De mierenleeuw

Mierenleeuw (© Wikimedia Commons | Gebruiker Gilles San Martin)

In een Arabische tekst kwam ik het woord layth, tegen, een vrij normaal woord voor ‘leeuw”. Maar dat paste niet in de context, het ging eerder om zoiets als een spin. In het Syrisch, dat stond erbij, heette het aryā dedēbābē, de ‘vliegenleeuw’. En inderdaad, dat moest het zijn. Wij kennen het echter als mierenleeuw.

Mierenleeuw

In de Oudheid bestonden er vrij wat samengestelde dieren. Van de meeste horen we niet meer, maar de mierenleeuw is nog niet uitgestorven. Hij leeft voort als netvleugelig, nachtactief insect: Myrmeleon formicarius, uit de familie der mierenleeuwachtigen (Myrmeleontidae).

Lees verder “De mierenleeuw”

Caesar aan het werk

Het oudste manucript van de Gallische Oorlog van Caesar ligt in het Allard Pierson-museum in Amsterdam.

Als ik u zeg dat het was in het voorjaar van het jaar waaraan Quintus Fufius Calenus en Publius Vatinius later als consuls hun naam zouden geven, dus zeg maar 47 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat dit een blogje is in de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

Het vaarseizoen

Ik heb geen idee, maar we mogen speculeren. Om te beginnen was het vaarseizoen begonnen. Voor de stad Rome was dat goed nieuws, want nu konden graanschepen naar Italië komen. Doorgaans kwamen die van Sicilië en uit Afrika, maar in die laatste provincie waren Caesars tegenstanders zich aan het verzamelen. Het lijdt geen twijfel dat die het graan liever behielden voor de legers die ze daar opbouwden. In Italië dreigde hongersnood. Caesar zal graanschepen vanuit Egypte hebben willen sturen, maar zolang zijn tegenstanders beschikten over een goede vloot, was dat riskant.

Lees verder “Caesar aan het werk”

Polybios (5): De verloren tekst

Toen Polybios de Alpen overstak, keek hij naar sporen van Hannibals oversteek.

[Slot van een korte reeks over Polybios van Megalopolis. Het eerste deel was hier.]

Na het einde van zijn internering reisde Polybios veel. Hij bezocht de Karthaagse steden in de Maghreb en Marokko en waagde zich zelfs op de Oceaan. Hij bezocht Alexandrië en Sardes. In 133 v.Chr. was hij aanwezig bij het beleg van Numantia in Iberië. Bij een andere gelegenheid trok hij over de Alpen, waarbij hij keek of hij kon zien hoe Hannibal deze bergen was overgestoken. Dat wil overigens niet zeggen dat zijn verslag van die Alpentocht een eigen, op autopsie gebaseerde schepping is. Hij vat een oudere bron samen die ook door zijn Romeinse collega-geschiedschrijver Titus Livius wordt samengevat.

Polybios’ Alpentocht is echter opmerkelijk. Een van zijn grootste verdiensten is dat hij de landen die hij beschrijft ook werkelijk heeft gezien. (Dat spreekt nog altijd niet vanzelf.) Hij wist bovendien, net als bijvoorbeeld Xenofon, wat het was om een legeronderdeel te commanderen. Zijn uitleg over de superioriteit van een legioen ten opzichte van de falanx, die ik hier citeerde, is voorbeeldig. Ook streefde hij ernaar de mensen te interviewen die bij de gebeurtenissen betrokken waren geweest. Hij memoires en andere publicaties en consulteerde archieven. Net als zijn tijdgenoot, de auteur van 2 Makkabeeën, citeert Polybios uit verdragen, waarbij hij onhandige stijlbreuken accepteert. Stijl was minder belangrijk dan waarheid.

Lees verder “Polybios (5): De verloren tekst”

Polybios (4): Romes succes

Polybios benadrukt de rol van Tyche (Vaticaanse Musea, Rome)

[Vierde deel in een korte reeks over Polybios van Megalopolis. Het eerste deel was hier.]

Het was gemakkelijk te begrijpen waarom naties floreerden: de belangrijkste (maar niet de enige) verklarende factor was hun staatsbestel. Althans, zo zag Polybios het. Hij legt het uit in zijn fascinerende zesde boek, dat het verhaal over de Tweede Punische Oorlog onderbreekt. Na de Romeinse nederlagen bij het Trasimeense Meer en Cannae en na het verdrag tussen Hannibal en Macedonië, had Rome’s fortuin zijn dieptepunt bereikt, maar de republiek zou zich hernemen en de oorlog uiteindelijk winnen. In het zesde boek legt Polybios uit waardoor de Romeinen zich konden herstellen van een reeks rampen die het bestaan van elke andere natie zou hebben beëindigd. Vandaar dat Polybios een beroemde beschrijving van het Romeinse leger biedt en een al even beroemde beschrijving van het functioneren van de republiek.

Het was destijds niet ongewoon om drie soorten staatsbestel te onderscheiden, alsmede hun drie gedegenereerde tegenhangers:

  • monarchie en despotisme,
  • aristocratie en oligarchie,
  • democratie en ochlocratie (heerschappij door de massa).

Lees verder “Polybios (4): Romes succes”

Polybios (3): Het menselijk bestaan

De zogenaamde Cato uit Otricoli (Torlonia-collectie, Rome)

[Derde deel in een korte reeks over Polybios van Megalopolis. Het eerste deel was hier.]

In 151 v.Chr. losten de Karthagers de laatste termijn af van de herstelbetaling die zij na de Tweede Punische Oorlog (218-201) aan Rome verschuldigd waren. Vrijwel onmiddellijk verklaarde Rome opnieuw de oorlog. Dat had weinig te maken met angst voor Karthaags herstel, al is er een populair misverstand dat Cato de Oudere zijn medesenatoren ten oorlog had geceterocenseood. De feitelijke reden was dat de macht van koning Massinissa van Numidië te groot werd. Rome kon zich niet permitteren dat hij ook Karthago in handen kreeg.

Dus staken de legionairs in 149 v.Chr. de Middellandse Zee over en sloegen het beleg op voor Karthago. De Derde Punische Oorlog was begonnen. Het bleek een moeilijke operatie die eindeloos aansleepte, tot Scipio Aemilianus, die tijdens een van de Keltiberische oorlogen een reputatie had opgebouwd als eerlijk en bekwaam bevelhebber, het commando kreeg. Polybios bevond zich in het gezelschap van zijn vriend en was getuige van de bestorming van de stad. De plundering zou een halve maand duren. Dit deel van Polybios’ Wereldgeschiedenis is verloren maar een fragment is nog te vinden bij Appianus van Alexandrië.

Lees verder “Polybios (3): Het menselijk bestaan”

Polybios (2): Biografie

Over dit portret van Polybios valt meer te zeggen (Museo nazionale della civiltà romana, Rome)

[Tweede deel in een korte reeks over Polybios van Megalopolis. Het eerste deel was hier.]

Polybios van Megalopolis – Megalopolis lag midden op de Griekse Peloponnesos – is geboren rond 200 v.Chr. en was getuige van de tweede helft van de door hem beschreven gebeurtenissen. Sterker nog, hij was een van de acteurs, hoewel een kleine, en hij moest voor die rol een prijs betalen. Hij verloor zijn vrijheid en verbleef lange tijd onvrijwillig in het buitenland. Eigenlijk een lot dat maar – althans voor een Griekse grootgrondbezitter – weinig minder erg was dan de dood.

Zoals ik al eens eerder schreef, waren in de hellenistische tijd veel Griekse stadstaten geclusterd in bondsstaten. Een daarvan was de Achaiische Bond onder leiding van de capabele generaal Filopoimen van Megalopolis (253-183), aan wie Polybios een biografie heeft gewijd. De Achaiiers profiteerden van het machtsvacuüm dat Rome had geschapen toen het, na de Macedoniërs te hebben verslagen, uit Griekenland had teruggetrokken. Nu de Griekse steden vrij en autonoom waren, kon de regio alleen maar onstabiel worden. De Achaiische Bond profiteerde daarvan, doorgaans rustig, zonder al te gevaarlijke vijanden te maken. Meestal volgde men Rome, waar steun was voor de Bond.

Lees verder “Polybios (2): Biografie”

Polybios (1): Greep naar de wereldmacht

De havens van Karthago

Voor Polybios van Megalopolis begon en eindigde het allemaal met Karthago. De door de Romeinen verwoeste stad staat zowel aan het begin als het einde van zijn Wereldgeschiedenis. Het eerste boek wijdde hij aan de Eerste Punische Oorlog (264-241 v.Chr.), volgens hem “de langste, intensiefste en grootste oorlog uit de geschiedenis”. De laatste boeken gaan over de Derde Punische Oorlog en de verwoesting van de grote aloude stad in 146 v.Chr. Symmetrie, zeker, maar Polybios presenteert de twee oorlogen totaal verschillend.

Hij vertelt het verhaal van de eerste oorlog rechttoe rechtaan. Het is ononderbroken, alsof de gebeurtenissen zich voltrokken zonder wisselwerking met gebeurtenissen elders. Polybios’ verslag van de Derde Punische Oorlog wordt daarentegen onderbroken door beschrijvingen van gelijktijdige conflicten in Iberië, Macedonië en Griekenland. Polybios zelf schrijft:

Lees verder “Polybios (1): Greep naar de wereldmacht”

Hanno de Zeevaarder (3): Ontdekkingsreis

Hanno de Zeevaarder ontmoette mensen van de Nok-beschaving. Die maakten terracottabeeldjes zoals deze. Ze zijn te zien in Kurá Hulanda, Willemstad.

Had het eerste deel van de onderneming van Hanno de Zeevaarder bestaan uit stadstichtingen en het tweede deel uit een tocht naar de goudrivier Senegal, het derde deel was een echte ontdekkingsreis. Opnieuw in de vertaling Floris Overduin en Vincent Hunink, met commentaar gebaseerd op Lacroix’ Africa in Antiquity (1998).

De Golf van Guinea

Hanno voer eerst langs westelijk Afrika, boog naar het zuidoosten en bereikte de noordkust van de Golf van Guinea. Het is waar nu landen als Ivoorkust, Ghana en Nigeria liggen. De mensen spraken (en spreken) hier Atlantische Congo-talen.

Lees verder “Hanno de Zeevaarder (3): Ontdekkingsreis”

Hanno de Zeevaarder (2): Handelsmissie

De door Hanno de Zeevaarder genoemde Troglodyten woonden vermoedelijk in abri’s als deze

In het voorgaande stukje legde ik uit dat Hanno de Zeevaarder, een koning van Karthago, enkele steden stichtte in het westen van Marokko. Zijn verslag is over, al is het volgens vertalers Floris Overduin en Vincent Hunink “vanuit literair oogpunt geen hoogstandje”. Interessant is het wel!

Het eerste deel van zijn expeditie, de kolonisering van westelijk Afrika, is goed gedocumenteerd. Het tweede deel is wat lastiger, maar het genoemde onderzoek van W.F.G. Lacroix komt hier te pas.

We zitten meteen met een crux, namelijk de locatie van de rivier de Lixos. We kennen een stad met die naam in het noorden van Marokko en Jerôme Carcopino opperde dat Hanno terug zou zijn gevaren. De verkenningsmissie zou dus later zijn begonnen nadat Hanno eerst langs zijn eerdere steden was gevaren. Een alternatief is dat we te maken hebben met een stroom ten zuiden van Agadir, waar in historische tijden het Berberkoninkrijk Ilegh lag. Dit lag ten zuiden van de in het vorige stukje genoemde zes nieuwe steden.

Lees verder “Hanno de Zeevaarder (2): Handelsmissie”

Hanno de Zeevaarder (1): Kolonisatie

We weten niet hoe de schepen van Hanno de Zeevaarder eruit zagen. Dit Karthaagse scheepsmodel  is niet heel informatief. (Archeologisch museum, Sousse)

Een van de “vragen rond de jaarwisseling” die u me voorlegde betrof ontdekkingsreizen en ik bedacht toen dat ik nog nooit had geblogd over Hanno de Zeevaarder. En dat is maf, want (a) Karthago heeft mijn belangstelling, (b) er is een leuke vertaling door Floris Overduin en Vincent Hunink (gepubliceerd in Hermeneus 87/1 [2015]) en (c) er is fascinerend Nederlands onderzoek over de topografie gedaan.

Dat fascinerende onderzoek is W.F.G. Lacroix, Africa in Antiquity. A Linguistic and Toponymic Analysis of Ptolemy’s Map of Africa (1998). De auteur toont dat Ptolemaios’ kennis van Afrika groter is dan veelal wordt aangenomen. Daardoor heeft hij redelijk wat van de door Hanno genoemde plaatsen kunnen identificeren. En passant heeft hij ook een opvallend vroege datering geopperd.

Lees verder “Hanno de Zeevaarder (1): Kolonisatie”