Spiegelbeeld en Judaskus

Schoongemaakte Etruskische spiegel (Museum voor Schone Kunsten, Boedapest)

Het boek The Return of Martin Guerre (1983) van Natalie Zemon Davis, bevat het wondermooie verhaal van een zekere Martin Guerre. Een samenvatting van het waargebeurde dubbelgangersverhaal vindt u hier; er is ook een musical, die ik ooit in Londen zag en me minder kon bekoren dan het boek. Er zijn verfilmingen, waaronder een film die het verhaal van de zestiende eeuw verplaatst naar de tijd na de Amerikaanse Burgeroorlog.

Ik verraad niet veel als ik u vertel dat Guerre op een dag verdwijnt en later weer terugkeert, maar dat dit feitelijk een dubbelganger is, Arnaud du Tilh. Deze blijkt vrij veel van de echte Guerre te weten – voldoende om diens echtgenote er althans voor enige tijd van te overtuigen dat hij haar verdwenen echtgenoot is – en dat kan alleen als hij de echte Guerre heeft ontmoet. Als ik me goed herinner, speculeert Davis erover hoe dat is gegaan en merkt ze op dat omstaanders de twee hebben geattendeerd op hun gelijkenis. In de zestiende eeuw wisten mensen namelijk niet hoe ze er uit zagen. Een spiegel was een luxe-object, vervaardigd van gepolijst metaal en alleen in gebruik bij de elite.

Het is misschien aardig dit te vergelijken met het beroemdste dubbelgangerverhaal uit de Oudheid: de valse Smerdis, de Perzische hoveling die zich uitgaf voor de broer van koning Kambyses en hem enige tijd kon opvolgen. Dat is natuurlijk een raar verhaal, maar helemaal onmogelijk is het niet. Het was immers ook een tijd zonder fotografie of goed-gelijkende olieverfschilderijen. De mensen hadden toen geen beeldcultuur zoals wij en hadden meer moeite een gezicht voor de geest te halen. Een oppervlakkige gelijkenis kon dus iemand in staat stellen voor een ander door te gaan. Ik denk hier ook aan de drie keer dat een “valse Nero” opdook in het oosten.

In het verlengde daarvan nog een observatie. Als mensen niet wisten hoe ze er zelf uit zagen en als ze moeite hadden een ander voor de geest te halen, hadden ze ook moeite om signalementen op te stellen. De tempelwachters die Jezus kwamen arresteren, hadden meer nodig dan een beschrijving van Jezus’ uiterlijk, want anders konden ze hem niet vinden te midden van de duizenden pelgrims die op de Olijfberg overnachtten. Dat Judas zijn meester identificeerde met een kus is misschien wat vreemd, maar dát Jezus geïdentificeerd moest worden, was in een samenleving als de antieke onontkoombaar.

Deel dit:

16 gedachtes over “Spiegelbeeld en Judaskus

  1. Ben Spaans

    Mensen konden toch weleens hun spiegelbeeld in water zien? Of is dat te romantisch gedacht?

    Voor zijn bedrog moest Arnaud du Thil wel heel zwaar boeten, aan de galg. Het was de 16e eeuw, maar toch…fysiek had hij niemand kwaad gedaan, geseling en dan een brandmerk of zo had toch ook gekund…?

    1. Dirk

      Hij heeft jaren bij de vrouw van de echte Martin geslapen. Dat zou je kunnen benoemen als iemand fysiek kwaad doen. Vraag maar aan Igraine, de moeder van Arthur.

  2. jacob krekel

    Dat je niet precies weet hoe je er zelf uit ziet is toch geen enkel beletsel om te weten hoe een heleboel anderen er uit zagen?? En die van elkaar te onderscheiden. Dat kunnen mensen al honderdduizenden jaren. Ook koeien kunnen andere koeien moeiteloos van elkaar onderscheiden.

    1. Jona heeft het niet alleen over zelfbeeld en maar ook over schilderijen en fotografie. Ze konden echt wel een portret maken, en herkenden elkaar op straat, maar de beeldcultuur was een andere. Keizerportretten en mummieportretten zijn bijvoorbeeld niet alleen bedoeld om te lijken.

  3. Huibert Schijf

    Jona Lendering merkt op dat in de middeleeuwen mensen zichzelf niet herkenden omdat er nauwelijks spiegels waren. Dat zou kunnen, hoewel ik me afvraag of er geen andere spiegelende voorwerpen waren. Uit de antropologische verhalentrommel is bekend dat toen antropologen een geïsoleerde stam fotografeerden de stamgenoten wel elkaar herkenden maar niet zichzelf. Dus vooruit. Het verhaal over dat zichzelf niet herkennen heeft eigenlijk niets te maken met zijn openingsparagrafen over Martin Guerre. Ik heb ooit het boek van Natalie Zemon Davis gelezen, de Franse film uit 1982 gezien en ook de Amerikaanse versie met Jodie Foster. Daar gaat het nooit om zichzelf herkennen, maar om identiteit (en verlangen). Bertrande en Martin waren als minderjarigen getrouwd, Martin vervulde nauwelijks zijn echtelijke plichten, zoals dat heet, en vertrekt. Jaren later komt Gerard Depardieu naar het dorp, het toenmalige symbool van Franse viriliteit. Misschien dat zijn verhalen Bertrande overtuigde, maar in bed zal ze toch gemerkt hebben dat dit een andere man was. Prettiger en aardiger. Ze laat het zo. Het loopt jaren later niet goed af, helaas.

    1. jacob krekel

      ” Uit de antropologische verhalentrommel is bekend dat toen antropologen een geïsoleerde stam fotografeerden de stamgenoten wel elkaar herkenden maar niet zichzelf.”
      D.H.Lawrence schrijft dat Arabieren zijn foto’s van mensen niet als zodanig herkenden. Het schijnt toch een bepaalde stap te zijn de je een driedimensionaal voorwerp in een tweedimensionaal beeld herkent. Datr wordt ook geillustreerd door de volgende anecdote over Picasso. En man vroeg eens waarom hij zo raar schilderde en niet netjes de werkelijkheid afbeeeldde. Picasso vroeg of de man een foto van zijn vrouw had. Had-ie. Picasso: “En, lijkt ze op die foto?” Man: “Ja, dit is ze helemaal!”. Picasso: “is ze echt zo plat??”

      Maar dat mensen afbeeldingen niet herkennen wil niet zeggen dat ze het levend evenbeeld niet zouden herkennen, zoals de pseudo Smerdes, of de valse Dimitri. Dat verhaal over de Judaskus heb ik altijd vrij onwaarschjnlijk gevonden. Na de triomfantelijke intocht in Jerusalem en de tempelreiniging wisten de tempelwachters echt wel hoe Jezus er uit zag.

      1. Huibert Schijf

        @Jacob Krekel. Mooie aanvulling met het verhaal van D.H. Lawrence (of bedoelt u eigenlijk T.E. Lawrence?). Net als u denk ik dat dorpsbewoners elkaar wel degelijk aan hun gezicht herkenden in de middeleeuwen. Zou er dan nooit iemand zijn geweest die zich afvroeg hoe hij of zij er zelf uitzag? Als ik JoneLandering goed begrepen heb kon dat niet omdat spiegels zeldzaam waren. Mij lijkt dat wel een erg simplistische, materiële verklaring. En nu ik het toch over spiegels heb, wat is er eigenlijk afgebeeld op die Etruskische Spiegel bovenaan het blog. Een engel met een geslacht? Dat is nieuw voor mij.

        1. Geen engel, want Etruskisch. Eros ligt voor de hand als afbeelding op boudoir-attribuut.

          Dat engelen geslachtloos zouden zijn is slechts één interpretatie. Ongetwijfeld bestaan er afbeeldingen die daar niet mee overeenstemmen.

    1. Ben Spaans

      En nogmaals, zelfs leden van zo’n geïsoleerde stam uit de antropologische verhalentrommel moeten toch weleens weerspiegelingen in water gezien kunnen hebben? (Tegenargument – het geïsoleerde gebied was zo droog dat water schaars en kostbaar was, dus voldoende wateroppervlak voor een weerspiegeling was een luxe die de stam niet kende – we moeten gewoon wat voor geïsoleerde stam het was.)

      1. Frans

        Af en toe ruim ik mijn boekenkast op, maar ik had ooit een fotoboek van Leni Riefenstahl over de volkeren in Zuid-Soedan. Eén opmerking is me bijgebleven: voordat ze de beschikking hadden over spiegels beschilderden ze elkaar. Zuid-Soedan is inderdaad behoorlijk droog.

    1. Huibert Schijf

      Vermoedelijk op Nieuw-Guinea, maar ik heb niet voor niets aangegeven dat het uit de verhalentrommel komt. Wel meen ik me te herinner dat de antropologen eerst foto’s van zichzelf lieten zien. Ongeoefende kijkers kunnen moeilijk een twee-dimensioneel beeld in een drie-dimensioneel beeld omzetten. Kleine kinderen moeten het ook leren. En onze neven de chimpansees kunnen het ook niet spontaan, als ze het al volledig onder de knie krijgen. Katten kunnen het helemaal niet.

  4. thegreenfield

    Nog een observatie.Misschien leken mensen vroeger meer op elkaar middels doen en laten , kleding , en wilden-mochten zij zich niet uniek gedragen en conformeerden zij zich naar de groep.Al helemaal het geval als zij nog in stam-familieverband leefden.Zomaar een mijmering.

  5. Luc

    Zeker in de middeleeuwen vertrouwden mensen veel minder dan vandaag op hun ogen. ‘Ik heb het zelf gezien’ was een minder krachtig argument dan bv. de autoriteit van de bijbel. Veel foute natuurobservaties uit het verleden (Aristoteles bv.) bleef men als waarheid aannemen hoewel je kon ‘zien’ dat ze fout waren. Ik las daar ooit heel wat interessants over bij J.H. van den Berg, en ook in ‘Het einde van de standaardtaal’ van Joop van der Horst.

Reacties zijn gesloten.