzoeksgroep. Dat boek verschijnt in het najaar.

            1. Rob Duijf

              Ik kijk er naar uit Marcel!

              Goed om te horen dat die discussie bij jonge steentijdarcheologen geen pijn meer oplevert. Er zijn in het verleden echter nogal wat complottheoriën opgeworpen, zoals jou ongetwijfeld bekend zal zijn. Het is wel jammer dat de RuG door al dit gedoe de pijp aan Maarten heeft gelaten…

              1. Jullie zullen er nog veel over horen komende maanden. Die complottheorien steken nog steeds de kop op, dat krijg je wanneer mensen geen inhoudelijke argumenten hebben. Ik begrijp de RUG op zich wel en ach ik werk met collega’s en een grote groep amateurs aan het Neanderthaler-onderzoek. Er is dus geen sprake van een lacune in het onderzoek. Begin volgend jaar komt ook een boek uit over de Neanderthaler in Noord-Nederland, de echte wel te verstaan,

              2. Rob Duijf

                Ik reageer hier maar even, Marcel, want ik heb beneden geen ruimte meer.

                Gelukkig ben jij – en zijn de meeste van jouw collega’s – geen ivoren torenbewoners, maar ook ooit in het veld als amateur begonnen. Gelukkig maar, want jullie kennen de problematiek.

                Het zijn juist die mensen – laat me ze even héél generaliserend ‘de piepers’ noemen (sorry…) – die zich niets gelegen laten liggen aan het verzamelen van data en het documenteren van vondstomstandigheden, laat staan aan de meldingsplicht. Dat komt deels door onwetendheid (via internet kan iedereen een pieper aanschaffen), deels ook door persoonlijk gewin. Dat geeft allemaal negatieve afstraling op het vak. ‘Archeologen zijn schatgravers die maar wat aan klooien’. Dat kan iedereen toch?

                Gaat de voorlichting hiermee niet nog steeds de mist in? Gelukkig zie ik ook, dat er positieve initiatieven worden ontwikkeld om het publiek te informeren over en te betrekken bij het archeologisch onderzoek als onderdeel van onze culturele erfenis.

            2. Een punt achter het verleden zetten? Ten eerste kan dat helemaal niet en ten tweede: waarom zou je het willen? Als ik zoiets hoor is wat mij betreft in Groningen de zenuw nog niet helemaal genezen. En dat is dan wel heel erg jammer, een heel onderzoeksgebied laten liggen omdat het besmet is geraakt. Maar misschien kwam het in verband met bezuinigingen ook wel goed uit?
              Dat we Roebroeks onder andere(n) aan Vermaning te danken hebben wist ik niet. De zaak Vermaning heeft ongelofelijk veel kanten en dreunt lang na (het verleden verdraagt geen punten…) Ik ben benieuwd naar het boek, hoewel ik aanneem dat het voor mij net een tandje te specialistisch zal zijn.

              1. Vermaning zal niet de enige reden zijn dat men in Groningen is gestopt met onderzoek naar de oudere perioden, het is ook een keuze geweest om met name de jongere perioden te belichten. Kan me daar wel iets bij voorstellen. Neanderthaler-archeologie wordt al bediend door Leiden.

            3. Ik ben er eerlijk gezegd niet zo zeker van dat wetenschappers nu niet in een ivoren toren zitten. Van de vier oudheidkundige disciplines heeft de archeologie vanouds een museale taak en hebben de godsdienstwetenschappen traditioneel een band met het pastoraat; zij doen wel iets en doen het soms zelfs heel redelijk. Van de classici en de oudhistorici zie ik geen noemenswaardige bijdrage. Het gymnasium is ze wel genoeg, waarmee ze impliciet zeggen dat ze maar voor een deel van de samenleving belangrijk willen zijn. Maar ook in de archeologie is nog ruimte voor verbetering. https://mainzerbeobachter.com/2017/09/30/archeologie-voor-wie-doen-we-dat-ook-alweer-1/

              1. Rob Duijf

                Dat ben ik met je eens, Jona!

                Ik heb archeologen leren kennen, die helaas niets met goedbedoelende amateurs ophebben. ‘Je zou niet met die mensen moeten praten’, kreeg ik ooit als veldassistent toegevoegd. Over ivoren torens gesproken…

                Gelukkig nemen over het algemeen gemeentelijke en provinciaal archeologen na het Verdrag van Malta de amateurs wel serieus en maken ze gebruik van hun expertise op plaatselijk en regionaal niveau.

              2. Ik herken mij hier helemaal niet in, ik ben zelf iemand die als amateur is begonnen en altijd een warme band met deze kant van het vak heeft onderhouden en doe dat nog steeds. Ons Neanderthaler-project is daar een prima voorbeeld van; amateurs zoeken mee en doen zelfs mee aan publicaties.Een ander voorbeeld is het Noordzee-project waarbinnen we heel veel contact met zoekers onderhouden. Van een ivoren toren is m.i. geen sprake. Natuurlijk schrijven we wetenschappelijke stukken die voor vakbroeders zijn, dat is ook mijn van, maar een aanzienlijk deel van mijn tijdsinvestering gaat naar het vertalen van de wetenschappelijke gegevens naar het bredere publiek.

            4. Tussen 1975 en 2008 werd er nauwelijks een belangrijke midden paleolithische vondst geclaimd door de universiteit van Groningen. Het aantal vondsten was zo gering dat Stapert, naar eigen zeggen, geen versterking in de gelederen nodig had, hij kon de verwerking en beschrijving ervan makkelijk in zn eentje afhandelen. Een dergelijke zienswijze stimuleert natuurlijk geen nieuwe aanwas van studenten. Maar was het aantal Midden Paleolieten ook in werkelijkheid zo gering? Absoluut niet! Als voorbeeld halen we de opgraving van de vindplaats Schuilenburg aan, alwaar de toenmalige ROB een drie-weken-durende opgraving uitvoerde in de winter van 1988/89. Het ging daarbij om deels op Vermaningstukken gelijkende werktuigen van de Neanderthaler. Staperts kennis was echter te gering om de waarde ervan in te schatten, hij benoemde ze ‘incerto facto’ (onzeker hoe ontstaan). Hij verklaarde na deze uitspraak het volgende: Het zei niet zoveel over de artefacten, maar meer over zijn gebrek aan kennis. En zeg nou zelf, wie zou zijn kind bij een dergelijke ‘leraar’ laten studeren. Het is overduidelijk, de door Stapert opgestarte zaak Vermaning heeft de ondergang betekent van de leerstoel Oude Steentijd op op de universiteit van Groningen.

          2. Ja fantastisch! Ik ben naast de ladekast vol pijpekoppen en aardewerk helaas nooit verder gekomen dan een spinsteentje, het leven leidde andere wegen in. Maar ik begrijp dat de hedendaagse archeologie op Nederlandse bodem sterk leunt op archeologen van AWN. Hoe zou het anders ook bekostigd moeten worden? Bij Hilde ligt een houten boomstamkano uit Uitgeest waar bij de opgraving een vriend van me betrokken was, die ook bij een opgraving in Beverwijk een snorrebot blootlegde. Beide opgravingen zijn naar ik begrijp ook heel vakkundig gedocumenteerd.
            Dan is Vermaning van een volstrekt andere orde. Maar zoals je al zei, het was een andere tijd. Ik kan het weten, want ik ben erin opgegroeid.
            Overigens: je hebt het over mensen die nog steeds in Vermaning geloven. Ik denk dat dat precies het juiste woord is.
            Dat gezegd hebbende: ik koester de herinnering aan Vermaning en zijn museumboot.

  13. A. Minis

    Omdat SPQR zo uitbundig wordt geprezen, lees ik het. Ik vraag mij inderdaad geregeld af hoe ze op al die uitspraken komt. Ik had wel wat voetnoten verwacht, in plaats van hier en daar een kleine opmerking in de bibliografie bij de hoofdstukken.
    Haar ”Pompeii” kon me trouwens ook al niet bekoren. Een gezonde portie scepsis is goed, maar je kunt het ook overdrijven. Archeologen denken van alles, maar weten niets, antieke auteurs zijn ongeloofwaardig want overdreven. Op die manier blijft alleen Mary Beard over.
    En ik werd doodmoe van die jofele stijl van haar.
    Ook die voortdurende verwijzingen naar de moderne tijd in SPQR gaan me op den duur irriteren. Het zal allemaal wel aan mij liggen, ik ben nooit goed geweest in Oude Geschiedenis, maar ik begrijp die overdreven lof voor SPQR niet. Mijn favoriete boeken van Adrian Goldsworthy liggen voor oud vuil in de ramsj.
    Maar goed, ik ga SPQR toch maar uitlezen. Al staan er wel erg veel overbekende zaken in, ik steek er toch weer wat van op. En over haar morele oordelen over bijv. Cicero (”abject selfpity”)
    lees ik dan maar heen.
    Of ze een goede historica is, kan ik niet beoordelen. Vast wel. Maar ik heb de indruk dat haar analyses bij die van bijv, Syme of Goldsworthy nogal pover afsteken.

    1. Beard is blijven hangen in de jaren tachtig. Dat valt niet op omdat het vak als geheel, als het gaat om wetenschapscommunicatie, ook nog niet is aangekomen in de jaren negentig.

  14. Reactie op Rob, inderdaad in die hoek zitten nog steeds de grootste problemen. Onder de ‘steentjeszoekers’ (klinkt oneerbiedig maar is in feite een geuzennaam) zie ik minder problemen wat dit betreft. Komt natuurlijk wel voor maar voor zover ik kan overzien heel zelden.Geld speelt ook veel minder een rol in de Steentijhoek want die steentjes zijn over het algemeen niets waard. Met de ‘pieperwereld’ heb ik zelf eigenlijk nooit mee te maken gehad. Wel rapen ze soms artefacten op en verschuift de hobby van het pieperen naar het steentjeszoeken. Prima natuurlijk!

    1. Rob Duijf

      Precies!

      Maar er zijn nog steeds ‘steentjeszoekers’ die hun vondsten op beurzen te koop aanbieden. Zo’n steentje mag dan over het algemeen geen waarde hebben, maar ook hier geldt het adagium ‘wat de gek er voor geeft…’ En ik kan je verzekeren dat daar flinke bedragen in omgaan!

      Er is nog een ‘grijs gebied’ in de archeologie en dat zijn de bergen grondverzet, die worden afgestroopt op vondsten die of over het hoofd zijn gezien en/of archeologisch gesproken waardeloos zijn, omdat ze niet meer in situ liggen en hun verhaal kwijt zijn geraakt.

      Als ik naar de apotheek ga voor medicijnen, krijg ik een bijsluiter en ‘ongevraagd’ advies over het gebruik.
      Eigenlijk zou er ook een bijsluiter moeten komen bij speciale gereedschappen, zoals een pieper of een geologenhamer (in sommige landen mag je niet zomaar mooie stenen of fossielen ‘kloppen’; dat kan je duur komen te staan…), waarin de (Europese) regelgeving duidelijk staat vermeld.

      1. Zeker waar Rob, het gaat dan wel vooral om Frans en Deens materiaal wat ik grote hoeveelheden van de akkers wordt gehaald en hier of in collecties terecht komt of op beurzen. Is m.i. een kwalijke praktijk waar helaas weinig aan te doen is. Gelukkig is het in de omgeving van Grand Pressigny in Frankrijk verboden om stenen te zoeken. Ik ken meerdere zoekers die dit doen maar in discussies krijg je atijd te horen ‘als ik het niet doe, doet een ander het wel’ of ‘als ik het net opraap wordt het kapot geploegd’ enz. Tsja.

        1. Rob Duijf

          Ja, ik begrijp het. Op zich niks mis met het oprapen, maar doe er dan iets mee dat het algemeen belang dient. Weg is weg… Helaas werkt het zo niet.

          Aan de andere kant krijg ik wel eens te horen: er is zoveel van ‘die troep’, krijgen jullie daar geen gaapreflex van? Wie maakt zich nou druk over een afslag meer of minder…

          1. De ouwe potten en pannen van Halbe Zijlstra ja. Als je zelfs van hogerhand zulke reacties krijgt is er nog heel wat werk te doen. En dat werk ligt in de presentatie, het imago van het vak. Hoe breng je je kennis en het belang daarvan voor het voetlicht? Blijf je binnen de eigen parochie of treed je daar buiten? Die steentjesrapers, dat is nu eenmaal een gegeven. Die zijn er en die zullen er blijven. Daar kun je wel over klagen, maar je kunt er ook mee praten. Ga in gesprek!
            En hoe krijg je degenen die het over ‘die troep’ hebben bij de les? Daar heb je toch meer aan de amateur die met kinderen en scherfjes aan de gang gaat dan aan een doorwrochte studie over een gespecialiseerd onderwerp, Schrijf die vooral, maar doe ook iets aan de basis, ga naar scholen toe, maak kinderen enthousiast.
            Die ivoren toren, je ziet hem misschien zelf niet, maar hij is er wel degelijk. Kennis moet op een prikkelende manier gedeeld worden op het niveau van degene met wie je het deelt. Verlies daarbij de ‘lagere’ niveaus niet uit het oog. Daar is nog een hoop te winnen.

            1. Ik denk ook dat heel belangrijk is dat er een follow-up is. Met name de limes is een duidelijk voorbeeld van hoe je mensen tegen de archeologie in de gordijnen jaagt: je hoort steeds dezelfde boodschap en verdieping ontbreekt. Wie geïnteresseerd raakt – en dat gebeurt wél – en op zoek gaat naar aanvullende informatie, vindt niets nieuws. Ook de betekenis van het project wordt niet aangegeven (al is er wel een hoop gelul over werelderfgoed, wat alleen een ambtelijk prestige-praatje is). Ik heb bijna wekelijks te maken met mensen die door het limes-aanbod concluderen dat Romeins Nederland niet interessant is. Ik zie soortgelijke mechanismen (maar nooit zó evident, gelukkig) bij andere tijdvakken.

              1. Ja, dat is vreselijk jammer en een gemiste kans.
                Maar als je echt geïnteresseerd bent prik je daar wel doorheen. Boeken en sites genoeg als je weet waar te zoeken. Maar een ‘echte’ leek weet vaak niet waar te beginnen en ketst dan als het ware af..
                Zou het ook iets te maken hebben met het feit dat het verleden vaak zo sterk geïsoleerd gezien wordt van het heden en ook als zodanig wordt gepresenteerd? Een van de charmes van dat ongrijpbare verleden is, naast die ongrijpbaarheid, dat het vaak nog zo bepalend is voor ons heden en meestal zijn we ons daar helemaal niet van bewust. Een stukje bewustwording in die richting maakt het verleden misschien ook wat toegankelijker. Maar dan moet je bij de voorlichting wel buiten je eigen straatje durven kijken.

            2. Rob Duijf

              Ik denk dat ik het wel met je eens ben.

              Die doorwrochte studies zijn nodig voor deelgenoten binnen het vakgebied en de aanverwante disciplines. Daar kunnen toegankelijke publiekspublicaties uit voortkomen en ook dat gebeurt.

              De archeologie (of wetenschap in het algemeen) moet zeker naar de jeugd worden gebracht. Je hebt helemaal gelijk, als je stelt dat die de basis vormt voor een nieuwe generatie. Ook hier zie ik positieve ontwikkelingen. AWN Zaanstreek-Waterland nodigt bijvoorbeeld al jaren schoolklassen uit in de werkruimte in Koog aan de Zaan. Er komen ook steeds meer ArcheoHotspots bij – o.a. in Huis van Hilde in Castricum – waar kinderen spelenderwijs leren wat archeologie is. Ook volwassenen kunnen daar terecht met hun vragen en om de archeologie ‘in bedrijf’ te zien. Het gaat langzaam, maar het gebeurt!

              Ten slotte moet je altijd in gesprek willen blijven. Goede communicatie vraagt echter om wederzijdse afstemming, anders blijf je langs elkaar heen praten. Daartoe moet men het eigen gelijk ter discussie durven stellen en daaraan ontbreekt het in onze opvoeding. Een kritische levenshouding waarbij we ons niets op de mouw laten spelden, wordt helaas niet aangeleerd. Daar valt nog een wereld te winnen…

              1. ‘Een kritische levenshouding (…)’Haha Rob, dat is nou juist het argument van Vermaning-gelovigen , antivaxxers en anderen die zich door niemand, en al zeker geen instanties, iets op de mouw willen laten spelden. Maar je hebt hartstikke gelijk natuurlijk. Ik zou daar nog aan willen toevoegen, dat we ook slecht leren luisteren. En goed luisteren is de basis van elk gesprek.

              2. Overigens is wetenschapsscepsis op zich een goed teken: het bewijst dat de kritische attitude waarop wetenschap rust, breder begint aan te slaan. Veel wetenschapssceptici zijn begonnen als mensen met geïnteresseerde vragen en hebben vanuit de zijde van de officiële wetenschap onvoldoende respons gekregen.

                Er zijn diverse verhalen van wetenschappers die in discussie traden en teleurgesteld raakten en nu zeggen “met die lui valt ook niet te praten”. Als je vervolgens in detail kijkt wat ze hebben besproken, zie je doorgaans dat ze zelf steken hebben laten vallen.

                Dat is ook niet zo vreemd. Een officiële wetenschapper heeft meer dingen te doen en komt niet half zo goed voorbereid naar een gesprek als een kwakhistoricus of een alternatieve archeoloog, voor wie het gesprek een “once in a lifetime opportunity” is.

              3. Rob Duijf

                Een kritische levenshouding begint met het kritisch beschouwen van het eigen gelijk, Saskia.

                Wie voor anker ligt, luistert niet naar de ander…

  15. Evert van Ginkel

    De ivoren toren. Die wordt nog maar door weinigen bewoond, durf ik te stellen na 35 jaar actief te zijn (tegen redelijke betaling) als intermediair tussen beroepsarcheologie en publiek. Ik durf ook wel te stellen dat het aanbod aan werkelijk publieksvriendelijke, voor iedere belangstellende toegankelijke producten over (Nederlandse) archeologie groter en beter is dan ooit. De instellingen waar het primaire onderzoek wordt uitgevoerd, zijn lang niet altijd pro-actief op dit gebied, maar het is sterk overdreven te zeggen dat ze hun kennis angstvallig voor zichzelf houden. Soms zijn ze zelfs erg gretig met het delen van kennis (Caesar in Kesssel… sorry voor het stokpaard). Ik geef graag toe dat dat niet aantoonbaar heeft geleid tot massale belangstelling voor het vak. Mogelijk doen we/doe ik iets helemaal fout. Maar mogelijk is dat brede publiek waar we ons op richten, helemaal niet zo breed. Ik heb een paar succesvolle, rijk geillustreerde publieksboeken geschreven, waarvan ondanks stevige marketing, waardering in de media en alle kleur en fleur toch nooit meer dan 15000 exemplaren werden verkocht. Een mooie score, maar geen blockbusters. Ik vrees dat ik meer had kunnen scoren met Waren de Neanderthalers Kosmonauten, of Caligula, het beest van de Limes. Niks aan te doen, het werkelijk brede publiek wil nu eenmaal die dingen lezen, geen geneuzel over vuurstenen of ouwe schepen. Maar dat ligt niet aan wetenschappers die op hun gegevens blijven zitten, en ook niet aan mij of mijn collega-publiekswerkers. Wie denkt dat alle kennis in een ivoren toren zit opgesloten, zoekt niet hard genoeg naar kennis die overal gemakkelijk te vinden is – of zoekt naar iets wat we helaas niet kunnen of willen leveren, omdat ook een lage drempel nu eenmaal een zekere hoogte heeft.
    Wat Vermaning betreft: je zou hem een enthousiasmerend publieksarcheoloog kunnen noemen, maaar helaas verkocht hij doortrapte flauwekul, dus een alternatief voor de ivoren toren van 50 jaar geleden kun je hem niet noemen. Bezoek die tentoonstelling in Assen, jongens, en koop het uitstekende boek erbij!

    1. Rob Duijf

      Ik denk, dat je wel gelijk hebt Evert. Vermaning bewoonde wat dat betreft zijn zelf gecreëerde ivoren toren. In alle onbescheidenheid adverteerde hij zichzelf als ‘messias van de steentijdarcheologie’…

      Overigens beleef ik veel plezier aan jouw boeken en boekjes die mijn boekenkast sieren, dus ga vooral zo door…

    1. Evert van Ginkel

      Ik heb het expoboek niet bij de hand, maar wel heel kort geleden gelezen, en mij staat toch bij dat de schrijvers a) een wel iets andere lezing geven van de eerste reactie van Bordes (‘beetje rare stukken’); bovendien werd er wel door meer mensen sceptisch gereageerd; b) duidelijk maken dat m.n. Van der Waals, en in zijn kielzog Waterbolk, zich hebben laten leiden door de schijnbare vondst van stukken in situ tijdens de opgraving van 1965, ‘dus die moesten echt zijn, dus het afwijkend karakter van de stukken is weliswaar raadselachtig maar niet verdacht’; c) dat beiden, eenmaal overtuigd van de op verschillende manieren aangetoonde valsheid van de stukken, hun vergissing en hun onbekendheid met het materiaal hebben erkend. Je kunt zeggen: dan hadden ze zich daarover niet moeten uitlaten destijds, maar dat is wat kinderachtig. Waren de Vermaning-aanhangers blijer geweest als Waterbolk en vd Waals meteen hadden gezegd: dit deugt niet? Het huis was te klein geweest. Reeeler is te spreken van voortschrijdend inzicht. Los van alle beoordelingsfouten die zijn gemaakt, ligt de verantwoordelijkheid voor het probleem bij de vervalsers en misleiders, en Vermaning was een van hen. Natuurlijk, en dat zegt de expo ook, zullen er altijd mensen blijven die zeggen: nee, de stukken zijn echt, Tjerk was een held die slachtoffer is geworden van de rancune der geleerden. Zoals Waterbolk zelf constateert: dat heb ik maar te accepteren.
      En nu trekt de karavaan verder.

      1. Goed punt Evert, dat van voortschrijdend inzicht. We zijn 43 jaar en vele echte vondsten verder. Had Dick Stapert destijds nog maar de beschikking over 6 echte Neanderthaler-artefacten om de Vermaning-stenen mee te vergelijken, momenteel zijn het er 100x zoveel. Nieuwe en meer geavanceerde analysestechnieken maken duidelijk dat de stukken van TV vervalsingen zijn en het is eveneens tekenend dat er in al die jaren nooit een onafhankelijk amateur-archeoloog is geweest die overtuigend bewerkte stenen met dezelfde onnatuurlijke sporen als op de Vermaning-stukken heeft gevonden.

Reacties zijn gesloten.