
Ongetwijfeld woedt er discussie over de vraag of we de geschiedenis van de Amerika’s vóór de komst van Columbus nog moeten aanduiden als “precolumbiaans”. Zoals alle historische periodiseringen verheldert én verdoezelt ook dit etiket. Ja, de komst van mensen van overzee was een schok, een breuk. Nee, er waren continuïteiten.
Schok en continuïteit
De klap van de Spaanse aanwezigheid was in elk geval onvoorstelbaar. De conquistadores kwamen met schepen, paarden, kanonnen, christendom, gouddorst en het pokkenvirus. De mensen in Midden-Amerika, die leefden in wat wij het Chalcolithicum zouden noemen, konden zich geen voorstelling maken van wat hun te wachten stond. Vermoedelijk begrepen ze het evenmin nadat Hernán Cortés, samen met de Tlaxcalteca’s en de Texcoca’s, de hoofdstad Tenochtitlan had verwoest. De ervaren schok schiep ruimte voor de snelle verspreiding van het christendom en de Spaanse taal.

Er bleven ook dingen hetzelfde. De Azteekse Drievoudige Alliantie mag dan in 1521 gewelddadig ten onder zijn gegaan, in Mexico leven nog altijd een kleine twee miljoen Azteken. Het Nahuatl is een levende taal, waarin men informatie over het verleden mondeling doorgeeft. We bezitten zo’n tachtig Azteekse boeken, uitgegeven door de Leidse onderzoeker Maarten Jansen. Daarvan zijn er vijftien precolumbiaans, terwijl ook de jongere boeken informatie bevatten over de precolumbiaanse periode. Over de Maya’s, waarvan er in Guatamala en Yucatán nog acht miljoen leven, is iets soortgelijks te zeggen. Een voor hen belangrijk boek, Popol Vuh, bevat verhalen over de vroegste periode. Kortom: er zijn bronnen van informatie. Zie ook het boek van Charles Mann, 1491.

Leven en dood
Zo weten we dat de bewoners van de Amerika’s meenden dat nieuw leven alleen uit de dood kon ontstaan. Ooit hadden de goden zichzelf geofferd om de mensen te laten ontstaan. Dat schiep voor de huidige mensheid zekere verplichtingen jegens de goden. Alleen mensen- en bloedoffers garandeerden dat planten, dieren en mensen zouden leven. Bij de mensenoffers koos men bij voorkeur krijgsgevangenen.

De wijze waarop men stierf bepaalde in welke wereld men zou voortleefde. Alleen sjamanen konden alvast een kijkje nemen aan gene zijde. Mits ze in trance waren. Dan meenden ze in dieren te veranderen en te kunnen spreken met de goden en de voorouders. De precolumbiaanse kunstenaars maakten talloze afbeeldingen van half-mens, half-dierlijke figuren en van amfibieën: dieren van twee werelden, zoals slangen, alligators, kikkers.

Precolumbiaanse kunst
Het Museum aan de Stroom in Antwerpen – voor Hollanders: op een boogscheut van de plek waar J.C.J. van Spijk zichzelf opblies – toont de collectie precolumbiaanse kunst van mw. Dora Janssen-Arts, de echtgenote van de farmacoloog Paul Janssen. Een minpunt is dat alle voorwerpen unprovenanced zijn, zodat we alleen de stukken zelf hebben en niets kunnen zeggen over de plek waar ze vandaan komen. Voor welke overledenen deze of gene grafgiften bedoeld waren, zullen we dus nooit meer weten.

Het is desondanks een fenomenaal mooie verzameling precolumbiaanse kunst, die wat duister maar mooi is opgesteld. De bezoeker voor wie de precolumbiaanse culturen vreemd zijn (zoals deze blogger), zal in elkaar geval een prettig ontregelende esthetische ervaring ondergaan. Het deed wat denken aan de fenomenale Azteken-expositie die in 2021/2022 was te zien in het Volkenkundig Museum in Leiden, met dit verschil dat die tentoonstelling zich beperkte tot één beschaving, terwijl Antwerpen ongeveer vier millennia van Alaska tot Chili documenteert.

Aanbevolen dus. En neem op weg naar Antwerpen de correspondentie van Cortéz mee. Niet de sympathiekste man uit de Spaanse of Mexicaanse geschiedenis, maar de vijf brieven zijn fascinerende lectuur.
En die sjamanen zijn er ook nog steeds. Hoe dan ook, hier moet ik een keer naartoe, bedankt voor de tip.
In Antwerpen is onlangs ook het Museum voor Schone Kunsten heropend. De oude meesters hangen op de bovenverdieping. Persoonlijk houd ik niet zo van Rubens, maar er blijft genoeg te genieten over.
De wat meer recente kunst, op de onderverdieping, hebben we beperkt gehouden tot Ensor omdat de kans niet denkbeeldig was dat we verderop zouden stuiten op iets van Marc Chagall. Dan zou het goede gevoel dat we hadden, natuurlijk meteen zijn weggenomen.
Zouden we toch bijna geen MB meer gehad hebben. Verstandig dat je geen museale risico’s hebt genomen.
Slechts weinigen weten hoe groot de gevaren zijn die bloggers lopen in hun queeste naar waarheid, gerechtigheid en Europese beschaving.
Een rijke en spectaculaire collectie, kan ik getuigen. Die wat donkere opstelling vind ik ook jammer, maar die was, geloof ik, een tijdje in de mode omdat de esthetiek voorop stond. Ik ben het weleens ergens anders tegengekomen. De collectie is erg groot. In het Etnografische Museum in Dahlem, Berlijn, was ook grote een collectie, maar kleiner dan in Antwerpen, te bewonderen. De opstelling daar was klassiek en wetenschappelijker. In de vijfentwintig jaar dat ik de zalen bezocht is er nooit iets aan de opstelling veranderd. Tegenwoordig te zien in het Humboldt Forum.
Genoeg te doen dus in Antwerpen, ik ben er jaren niet meer geweest. En Peru en Mexico is ook alweer een tijd geleden, maar de liefde voor het oude Amerika is gebleven. En nu we het toch over dat onderwerp hebben, is het misschien aardig om dit nieuws te delen:
https://wibnet.nl/mens/mayakalender-eindelijk-is-de-code-gekraakt
Wat je ook van de Maya’s mag denken (mensenoffers etc.), ze observeerden met scherpe blik en waren minstens zo intelligent als wij.
Er is maar één werk van Chagall in het KMSKA. En een beeld van Gargallo dat heet “hulde aan Marc Chagall”. Dat had de MB waarschijnlijk nog meer ontregeld dan de collectie Janssen.
Wat een geluk dat we geen risico genomen hebben en na Ensor zijn teruggekeerd naar de ingang. Pff.
Tsjongejonge tachtig boeken mensen, waarvan maar liefst 15 misschien wel van voor de Verovering…honderdduizenden minstens, ook van andere culturen als de Maya’s zijn door de Spanjaarden vernietigd.
De cultus van mensenoffers had in het ‘Azteekse’ rijk een dermate bizarre omvang gekregen dat Cortéz precies op tijd kwam. Dat dan weer wel…🥺 Moet ook maar eens gezegd…