Naar Algerije

Ons eerste diner in Algerije (het derde gerecht van boven): köfte ofwel ballen des gehakts.

We arriveerden in Annaba, de eerste grote havenstad in Algerije als je aankomt uit Tunesië, eerder dan we hadden gepland. Dat betekent dat ik opnieuw tijd heb voor een blogje over wat ik zoal heb meegemaakt. Dat is niet zoveel hoor. Eerst had ik in Tunis een zakelijke afspraak en daarna kwam onze Algerijnse chauffeur ons ophalen om ons naar Annaba te rijden. Na het gebruikelijke trage rijden om een grote stad uit te geraken, bereikten we de autosnelweg, waarna we met een strakke 170 westwaarts reden, zodat ik me soms afvroeg wanneer we zouden opstijgen.

Na een vlakte volgde een wat heuvelachtig landschap dat me deed denken aan Sicilië. Op een minaret in een stadje dat Béja heette zag ik een ooievaarsnest. We staken de bergen over en bereikten de kust bij de havenstad Tabarka. Het was makkelijk te begrijpen waarom de Feniciërs deze regio hebben gekoloniseerd, want het landschap is volkomen vergelijkbaar met Libanon: beboste bergen die komen tot aan de zee.

De grensovergang verliep zonder problemen. Het enige vermeldenswaardige was dat de eerste Algerijnse douanier die ik zag me sterk deed denken aan de gendarme van Saint Tropez en dat een andere douanier het beroep dat ik had opgegeven, historien, niet herkende. Verder is er de taalkundige observatie dat je in het Algerijnse Frans een kleine levensmiddelenzaak kunt aanduiden als een superette, een verkleinwoord voor een vergrootwoord.

Door eindeloze bossen met prachtige herfstkleuren reden we verder. Soms stond er wat vee langs de weg. Een waarschuwingsbord attendeerde ons op overstekende everzwijnen. Kortom, het was een aangenaam tochtje en zonder veel problemen bereikten we Annaba.

Het is een havenstad met wat koloniale architectuur, die me een beetje deed denken aan het Libische Tripoli. Een Chinees bedrijf is momenteel de havenwerken aan het vernieuwen. We hebben een goed hotel in een zijstraat van de hoofdstraat, de Cours de la revolution, en ik verwacht dat we morgen bij het ontbijt wel de gebruikelijke zeelieden zullen ontmoeten. “Good morning Captain! The boat, how is she?”

Annaba is het antieke Hippo, de stad van Augustinus, over wie ik morgen blog.

Deel dit:

9 gedachtes over “Naar Algerije

  1. Daniel

    Als je toch in Annaba bent, kun je wel even op bezoek bij mijn schoonouders.
    Algerije is een parel met heel veel ruïnes en opgravingen.
    Ga je ook nog richting Oran?

  2. Frans

    Algerije. Potdorie. Een land waarbij ik echt alleen maar aan nare dingen kan denken. Koloniale oorlog in de Franse tijd, de FIS, overlastgevende asielzoekers in ons eigen land en verder gewoon één grote zandbak… Als het je lukt om dat negatieve beeld bij te stellen (en ik heb het idee dat dat best gaat lukken, want dat is natuurlijk een vooroordeel), dan verdien je een dikke pluim. Hoewel ik het er niet van zie komen dat ik het gauw op mijn eigen verlanglijstje van te bezoeken landen zal plaatsen. Hoe dan ook, ga zo door!

  3. Imen

    Als je toch in Algerije bent zou zeker een bezoek aan algiers doen fijne stad met goede mentaliteit mooie historische plekjes en goed eten

  4. Dirk

    Superette is een gangbaar woord in Vlaanderen. Je kan het zelfs nog gaan verkleinen tot een superetje / superetteke.

    Geniet van je reis!

Reacties zijn gesloten.