
Toen Wim Kan – voor jonge lezers: een Nederlandse cabaretier uit de jaren zeventig – eens in Apeldoorn moest optreden, liep hij daar burgemeester Dijckmeester tegen het lijf. Dat zal wel niet helemaal toevallig zijn geweest, want niets was destijds erger voor een Nederlandse gezagsdrager dan niet het doelwit te zijn van een grap van Wim Kan. Een verstandig politicus regisseerde zo’n ontmoeting dus, al zullen we dat uit de aard der zaak nooit zeker weten.
Hoe dat ook zij, de twee mannen raakten aan de praat en Kan, die in een van zijn liedjes de stad bezong waar hij optrad, informeerde voor dat liedje aan welke rivier Apeldoorn eigenlijk lag. De cabaretier zal iets hebben gezegd als “Arnhem ligt aan de Rijn, Zwolle ligt aan de IJssel, maar Apeldoorn, waaraan ligt Apeldoorn? Er is niemand die het weet.” Dijckmeester schijnt te hebben geantwoord “Aan mij ligt het niet.”
Het is niet helemaal waar dat de stad nergens aan ligt. Apeldoorn ligt aan de Grift. Dat woord lijkt op “graven” en dat is geen toeval, want het is een kanaaltje. De Veluwe heeft behoorlijk wat reliëf, het kan in de dalen behoorlijk drassig zijn en daarvandaan loopt het water door talloze beekjes af naar de IJssel, de Rijn, de Eem en de voormalige Zuiderzee. In de Volle Middeleeuwen, toen de Lage Landen een periode meemaakten van bevolkingsgroei en land werd ontgonnen, hebben monniken afwateringskanaaltjes gegraven om landbouwgrond te winnen. Dit zijn de zogenaamde “sprengen”, waarvan er nog heel veel zijn (overzicht).
Deze waterlopen zijn niet los te zien van de watermolens die in dezelfde tijd werden gebouwd. Aanvankelijk dienden die om koren te malen maar later zou de papierindustrie er gebruik van maken. Die heeft in Apeldoorn bestaan tot 1996, toen een brand de laatste fabriek in de as legde. Andere sprengen voedden de fonteinen van paleis Het Loo, die, zo zal iedere Apeldoorner u vertellen, hoger spoten en schoner water hadden dan de fonteinen van Versailles.
De Grift is een van deze waterlopen. Het kanaaltje begon ergens bij Ugchelen, ontwaterde het gebied dat nu Westenenk heet, boog ten zuiden en oosten om het dorp, stroomde daarvandaan noordwaarts, nam allerlei beken en weteringen in zich op en mondde even ten zuiden van Zwolle uit in de IJssel. Het was een flinke waterloop die diverse watermolens voedde en die ook bevaarbaar was. In de negentiende eeuw werd die laatste functie overgenomen door het Apeldoorns Kanaal en werd de Grift onderdeel van het rioleringsstelsel van een snel groeiend Apeldoorn.
Zoals wel meer steden – Amsterdam en Utrecht schieten me te binnen – probeert ook Apeldoorn stromend water terug te krijgen in het centrum. De Grift, die allang geen dienst meer doet als riool, is op verschillende plekken terug in het stadsbeeld en dat geeft, zoals bedoeld, de straten iets levendigs. Het straatje hierboven oogt misschien niet heel fantasierijk maar uit mijn jeugd herinner ik dat hier een nog veel fantasielozere bushalte was. Het Apeldoorn van nu is onmiskenbaar leuker dan dat van de jaren zeventig.
Levend water … uitstekend tegen hittestress in steenwoestijn stad.
Enschede, op de zuidwestelijke flanken van een stuwwal had vele beken die uiteindelijk afwaterden in de IJssel. Toen kwam de waterslurpende textielindustrie en de stad breidde razendsnel uit. De bekende brouwerij in het Oosten des Lands lustte ook wel een slokje grondwater.
De textielindustrie ging ten onder, naast de brouwerij ontplofte er iets. Daarna werd de aloude Roombeek aan de vergetelheid ontrukt. Het grondwater echter steeg en steeg. De kelders liepen onder en bij verhevigde zomerregens ook de binnenstad. Tegelijkertijd verdroogden de omringende zandgronden en het zuid-oostelijk gelegen veengebied meer en meer.
Retentiebekkens, nieuwe stadsbeken en reusachtige rioolbuizen moeten de zich veranderende neerslag in goede banen leiden. Men timmert aan de beek, zogezegd :-]
@marcel hof: jaren 50 en 60 stroomde Hengelo over op diverse plekken in de zomer bij enorme regenbuien. Sinds De TH gebouwd is met kleine meertjes (nou ja) komen overstromingen in Hengelo niet meer voor. Let wel, ik weet niet hoe het nu is.Er zijn ook in Hengelo verschillende beken, vroeger kon je ze nog zien, voor zover mij bekend zijn de meeste ondertunneld geworden.
Rondom en binnen Twente liggen een aantal stuwwallen en keileembulten uit de voorlaatste ‘grote’ ijstijd, het Saalien, waarvan de Sallandse Heuvelrug de meest bekende is. De Tankenberg in Losser, NO van Oldenzaal is met 81,8 m. +NAP het hoogste punt; het laagste punt is Almelo op 13,5 m. +NAP. Almelo is dus het afvoerputje van Twente waar al het water naar toe stroomt.
Hengelo ligt op 26,8 m. +NAP. In het ‘bekken van Hengelo’, naast de stuwwal van Enschede, komen de Driener-, de Els- en de Berflobeek samen. Op dit punt ontstond in 1811 officieel het dorp Hengelo, alhoewel er al een paar duizend jaar bewoning was. Dankzij die beken kon Hengelo zich ontwikkelen tot industriestad. Op een paar plaatsen in de stad zijn de beken overkluisd. Er is de afgelopen jaren veel gedaan om die stadsbeken te vergroenen zodat ze een goede waterberging vormen en recreatieve meerwaarde hebben.
Tankenberg in Losser? Oldenzaal bedoel je neem ik aan.
Nee, Jan. Om precies te zijn ligt de Tankenberg op landgoed Egheria in het dorp De Lutte, gemeente Losser.
https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Landgoed_Egheria
Okee, maar vroeger was dat vlgs. mij Oldenzaal, ik ben al heel niet meer in Twenthe geweest, ik ben er geboren en vanaf m’n 10e heb ik alle hoeken en gaten van het landsdeel gezien (per fiets) en ik heb er fijne herinneringen aan, dat wel. Maar waar ik nu woon heb je duinen, parken en je kan overal wandelen, ik blijf hier gewoon wonen! prima streek! Maar dank voor je mededeling!
‘(..) hebben monniken afwateringskanaaltjes gegraven om landbouwgrond te winnen. Dit zijn de zogenaamde “sprengen” (…)
De monikken hebben inderdaad de woeste gronden ontgonnen, ondermeer door de afwatering van de lage broeklanden te verbeteren door het graven van kanalen. Dat heeft echter niks met de sprengen te maken.
In de voorlaatste ijstijd, het Saalien (238 – 126 kA geleden) lieten opeenvolgende gletsjers dikke leempakketten achter – de gletsjerzool of grondmorene – , die in verschillende stadia opnieuw werden opgestuwd tot stuwwallen zoals de Utrechte Heuvelrug en de Veluwe. Daardoor is in de hooggelegen ondergrond een soort ‘spekkoek’ ontstaan van verschillende leemlagen. Die lagen zijn niet waterdoorlatend, waardoor er een grondwaterspiegel blijft staan. Op sommige plekken kan zo’n waterhoudende laag worden aangevraven. In zo’n sprengkop welt het grondwater op. Handig voor de bevloeiing van akkertjes, maar door kunstmatige sprengbeken te graven kon het water worden gebruikt voor het aandrijven van watermolens en wasserijen, of zoals je terecht opmerkt fontijnen te laten spuiten op de landgoederen van de vooraanstaanden en de gegoede burgerij. Met de intrede van de mechanisatie raakten veel sprengbeken in onbruik, maar gelukkig zijn ze er nog verschillende behouden gebleven. Helaas staan er door de aanhoudende droogte ook veel beken droog.
Wel is het zo dat op sommige plaatsen de druk van het grondwater zo hoog is, dat in het laag gelegen voor- en achterland ‘kwel’ ontstaat. Dit is bijvoorbeeld het geval in de Betuwe waar het grondwater van de Utrechtse Heuvelrug onder de Lek doorstroomt, wat weer heel prettig is voor de fruitteelt.
Ik meende al zoiets, het Sprengendal ligt ook al in Twente. Ik had geen tijd het na te zoeken. Bedankt, Heer Duijf.
Waarschijnlijk bedoelt u het Springendal, heer Hof.
Het is waarlijk een van de mooiste plekjes in Nederland die ik ken!
https://www.staatsbosbeheer.nl/routes/twente/boswachterspad-twente-springendal
Over de fysische geografie is nog wat onduidelijkheid, maar ook vanuit het oosten stuuwde het landijs in het Saalien de ondergrond op. Die lijn is te volgen tot de stuwwal van Nijmegen, waar deze door de latere Rijndoorbraak in de Gelderse Poort wordt onderbroken.
https://landschaplopen.com/2018/08/31/stuwwal-twente/
In Noord-Twenthe liggen ook de grafheuvels, als het goed zijn de voorwerpen uit heuvels nog te zien in het Rijksmuseum in Enschede.
‘Zoals wel meer steden – Amsterdam en Utrecht schieten me te binnen – probeert ook Apeldoorn stromend water terug te krijgen in het centrum.’
Wat zou je zeggen van Zaanstad? In het project ‘Inverdan’ in Zaandam is de Gedempte Gracht ‘ontdempt’. Naast hotel Inntel is een heuse waterval gecreëerd die de nieuwe ‘gracht’ van water voorziet. Die ‘Efteling aan de Zaan’ komt uit de koker van architect Sjoerd Soeters, ook verantwoordelijk voor de Rotterdamse ‘Koopgoot’.
https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Inverdan
Da’s waar ook!
En het is een hele vooruitgang, ondanks alle kritiek die ook mogelijk is (ik denk aan de verruïnering van de Zienagoog). De Gedempte Gracht was begin jaren 1980 een verschrikkelijk tochtgat, grauw, bruin en grijs. Was je er doorheen dan kon je je leven riskeren door de Provinciale Weg over te steken om verkleumend op het ongezelligste station ter wereld op je trein te gaan wachten.
Ik ben het helemaal met je eens, Frank. Een pseudo Zaans poppenhuis is ver te prefereren boven die vreselijke grauwe grijsheid uit de jaren zestig en zeventig. Het hele project is nog jong en in volle gang; ook aan de westkant van het spoor wordt uitgebreid.
Het huidige station heeft overigens nog even de eer van ‘mooiste van Nederland’ gehad, gezien de bijzondere kapconstructie.
Wat men in de loop der jaren allemaal met de oude synagoge heeft uitgespookt, is onbegrijpelijk. Zelfs sloop is overwogen. Het kunstuitleencentrum Zienagoog was nog de beste optie.
Yup.
https://www.deorkaan.nl/synagoge-in-oude-glorie-hersteld/
Bij mijn weten ligt Zwolle niet aan de IJssel, maar aan het Zwarte Water.
Inderdaad, de Willemsvaart verbond in mijn tijd de Zwolse gracht met de IJssel, en tegenwoordig het Zwolle-IJsselkanaal. Het Zwarte Water heeft een noordelijker route, rechtstreeks naar het IJsselmeer.
In mijn jeugd was de Grift een vies stinkend riool vol afvalwater van de wasserijen (en van de Talensfabriek?) . Ik kan me nog goed de kruising herinneren op de Hoofdstraat, naast C&A. Toen leek het een goed plan de Grift te overkluizen, immers, als je het vuil niet ziet is het er niet.
We woonden zelf vlak bij een spreng aan de Oud-Beekbergerweg. Geweldig speelterrein, zo’n spreng.
Ik heb het idee dat Talens weinig of geen afvalwater heeft, Ze maken verf en daar heb je olie en water voor nodig.Talens is overigens in Japanse handen, de japanners laten voor zover mij bekend de mensen van Talens met rust.
Ik neem aan dat Talens tegenwoordig moet voldoen aan strenge milieuvoorschriften. Dat zal ooit wel anders zijn geweest. Arseen en loodwit zijn bijvoorbeeld beruchte verstoffen. In de Zaanstreek hebben verschillende verfmolens gestaan, waarvan De Kat op de Zaans Schans nog de enige is. Op de plaatsen waarcdie molens ooit stonden raakte de grond ernstig vervuild en dat geldt natuurlijk ook voor het grond- en oppervlaktewater. Niet zelden moet voor bouwprojecten eerst de grond worden gesaneerd.
Een beetje verstandig mens gebruikt al in geen jaren arseen of loodwit. Vroeger gingen schilders er aan dood. Er zijn prima vervangers in de handel. De Kat maakt uitstekende grondstoffen, ze zijn wel erg duur. Ik gebruik ze om nu en dan zelf verf te maken, in mijn geval acryl.
“….papierindustrie er gebruik van maken. Die heeft in Apeldoorn bestaan tot 1996, toen een brand de laatste fabriek in de as legde…”
Maar in Ugchelen maakt Van Houtum en Palm, nu onder de naam VHP security papier, nog steeds papier voor bankbiljetten, net zoals in mijn jeugd, toen wij zeiden: Van Houtum en Palm het neusje van de zalm, Van Gelder en zonen, hard werken lage lonen. Zo te zien wordt de fabriek nog gevoed door dezelfde sprengen als waar ik 70 jaar geleden wel eens in ben gevallen. Want inderdaad, zoals Wim Bessels zegt: geweldig speelterrein zo’n stromende spreng. Deden jullie ook wie een voorwerp het snelste van punt A naar B kon krijgen?
Van Gelder en Zonen zetelt tegenwoordig als Crown van Gelder in Velsen-Noord. Alwaar geen sprengen: ik heb het laatste restje van de Velsen-Noordse Ladderbeek enige jaren geleden zien verdwijnen toen er zo nodig weer een achtertuin betegeld moest worden. In Beverwijk daarentegen zijn er nog volop rellen, zoals de afwaterings-loopjes hier heten.
Hoe het tegenwoordig met de lonen bij de papierfabriek zit zit weet ik niet, maar in de jaren tachtig hebben ze een smerige streek uitgehaald door met een faillissement ook de pensioenpot mee te pakken. Het pensioenfonds stond niet apart, zoals bij Hoogovens/Corus/Tata.Van Gelder heeft een flink aantal werknemers dus behoorlijk genaaid en kwam er nog mee weg ook. Er was dus nog niets veranderd, als ik uw mail zo lees.
‘Een beetje verstandig mens gebruikt al in geen jaren arseen of loodwit.’
Sterker nog, het geelgroene pigment arseen (‘Zweeds groen’) was rond 1900 al in de meeste landen verboden vanwege de hoge toxiteit. De verkoop van loodwit in tubes is in de EU verboden (al sinds 1964).
Verfmolen De Kat maakt natuurlijke pigmenten. Die kleurstoffen werden bijvoorbeeld ook gebruikt bij het Rembrandt Project. Molenaar Piet Kempenaar kan er prachtig over vertellen. Het kost wat, maar dan heb je ook wat.