Ik houd van geschiedenisboeken die zich niet beperken tot geschreven en archeologische bronnen, maar vanuit een scala aan wetenschappelijke disciplines een breed beeld schetsen van historische ontwikkelingen, een volk of een gebied. Het gebeurt nog steeds veel te weinig. In “1491” laat Charles C. Mann zien wat de waarde is van die brede benadering. Hij benut inzichten uit archeologie, geschreven kronieken en inscripties, genetica, antropologie, geologie, biologie en meer.
De subtitel is De ontdekking van pre-Columbiaans Amerika en die slaat niet, zoals menigeen zal denken, op de ontdekking van Amerika door Columbus en zijn Europese tijdgenoten, maar op de recente ontdekkingen van archeologen, historici, biologen en anderen. Amerika was geen dunbevolkt continent met rondzwervende stammen van jagers-verzamelaars, zoals geschiedenisboekjes in de regel nog steeds schetsen. Het had in 1491 tussen de 40 en 60 miljoen inwoners, kende hoogontwikkelde landbouw, grote steden en een ontwikkelde wetenschap. Niet overal natuurlijk, maar meer dan genoeg om ons beeld van het pre-Columbiaans Amerika stevig bij te stellen.
En dat is precies van Mann met zijn boek beoogt. Het boek bestaat uit drie delen.
In het eerste deel laat Mann zien dat het aantal inwoners van zowel Noord-, Midden als Zuid-Amerika veel hoger was dan eerder aangenomen en veel en diverse samenlevingen kende. Hij schetst de ontstellende demografische ramp die de komst van de Europeanen en hun besmettelijke ziektes met zich meebracht. Een berekening laat zien dat de bevolking van Midden-Amerika afnam van 25 miljoen in 1500 tot minder dan een miljoen in 1650. Mann geeft de stand van zaken in de wetenschappelijke discussie en ook voorbeelden en kronieken, zoals het verhaal over de ontvolking van Massachusetts rond 1600. Het is niet alleen een enorm verlies van mensenlevens, maar ook een enorm verlies aan culturele diversiteit. Het belangrijkste inzicht is niet, zo schrijft Mann, dat er zoveel mensen stierven, maar dat er zoveel leefden. Wie waren zij en wat deden zij?
In het tweede deel gaat het boek hier verder op in. De rode lijn is de discussie onder wetenschappers over de vraag wanneer de mens naar Amerika kwam. Dat is volgens de meest recente inzichten niet 12.000 jaar geleden maar veel eerder, zo’n 20.000 jaar geleden of mogelijk nog eerder. Het boek gaat ook in op de ontstaansgeschiedenis van verschillende volken en van de landbouwtechnieken die zij ontwikkelden. Zo blijkt het kweken van maïsrassen een stuk ingewikkelder dan het telen van graan.
In het derde deel betoogt Mann dat de pre-Columbianen in aanzienlijke mate hun natuurlijke omgeving hebben vormgegeven, in veel grotere mate dan je op het eerste gezicht zou denken. Hij beschrijft bijvoorbeeld de irrigatielandbouw van de Beni in het Amazonegebied, de heuvelbouwers in het gebied van de Missisippi (Cahokia aan de Missisippi was een “stad” met 15.000 inwoners) en het parkachtige boslandschap in het oosten van de VS dat door brandlandbouw is ontstaan. Zo zetten de indianen het ecosysteem naar hun hand en lokten ze bijvoorbeeld bisons naar de oostkust van de VS.
1491 is vlot geschreven, maar zeker geen romantisch boek van een overenthousiaste journalist. Mann bouwt op wetenschappelijke publicaties en veel interviews met wetenschappers. Hij beschrijft de ontwikkeling van de wetenschappelijke inzichten, laat duidelijk de discussies en de controversen zien en de conclusies waarover consensus is ontstaan. Het boek leert ook dat verschil in opvattingen tussen eerbiedwaardige wetenschappers kan leiden tot levenslange vijandschappen. 1491 biedt niet alleen de resultaten, maar ook de weg van de wetenschap ernaartoe. Mann maakt daarbij, zoals gezegd, in zijn boek gebruik van inzichten uit een breed scala wetenschappelijke disciplines. Wetenschapsjournalistiek zoals het bedoeld is.
1491 is een lezenswaardig boek dat veel nieuwe en ook verrassende inzichten geeft in de geschiedenis van het Amerikaanse continent. Wat te denken van het feit dat volken in Mexico al voor ons jaar 0 het wiel kenden maar niet gebruikten, of dat ze dat getal 0 al kenden lang voordat wij Europeanen het overnamen van de Arabieren?
Kortom: aan te bevelen, ook al leidt het lezen van 1491 soms tot een droef gevoel over alles wat verloren is gegaan.
- Charles C. Mann, 1491: The Americas before Columbus (€17,99)
- Charles C. Mann, 1491: De ontdekking van precolumbiaans Amerika (€12,00)
[Op mijn uitnodiging aan de vaste lezers van deze blog om geliefde boeken te delen, ging Otto Cox opnieuw in. Hartelijk dank Otto!
Mocht nog iemand zin hebben om mee te doen – stuur maar in. De lockdown duurt nog wel even, er is geen bal op TV maar wel een avondklok, en u verrijkt uw mede-blog-lezers door ze op mooie boeken te attenderen.]
Fantastisch boek! Lees ook het vervolg: 1493: hoe de wereld zich ontwikkelde na de ontdekking van Amerika.
Geheel met Pieter eens. Het boek 1493 vind ik het interessantst wegens alle ecologische veranderingen over de continenten die het beschrijft. De opzet ook breder.
Wat me zo verbaasde in 1493 was de alinea die erop neer kwam dat de kleine ijstijd misschien wel veroorzaakt werdt door de herbebossing van noord-oost Amerika na de massale sterfte van de oorspronkelijke bevolking.
Ik dacht dat die Kleine IJstijd al in de 14e eeuw begon?
Inderdaad. Nou heb je wel een kleine ijstijd binnen de kleine ijstijd, blijkbaar.
Een boek met een paar pijnlijke eyeopeners en enorm interessant! Samen met deel twee gelezen bekijk je je bord goulash met andere ogen…
Ik heb het (eerste) boek met veel plezier gelezen.
Het jaar 0 (oeh!)
En erger nog, ik deed het expres…
Ik begrijp het gevoel van droefheid wel. Maar in feite is er geen reden om dat gevoel niet te hebben bij een beschrijving van de niet meer bestaande diversiteit van culturen in de periode van bv. de eerste eeuw voor Christus of de elfde eeuw na Christus in Europa. Terwijl dat gevoel dan niet ontstaat. In de precolumbiaanse beschavingen kwamen ook veel gruwelijkheden voor, zoals bloedige oorlogen, slavernij en mensenoffers.