
Terwijl u dit leest, zal ik vermoedelijk aan het ontbijt zitten in Tunis, wachtend op de chauffeur die ons straks zal rijden naar Annaba, het antieke Hippo Regius. Als die naam u iets zegt, is het omdat het de stad is waar Augustinus bisschop is geweest. Het is vandaag dus afscheid van Karthago, hoewel ik er volgend jaar zal terugkeren, en ik neem de gelegenheid te baat een van mijn favoriete Latijnse regels te citeren.
Over de Romeinse auteur Velleius Paterculus wordt soms wat lacherig gedaan omdat hij zich in zijn Romeinse Geschiedenis nogal bewonderend uitliet over keizer Tiberius (r.14-37). Het beeld van die keizer heeft nogal geleden onder het portret dat Tacitus een eeuw later van hem zou schilderen (en dat in feite een commentaar is op de toen regerende Hadrianus). We kunnen echter voorbij Tacitus kijken en constateren dat Tiberius, hoewel hij zijn fouten heeft gehad, het zo gek niet heeft gedaan en dat Velleius’ inschatting zo slecht niet is. Sterker nog: Velleius is helemaal zo’n beroerd historicus niet. Hij heeft tenminste gereisd, weet wat het is om in het leger te dienen, heeft een brede culturele belangstelling en heeft bestuurswerk gedaan. Zeker destijds waren dat aanbevelingen en voor wie “grotemannengeschiedenis” wil schrijven is dat nog altijd het geval.
Maar ter zake.
Aan het begin van de eerste eeuw v.Chr. gebeurde het dat een generaal, Sulla, werd uitgezonden naar een oorlog in Griekenland. Hij lichtte een leger en ging op pad, maar toen ze waren aangekomen in Nola (bij Napels), bereikte hen het nieuws dat de Volksvergadering opnieuw was samengekomen en het commando had overgedragen aan Sulla’s politieke rivaal Marius. Sulla hield zijn manschappen voor hoe welvarend het oosten was en deelde vervolgens mee dat een ander leger naar Griekenland zou gaan; zij begrepen de hint en kwamen in opstand; Sulla marcheerde op Rome.
Sulla nam de stad, zijn rivalen vluchtten. Marius werd gevangen genomen maar omdat zijn beul weigerde de man te doden, wist deze opnieuw te ontsnappen en vluchtte naar Karthago. Daar woonde hij dan in een hut, te midden van de ruïnes van een stad die de Romeinen een halve eeuw eerder hadden verwoest. Velleius becommentarieert:
Cum Marius aspiciens Carthaginem, illa intuens Marium, alter alteri possent esse solacio. (Velleius Paterculus, Romeinse Geschiedenis 2.19.4)
Zo bezag Marius Karthago en Karthago Marius en konden ze elkaar tot troost zijn.
Ik weet niet precies waarom ik dit een mooie zin vind, maar er zit iets melancholieks in dat me aanspreekt. Het was overigens het laatste woord niet. Zoals Marius nog naar Rome zou terugkeren, zo zou ook Karthago worden herbouwd.
Wie de oorspronkelijke tekst niet raadpleegt en dus niet ziet (maar wel vermoedt) dat het om een bijzin gaat, begrijpt de vertaling niet.
Omdat ik niet beschik over de oorspronkelijke tekst en die dus niet kan raadplegen begrijp ik volgens u de vertaling nog steeds niet. Een toelichting uwerzijds zou dus prettig zijn.
De oorspronkelijke tekst vind je via de bijgeleverde link (Romeinse geschiedenis 2.19.4).
Helaas lees ik niet zo vloeiend Latijn als u lijkt te veronderstellen en zou een toelichting nog steeds prettig zijn.
Sluit ik me bij aan. Er zit wel een vertaalfunctie op m’n mobiel, maar dan krijg je wartaal.
OK, daar is-ie dan.
Om te beginnen zie je aan het voegwoord ‘cum’ en de coniunctivus ‘possent’ dat het om een bijzin gaat, terwijl de door Jona geleverde vertaling (van Vincent Hunink) een hoofdzin is. Daar viel ik over.
Dan nu de gehele Latijnse tekst plus een zo letterlijk mogelijke vertaling:
At ille adsecutus circa insulam Aenariam filium cursum in Africam direxit inopemque vitam in tugurio ruinarum Carthaginiensium toleravit, cum Marius aspiciens Carthaginem, illa intuens Marium, alter alteri possent esse solacio.
Maar nadat hij (Marius) in de buurt van het eiland Aenaria (Ischia) zijn zoon had bereikt, zette hij koers naar Africa en leidde hij een armetierig leven in een hut op de ruïnes van Karthago, terwijl Marius, kijkend naar Karthago, zij (Karthago), blikkend naar Marius, elkaar tot troost konden zijn.
Dat is een ouderwetse schoolvertaling, die echter wel de structuur van het Latijn volgt.
En ten slotte de vertaling van Vincent Hunink, die de zin in tweeën hakt en er goed Nederlands van maakt:
In de buurt van Ischia bereikte hij zijn zoon en vervolgens zette hij koers naar Africa, waar hij een armetierig leven leidde in een hutje op de ruïnes van Carthago. Zo bezag Marius Carthago en Carthago Marius en konden ze elkaar tot troost zijn.
Hopelijk zijn jullie nu tevreden.
Beste Erik,
Kun je het ook andersom en een latijnse versie geven van “Zoals Marius nog naar Rome zou terugkeren, zo zou ook Karthago worden herbouwd”?
Ik denk dat je je met dit verzoek beter zou kunnen wenden tot Vincent Hunink, de vertegenwoordiger in Nederland van Velleius Paterculus.
👍
Tacitus’ beschrijving van Tiberius een verkapte kritiek op het bewind van Hadrianus? Die is nieuw voor mij! We weten niet wanneer Tacitus stierf, maar zijn laatste werk (de Annales) moet volgens Furneaux rond 115/116 op zijn laatst zijn afgerond. Hadrianus werd princeps in 117. Dus ik ben benieuwd naar de onderbouwing.
Sorry, op het verkeerde draadje geplaatst!
Ik heb dit nu even niet paraat – ik ben niet waar mijn boeken zijn – maar bij mijn weten dateren de Annalen van enkele jaren na de machtsovername door Hadrianus. Ik herinner me 124 als schatting te hebben gezien.
“Het beeld van die keizer heeft nogal geleden onder …..”
Een twintig jaar oude, wat uitgebreidere toelichting vinden we in de conclusie van
http://www.roman-emperors.org/tiberius.htm
Al deze vakantieblogs doen mij denken aan Jaap van Zweden. Die brengt, naar verluidt, zijn vakanties het liefst door met het lezen van partituren.
Ga zo door!
😉
Wat een prachtkop. Vooral die open mond, dat zie je maar weinig bij beelden. Alsof hij op het punt staat om je bestraffend toe te spreken.
Hij is geweldig. De Sulla die erbij hoort is ook schitterend. Ze zijn in Munchen in de Glyptothek.
Kijkt hij daarom zo boos?
Inderdaad die mond, op deze manier zie dat niet vaak. Meestal zitten de lippen op elkaar. Technisch gezien is dat makkelijker.Voor bv. een opdracht. Zo nu en dan moet een mens eten.
Z’n ogen zijn erg groot, starend in de verte. Al met al fraaie sculptuur.
En ik moest denken aan: Marius wil niet in Joegoslavie wonen van Van ’t Reve.
Van de geleerde broer!
Deze zelfde Marius gaf in de vroege jaren ’60 een facultatief klasje Russisch voor beginners voor de Haarlemse middelbare scholen waar ik goede herinneringen aan heb.
“Marius werd gevangen genomen maar omdat zijn beul weigerde de man te doden, wist deze opnieuw te ontsnappen”
Misschien moet je voor hen die niet zo thuis zijn in deze periode even aangeven waar dat ‘opnieuw’ op slaat?