
Misverstand: Caracalla verleende het Romeins burgerrecht uit fiscale motieven
Naarmate het Romeinse Rijk langer bestond, gingen de verschillende volken zich steeds Romeinser gedragen – uiteraard met behoud van een zekere regionale identiteit. In 212 verleende keizer Caracalla aan alle vrijgeboren mannen in het imperium het Romeins burgerrecht. Officieel waren alle volken nu opgehouden te bestaan en waren er alleen nog Romeinen, voor wie een zekere rechtsgelijkheid gold. Nooit daarvoor had één rechtsstelsel gegolden voor zeventig miljoen mensen; nooit daarna heeft er één rechtsstelsel bestaan van de Tigris tot de Atlantische Oceaan.
Wanneer oudhistorici het hebben over Caracalla’s maatregel, voegen ze vaak toe dat hij deze nam om de schatkist te spekken, aangezien Romeinse burgers de 5%-successiebelasting betaalden waarmee de militaire pensioenkas werd gevuld. Het staat inderdaad te lezen bij de historicus Cassius Dio, die geen middel onbenut laat om een negatief portret van Caracalla te schetsen.
Toch is er geen reden Dio zomaar te geloven. Het is aannemelijker dat de rijken en de middengroepen het Romeins burgerrecht allang bezaten, en dat bij de armen die het in 212 verwierven, geen stuiver viel te halen. 5% van niets is niets. Waarom Caracalla de maatregel dan wel nam, is onbekend, al vermeldt een papyrus religieuze motieven, die correct kunnen zijn weergegeven en propaganda kunnen zijn. In elk geval was de keizer een bereisd man die heel wel gedacht kan hebben dat het onderscheid tussen Romeinse burgers en onderworpen volken achterhaald was. Zoals zo vaak weten oudheidkundigen niet waarom bepaalde belangrijke veranderingen zich voltrokken: niet omdat ze dom zijn, maar omdat er grenzen zijn aan wat we kunnen weten.
Nu u hier toch bent…
Door de coronacrisis ben ook ik aan huis gebonden. Terwijl ik graag wat had gedaan om mijn boek te promoten over de wedloop tussen papyrusvervalsers en wetenschappers, Bedrieglijk echt. Dat de oudheidkunde wordt gebruikt om de winst van zwarthandelaren op te drijven, vond (en vind) ik voldoende verontrustend om het wat meer onder de aandacht te hebben willen brengen. Dus bestel, lees en bespreek dat boek. Of bekijk dit filmpje. Ik ben trouwens ook beschikbaar voor betaald schrijfwerk.
[in een iets andere vorm verschenen in mijn boekje Spijkers op laag water (2009)]
Bereisd is niet helemaal hetzelfde als ontwikkeld- het is (of in ieder geval was, in pre-coronatijden) zeer wel mogelijk naar allerlei plekken te reizen, zonder daar ook maar iets van op te steken…
Mooi portret van Caracalla.
Ziet eruit als een boos kijkende Hercules. Misschien is dat, samen met schrijvers als Dio, wel de reden dat deze keizer zo’n slechte reputatie heeft? Wie weet, misschien was hij inderdaad wel meer idealist dan wordt aangenomen.
Eerder een grimmig kijkende officier. Caracalla baseerde zijn macht niet op de Senaat maar op het leger.
Die Hercules vergelijking maakte ik vanwege die blote bast. Verder heb je natuurlijk gelijk en dat verklaart ook waarom de Senaat een hekel aan hem had. En er is nog één ding dat ik me afvraag om erachter te komen of de slechte reputatie van de man terecht was of niet: hoe zat het nou met die slachtpartij in Alexandrië?
Hoeveel Romeinse keizers zijn er eigenlijk geweest die géén slachtpartij aanrichtten als ze dat nodig achtten? In die tijd – en nog vele eeuwen daarna – was moord, ook op grotere schaal, een geaccepteerd politiek instrument.
Dus ik denk niet dat dat nou zo’n geschikt criterium is. Tenzij u ongeveer alle keizers een slechte reputatie aan wilt wrijven. Daar heb ik geen bezwaar tegen, behalve dan dat het niet erg informatief is.
Die datum van 212 en beslissing blijken in de visie van historica Mary Beard in haar boek “SPQR” een belangrijker ijkpunt voor de moderne studie van Rome’s geschiedenis dan ooit beschreven door Edward Gibbon, of door anderen eerder gesitueerd in 337 (bekering van keizer Constantijn op z’n doodsbed) of 410 (de plundering van Rome door Alaric en zijn Visigothen).
Toen ik dat las, in een boek dat bij herhaling vooruitwijst naar gebeurtenissen uit de vierde eeuw, had ik het idee dat Beard eigenlijk wel had willen doorgaan tot een eindpunt in de zesde of zevende eeuw, maar ineens merkte dat ze haar woorden al had verbruikt en besloot te stoppen. Dat het christendom aan geschiedvervalsing deed, zoals ze aankondigt, blijft onuitgewerkt. Dat het “burgerrechtproject”, zoals ze het noemt, zo belangrijk was, is a;s een konijn dat ze uit de hoge hoed haalt.
Een wonderlijk boek.
‘Het is aannemelijker dat de rijken en de middengroepen het burgerrecht reeds lang bezaten’
Dart vind ik wel een stevige bewering… heb je bronnen?
We hebben die informatie niet. Heel simpel: we hebben sowieso te weinig data en we hebben nog minder gegevens om tot zinvolle bevolkingsstatistieken te komen.
Maar: de Lorenzcurve was extreem gebogen. 90% van de bevolking was boer. Er was een groep ambachtslieden en dergelijke. Slechts een zeer, zeer klein deel van de bevolking was rijk genoeg om bestuurstaken te dragen. Die kregen als vanzelf het burgerrecht. Dus ik vermoed dat we een redelijke gok doen als we aannemen dat, gegeven het grote aantal bestuursposten en het geringe aantal rijken, iedereen wel aan de beurt was geweest.
Hierover is een publicatie van A.R. Birley maar die heb ik niet bij de hand.
Dat is aannemelijk de smoel van iemand die zijn broer doodt in de armen van hun moeder. In Rome is de arcus argentariorum (boog van de geldwisselaars) niet de meest toeristische attractie, maar dat maakt het net leuker. De damnatio memoriae van Geta is er goed zichtbaar, als er niet zo’n stom hek rond stond.
Zo ongeveer als de gezichtsuitdrukking van een FC Antwerp fan die net te horen heeft gekregen dat zijn aanstaande schoonzoon supporter is van Beerschot?
Onterven lijkt me voldoende.
5% belasting? Ik herinner me nog dat ik 73 % moest betalen en ik deed het met liefde. Je mag wat overhebben voor de medemens. Hoewel er ook veel graaiers rondlopen, die denken dat ze het zelf allemaal verdiend hebben. Ach laat maar, het is een andere discussie.
Caracalla had geld nodig, en veel ook, om zijn oorlogen te bekostigen. Ik denk dat het niet zozeer ging om de successiebelasting: door deze maatregel kon íedere rijke burger (en dat zullen best wel veel niet-Romeinen zijn geweest) gedwongen worden om in het lokale stadsbestuur zitting te nemen — maar dan moest je wel Romeins burger zijn. Dat was nu geregeld. Waarom? Omdat stadsbesturen hoofdelijk aansprakelijk waren voor de opgelegde belastingen. Het was ooit een erefunctie, maar nu niet meer: het werd zelfs erfelijk en weigering was niet mogelijk. Later (vierde eeuw geloof ik) werd zo’n benoeming ook gebruikt als strafmaatregel tegen Joden. Het zal ongetwijfeld substantieel hebben bijgedragen aan de verarming van de maatschappij.
We hebben van dit edict maar één incompleet papyrusfragment over. Nadat de keizer zichzelf heeft gefeliciteerd vanwege het feit dat iedereen nu de Romeinse goden moet vereren gaat het stuk meteen over in de waarschuwing dat men als nieuw Romeins burger wel nauwgezet de belastingwetgeving dient te volgen. I rest my case…