Kapitelen (1)

Korinthisch kapiteel uit Epidauros

Het is een van de bekendste trivialiteitjes uit de Oudheid: de drie ordes waarin de Grieken en de Romeinen hun monumenten bouwden. Tot ongeveer de derde eeuw voor Christus, toen de bouwmeesters de mogelijkheden begrepen van de bakstenen boog (en het gewelf), was constructie veelal het op elkaar stapelen van stenen. Om ruimte te scheppen gebruikte een bouwmeester horizontale dwarsbalken en om die te steunen benutte hij verticale pilaren. Zo was er de Dorische bouworde: een kolom waarop een ronde en een vierkante steen lagen, die de dwarsbalk steunden.

Je kunt je voorstellen hoe zoiets de stenen vorm is van een van oorsprong houten constructie: een boomstam waarop twee planken zijn gelegd, zodat je de horizontale dwarsbalk niet in de verticale boomstam hoeft vast te zetten met een verticale pin, die de boom zou kunnen doen splijten. Van de Ionische bouworde is wel gezegd dat de zo herkenbare krullen aan weerszijden de herinnering zijn aan een leren kussen, dat in de loop der tijden is uitgedroogd en gaan krullen. Misschien is dat wel waar.

De derde klassieke bouworde is de Korintische, die u hierboven ziet afgebeeld. Volgens een verhaal waarvan ik de betrouwbaarheid niet kan beoordelen, is die ontstaan toen een kunstenaar zag hoe een akanthos-plant een beker had omgroeid en opgetild. Deze vorm werd populair in de hellenistische tijd. Van het kapiteel hierboven is wel beweerd dat dit het oermodel is geweest, dat dan in Epidauros zou zijn bewaard zoals de standaardmeter in Parijs, en dat dit oermodel zorgvuldig begraven is toen barbaren in de buurt kwamen en dit standaardkapiteel dreigden te beschadigen. Opnieuw een verhaal waarvan ik de betrouwbaarheid niet kan beoordelen.

De Grieken hadden ook nog Aiolische kapitelen. Die zijn interessant omdat ze lijken op de oudste kapitelen uit het Midden-Oosten. Ze waren bijvoorbeeld ook de huisstijl van het koninkrijk Israël. Hier is een (beschadigd) voorbeeld uit Megiddo.

De Romeinen zouden later nog de simpele Toscaanse orde en het complexe Composiet-kapiteel toevoegen, en gebruikten die om wat variatie aan te brengen in monumenten met meer dan één laag bogen. Het Colosseum is een voorbeeld. De bogen werden dan aan weerszijden voorzien van twee pilaartjes, die dan van onder naar boven waren voorzien van Dorische, Ionische, Korinthische en Composiet-kapitelen. Een andere manier om te variëren wordt genoemd door de bouwmeester Vitruvius, die opmerkt dat sommige bouwstijlen passen bij sommige goden.

Over nog een vorm van variatie gaat het volgende stukje.

[Dit was de 285e aflevering in mijn reeks museumstukken; een overzicht is hier.]

Deel dit:

38 gedachtes over “Kapitelen (1)

  1. FrankB

    Ik snap het niet. Of kan ik niet tellen?

    “de drie ordes waarin de Grieken en de Romeinen hun monumenten bouwden”
    Ik heb er zelfs mijn vingers bij betrokken.

    Dorisch – 1.
    Ionisch – 2.
    Korintisch – 3.
    Aiolisch – 4.
    Toscaans – 5.
    Composiet – 6.

  2. Ab R.C. Dabra

    Volgens mijn aantekeningen (ahum) is de Dorische zuil ontwikkeld naar de verhouding: voetlengte en lichaamslengte van een man: 1:6. De Ionische zuil vertegenwoordigt de vrouw: 1:8. De Corinthische zuil weerspiegelt de natuurlijke verhoudingen van de maagd…..
    En over het gebruik van het acanthusblad heb ik eens gelezen dat de eerste beeldhouwer die dat gebruikte onder de indruk was van het dramatische effect van een acanthusbladeren compositie bij een begrafenis. Ben ff de naam kwijt van die eerste beeldhouwer…

    1. Ab R.C. Dabra

      Hmm… Volgens een andere tekst zijn de verhoudingen van de zuilen respectievelijk: 1:8, 1:9 en 1:10.
      ‘kWeet het niet…

    2. Roger van Bever

      De beeldhouwer die u bedoelt is meer dan waarschijnlijk Callimachus (Oud-Grieks: Καλλίμαχος, Kallímachos). Hij was een Grieks beeldhouwer en edelsmid uit het einde van de 5e eeuw v.Chr.
      Hij zou het Korintisch kapiteel hebben uitgevonden. Er zijn 3 bronnen uit de oudheid over hem: Vitruvius, Pausanias en Plinius maior.

      In het vierde boek van Vitruvius, hoofdstuk I, 9 10 waarvan de integrale vertaling op de site van Lacus Curtius staat, wordt dit door Vitruvius als volgt beschreven:

      9. The invention of the capital of this order is said to be founded on the following occurrence. A Corinthian virgin, of marriageable age, fell a victim to a violent disorder. After her interment, her nurse, collecting in a basket those articles to which she had shewn a partiality when alive, carried them to her tomb, and placed a tile on the basket for the longer preservation of its contents. The basket was accidentally placed on the root of an acanthus plant, which, pressed by the weight, shot forth, towards spring, its stems and large foliage, and in the course of its growth reached the angles of the tile, and thus formed volutes at the extremities.

      110. Callimachus, who, for is great ingenuity and taste was called by the Athenians Catatechnos, happening at this time to pass by the tomb, observed the basket, and the delicacy of the foliage which surrounded it. Pleased with the form and novelty of the combination, he constructed from the hint thus afforded, columns of this species in the country about Corinth, and arranged its proportions, determining their proper measures by perfect rules.

      Vervolgens gaat Vitruvius verder met het beschrijven van hoe het kapiteel wordt gemaakt.
      Maar het verhaal van de ‘ontdekking’ wordt door velen als een soort legende beschouwd. Vergeet
      niet dat Vitruvius in de 1e eeuw BCE leefde.

      1. Ab R.C. Dabra

        Mooie anekdote. Dus als ik het goed heb is dit een combinatie van de versie van Jona en die van mij. Grappig! En dank!

  3. Ab R.C. Dabra

    Vraagje… Zowel het ionische als het aiolische kapiteel hebben aan weerszijden krulvormige uitsteeksels.
    Je ziet dat ook wel eens bij andere culturen: de irmensul bijvoorbeeld wordt ook vaak uitgebeeld met twee grote krullen of bladeren aan beide zijden. Is dat toeval of zou daar een oudere, soort ‘mythische’ betekenis achter schuil kunnen gaan.

    1. Henriette Broekema

      Zowel aiolische- als ionische kapitelen zijn geïnspireerd op voorbeelden uit de Levant. Zij werden waarschijnlijk in de 7de eeuw in de Griekse architectuur in de zogenaamde ‘oriëntaalse periode’ overgenomen. De zuil met voluten is een gestileerde weergave van de dadelboom, die in het Midden-Oosten al vanaf het derde millennium overal werd vereerd. De voluten aan weerszijden van de stam zijn de rijpe dadelklusters, een teken van vruchtbaarheid en voorspoed. De dadelpalm werd het symbool van de levensboom, die je in de iconografie in het oude Mesopotamië en Syrië telkens weer tegenkomt, ook in de meer noordelijk gelegen gebieden waar de dadelboom van nature niet kon groeien. Het symbool was ook bekend op Cyprus en Kreta, waar het door de Myceners werd overgenomen. De levensboom werd in de Foenicische iconografie vaak door griffioenen of sfinxen bewaakt. De beroemde sfinx van Oedipus zat misschien daarom wel boven op de ionische zuil. Misschien heeft Alexander van Macedonië (ik kan hem met de beste wil niet ‘de Grote’ noemen, een schandalige titel voor een man die niets anders dan een spoor van vernieling in het Midden-Oosten heeft achtergelaten) dit motief ook in Persepolis (vlak bij Anshan) aangetroffen, want heilige tuinen of ‘paradijzen’ met palmbomen waren ook daar zeer geliefd.

      1. Ab R.C. Dabra

        Interessante materie. De ‘Levensboom’ en/of de ‘Boom van Kennis van Goed en Kwaad’ uit het bijbelse ‘Paradijs’ zouden daar dus eventueel ook op terug kunnen gaan?
        En zelfs de Irminsul zou er eventueel aan kunnen refereren. Tenslotte hebben de Germanen het in de Edda – mogelijk uit gewichtigdoenerij – ook al over hun afstamming van Troje e.d. De ‘Axis Mundi’ van de iets latere Saksen zou dus eventueel ook heel goed beïnvloed kunnen zijn door het beeld van de Oriëntaalse Levensboom.
        Thnx.

      2. Roger van Bever

        … ik kan hem met de beste wil niet ‘de Grote’ noemen….

        Om te beginnen dank voor uw werkelijk interessante informatie! Dit gezegd zijnde, vraag ik mij af of wij onze persoonlijke ethische waardering kunnen toepassen op figuren uit het verleden. Hoe ‘groot’ was Karel de Grote op die ethische meetlat, hoe ‘heilig’ was Saint Louis, hoe ‘goed’ was Jean II le Bon, hoe rechtvaardig was Louis XIII (Louis XIII le Juste). Vergeef me dat ik vooral voorbeelden aanhaal uit de Franse geschiedenis, behalve dan Karel de Grote, maar ik vermoed dat mijn standpunt duidelijk is.

        1. Frans

          Dat niet alleen, de hele hellenistische cultuur was er zonder Alexander nooit geweest. Die man heeft toch wel het een en ander in gang gezet…

          1. Dat lijkt me overdreven. De Griekse cultuur verspreidde zich al eerder en zou ook anders wel zijn verspreid. Wél zou verspreiding naar Baktrië onder een voorzichtiger vorst zoals zijn vader niet zijn gebeurd.

            Dat kan ik niet bewijzen. Ik vermoed het.

            1. Frans

              Ja, we begeven ons nu op het gladde ijs van de “wat als” geschiedenis. Ik hou het erop dat lui als Alexander en Karel Grote invloed hebben gehad.

        2. jacob krekel

          Karel de grote was de zoon van Pepijn de korte. Karel was groot, Pepijn klein, diepzinniger is het niet.

        3. Henriette Broekema

          Wat heeft die megalomane Alexander anders bereikt dan een gigantisch spoor van verwoestingen? We kunnen het allemaal lezen in het prachtige boek van Jona. Oude steden in Griekenland en het Nabije Midden-Oosten werden tot op de grond afgebrand, de bevolking uitgemoord of als slaven verkocht omdat er anders te veel mensen zouden zijn om ook nog eens die honderdduizenden volgelingen van Alexander te kunnen voeden. Schatkisten van eeuwenoude culturele centra werden buitgemaakt, waardoor nog meer oorlogsgeweld gefinancierd kon worden. En zo gaat de oorlogsmachine verder, tot aan India toe. Daarna was Alexander kennelijk van plan om ook nog eens de hele Foenicische wereld inclusief Carthago met de grond gelijk te maken. Zijn dood heeft dat godzijdank verhinderd. Maar het Midden-Oosten werd vervolgens het slagveld van zijn generaals die met elkaar tientallen jaren oorlog voerden om de erfenis. Alexander zou verantwoordelijk zijn voor de verspreiding van het Hellenisme in het Nabije Oosten. Maar het hele Hellenisme is vooral geïnspireerd op de oude Egyptische en Foenicische cultuur. Van de Foenicische geschriften is niets bewaard gebleven omdat ze op vergankelijk materiaal schreven, terwijl we weten dat er in de steden grote bibliotheken waren met tienduizenden rollen perkament. We hebben dus alleen met Griekse en Romeinse auteurs te maken, die met hun geschriften niets anders dan een rechtvaardiging zochten voor hun oorlogen tegen de Foeniciërs, die doorgaans als een stelletje barbaren en lafaards worden omschreven. Ik kan iedereen het monumentale werk aanraden van Corinne Bonnet, Les enfants de Cadmos: le paysage religieux de la Phénicie hellénistique , 2015. Het heeft me van mijn sokken geblazen.

            1. Henriette Broekema

              Bij mijn weten is het boek niet in het Nederlands vertaald en ik kan op internet ook geen Engelse titel vinden. Dat is heel jammer.

              1. Frans

                Ja. Ik heet wel zo, maar mijn kennis van de Franse taal schiet toch tekort om zo’n specialistisch boek te lezen. En verder, het is een cliché, maar geschiedenis wordt nou eenmaal geschreven door de overwinnaars.

              2. Roger van Bever

                Ik vond ook geen vertaling. Nu maakt dat voor mij niet uit, want ik ben tweetalig. Alleen op de site van Amazon.fr hadden ze nog twee exemplaren, alleen leveren die niet in naar Nl.
                Het is in 2014 verschenen in Parijs bij uitgeverij De Boccard en won in 2015 de prestigieuze Frans Cumont-prijs van de Académie Royale de Belgique met dit werk. Het is echter niet goedkoop (€ 79 excl. verzendkosten). Uit haar CV maak ik op dat zij zeer gezaghebbend is. Ik hoop het toch nog op de kop te kunnen tikken. In ieder geval bedankt voor de tip.

          1. FrankB

            “Wat heeft die megalomane Alexander anders bereikt dan een gigantisch spoor van verwoestingen?”
            Indiaas nationaal bewustzijn. De Indiërs zijn een paar jaar zoet geweest de Griekse indringers er weer uit te gooien en hebben daar een nationale held aan overgehouden. Ik ben zijn naam vergeten en heb even geen zin om hem op te zoeken.
            Ongeveer zoals Hitler de Europese eenwording heeft opgeleverd, zeg maar.

  4. FransL

    …toen een kunstenaar zag hoe een akanthos-plant …
    Wat ik denk gelezen te hebben (bij wie?) is dat de beroemdste kunstenaar van zijn tijd ….(sorry) bij een wandeling bij een boerderij een verroeste vuurkorf zag, doorgroeid met berenklauw en daar verrukt over was. Bij gelegenheid nog eens proberen terug te vinden.

  5. eduard

    De zuil met voluten waaruit de Ionische orde ontstond had in het Midden Oosten vaak ook twee paren voluten, soms zelfs meer. Zulke volutenkapitelen weren tot in de 19de eeuw van onze jaartelling nog in Kurdistan gemaakt, daarna zijn ze ook daar door de islamitische muqarna kapitelen verdrongen (muquarna’s zijn segmenten van een tromp, die in bijna de hele islamitische wereld gebruikt werden om gewelven en andere architectonische elementen te versieren).

  6. Henriette Broekema

    Ik heb het boek gewoon uit de universiteitsbibliotheek geleend. Daar wordt nauwelijks nog gebruik van gemaakt, bijna niemand leent er nog een boek.

    1. Het kan nog erger. Op mijn website livius.org geef ik expliciet aan dat studenten daar niets hebben te zoeken. Ze benaderen me desondanks toch. De oorzaak is dat hun docenten denken dat internet een bron is van oudheidkundige informatie.

      1. FrankB

        Shit, en ik maar denken dat jouw blogs en websites dat inderdaad zijn! Zoals je nieuwsbrief.
        Maar ik denk ook dat internet en boeken elkaar aanvullen. Het is alweer een tijdje geleden dat ik het over schaakboeken heb gehad. Geen enkele zichzelf respecterende schaker vertrouwt volledig op internet, maar velen gebruiken het als informatiebron.
        Misschien zijn schakers gewoon slimmer dan geschiedenisdocenten?

        1. Henk Smout

          Vroom bedrog: http://www.chessgames.com/perl/chessgame?gid=1758263.
          5… f5 is het in 1887 door Oskar Cordel uitgevonden ‘Sommernachtsgambit’.
          De zettenreeks tot en met 14.Dg7 was als weerlegging gegeven op blz. 186 en in noot 20 op blz. 187 van de zevende editie 1889/1891 van het door P.R. von Bilguer opgezette Duitse Handbuch, in de wandeling de ‘Bilguer’ genoemd, waarvan het hem niet vergund was om het verschijnen van de eerste editie in 1843 nog mee te maken.
          Het vervolg tot en met 18.Pxe4 is van Unzicker in de eerste editie uit 1974 van de ‘Encyclopaedia of Chess Openings C’ (ECO), blz. 171, noot 15.

    2. Roger van Bever

      @ Henriette Broekema.
      Ik hoop dat ik het bij een of andere universiteitsbibliotheek kan lenen. Of ergens in Frankrijk op de kop kan tikken. Hier in Ede is er een verschraling in de bibliotheek opgetreden die zijn weerga niet kent. Er is geen enkel Frans boek meer aanwezig, maar ook in Arnhem of Utrecht hebben ze zo’n boeken niet.

      Overigens levert uw reactie over Alexander de Macedoniër misschien bij velen onder ons voortschrijdend inzicht op. Daarom bedankte ik u voor uw informatie, die voor mij redelijk nieuw was, vooral de Fenicische en de Egyptische rol in het hellenisme Daarop reageerde ik met de vraag hoe betrouwbaar het ‘beeld’ van bepaalde heersers uit het verleden is. De bedoeling van mijn reactie was om reacties uit te lokken op de vraag of sommige ‘glorievolle’ figuren uit het verleden hun mooie epitheta ‘verdienen’ en hoe ze scoren op de ethische meetlat van nu. Persoonlijk vind ik dat eerst en vooral alle feiten moeten bekend worden en dat dan het beeld moeten worden bijgesteld. Ik zeg dat omdat ik momenteel een enorm werk aan het lezen ben van de hand van Jacques Le Goff, een paar jaar geleden overleden, over Lodewijk IX, beter bekend als Saint-Louis. Daar heb ik ook al een paar keer mijn voorhoofd gefronst. Zoals u weet is Saint-Louis een van de topsymbolen van Frankrijk en het zal niet gemakkelijk zijn om hem van deze Olympus te stoten.
      Hetzelfde geldt voor Jean le Bon (1350-1364), waarvan Le duc de Castries in Rois et Reines de France zegt: ‘C’était un homme absolument inconscient des réalités, cruel et vindicatif.’ en hij noemt zijn regeerperiode ‘un des plus déplorables règnes’.
      Maar ook de Nederlandse ‘helden’ moeten onder de loupe genomen worden

      1. Ab R.C. Dabra

        Ja, de ‘Marxistische Geschiedschrijving’ waarin alles wordt bekeken door de onderdrukkers-vs.-onderdrukten-bril…. Het enige waarover die marxistische geschiedschrijvers dan weer niet willen schrijven is hoe onderdrukkend marxistische systemen zélf wel niet zijn: ondertussen hebben ze meer dan 100 miljoen doden op hun conto en vele bevolkingen van marxistische staten die werkelijk helemaal niets meer te vertellen hebben over door wie ze bestuurd worden.

            1. Ab R.C. Dabra

              Ik denk dat er een meer genuanceerde geschiedschrijving moet zijn dan alleen maar te kijken naar onderdrukkers vs. onderdrukten. Je kunt van alles bedenken, bijvoorbeeld ‘innovatie’, ‘economie’, ‘democratisch gehalte’, ‘vrijheid’, enz. Dus feitelijk de gevestigde geschiedschrijving maar dan op een natuurlijke wijze doorontwikkeld…. 😉

              1. Roger van Bever

                Dat is wel zo, maar het beeld wat we in ons opnemen is heel vaak de versie geschreven door de onderdrukkers. Ik volgde een aantal jaren geleden een cursus bij de OU over Nederlands-Indië en de geschiedenis van de kolonisator Nederland. Toen vernam ik dat er hooguit een paar publicaties waren aan het eind van de negentiende eeuw (de preciese referenties heb ik niet bij de hand) waarin de verhouding tussen de gekoloniseerden en de kolonisatoren voor het eerst vanuit het standpunt van de gekoloniseerden werd gezien en het heeft nog tot de bevrijding van Indonesië geduurd voordat er een aantal historici opstonden die de capaciteiten hadden om door een Indonesische bril te kijken. Toen ik op de lagere en middelbare school zat werden wij geindoctrineerd met alle goede dingen die de Belgen in Kongo hadden verricht en dat werd door ons klakkeloos aanvaard. Later ben ik erdoor Adam de Hochschild’s boek achtergekomen hoe erg die mensen uitgebuit zijn en dat het beleid van deze koning aan minstens 6 miljoen mensen het leven heeft gekost, tot het door de staat België uit handen van deze koning werd genomen, weliswaar onder druk van de grote mogendheden, en het lot van de inlanders aanzienlijk verbeterden. Moeten we daarom de geschiedenis van de onderdrukten als leidmotief beschouwen. De Belgen hebben daar ooit ook veel goede dingen gedaan en die moeten ook vermeld worden. Ik ben het er dus mee eens dat de scheidslijn van de geschiedschrijving langs een lijn moet lopen maar langs vele scheidslijnen.

              2. Ab R.C. Dabra

                Helemaal mee eens. Maar als je alle sporen van ‘ongelijkheid’ in het landschap wil gaan uitwissen dan ben je nog wel even bezig.
                Net zoals hierboven ‘Alexander de Grote’ wordt genoemd: hij versloeg maar wel even de Perzen die al eeuwenlang de Grieken het leven zuur maakten. En hij was een kind van zijn tijd in dat hij misschien veel rationele kennis en innovatieve ideeën had waarmee hij ‘zijn kans’ greep. En in die oude wereld ging dat allemaal een beetje minder verfijnd.
                Je moet denk ik gewoon heel erg oppassen om onze moderne democratische, humanistische, rationele waarden als bril te gebruiken waarmee je de geschiedenis beschouwt.

      2. Henriette Broekema

        Ik ben het heel erg eens met het citaat van Ranke, dat Jona een tijdje terug citeerde:
        “Man hat der Historie das Amt, die Vergangenheit zu richten, die Mitwelt zum Nutzen zukünftiger Jahre zu belehren, beigemessen. So hoher Ämter unterwindet sich gegenwärtiger Versuch nicht: er will bloß zeigen, wie es eigentlich gewesen.”
        Maar dit is veel moeilijker dan het lijkt. Het verleden wordt vaak misbruikt om huidige politieke standpunten te propageren. Uiteindelijk zullen toch uitsluitend de feiten voor zichzelf moeten spreken, geplaatst in een historisch perspectief.

  7. Roger van Bever

    Correctie: laatste zin : Ik ben het er dus mee eens dat de scheidslijn van de geschiedschrijving NIET langs een lijn…..

Reacties zijn gesloten.