Geen provenance, geen wetenschap

Voorwerp zonder provenance: Iberische dolk (©Museo Ibérico, Jaén)

Die provenance van archeologische vondsten, hoeveel maakt die nou echt uit? Archeologen beweren weliswaar voortdurend dat de gedocumenteerde herkomst verschrikkelijk belangrijk is, maar classici en bijbelwetenschappers geven illegaal verworven papyri gewoon uit. Als je collega’s zich al niks aantrekken van je waarschuwing, is die provenance dan wel echt belangrijk?

Ja. Natuurlijk. Neem bovenstaande dolk. Het ijzeren steekwapen zou zijn gevonden in het Iberische grafveld La Carada te Espelúy in de Spaanse provincie Jaén. En dat is raar, want daar hoort deze dolk helemaal niet te zijn. Hij lijkt namelijk het meest op de dolken die de Vaccaeërs vervaardigden, een IJzertijd-volk aan de bovenloop van de Duero, in het laatste derde van de derde eeuw v.Chr. Archeologen kennen er meer dan honderd.

Hannibal

Er valt eigenlijk maar één verklaring te verzinnen voor de aanwezigheid van deze dolk, zo ver van de plek waar die is vervaardigd: hij is door iemand meegenomen. Iemand die kijk had op goede wapens. Wellicht een soldaat. Wellicht iemand uit het leger waarmee de pas aangetreden Karthaagse generaal Hannibal Barka in 221/220 v.Chr. vanuit Cartagena tegen de Vaccaeërs oprukte. Een van Hannibals manschappen heeft de dolk dan mee terug genomen en is er later mee begraven.

Dat zou een ontoetsbare maar alleszins goed denkbare hypothese kunnen zijn. Een intrigerende hypothese bovendien, waarmee we archeologisch aanvullen wat we uit de geschreven bronnen weten: dat de Karthagers vanuit Zuidoost-Iberië expedities leidden naar de vallei van de Duero.

Wellicht. Zou denkbaar kunnen zijn. Het probleem is dat we helemaal niet weten of de dolk komt het La Carada-grafveld bij Espelúy.

Marsal Monzón

Dat is namelijk alleen maar wat staat op een briefje dat de Guardia Civil bij deze dolk vond toen ze die in beslag namen bij illegale verzamelaar Ricardo Marsal Monzón. En wat geldt voor papyri, geldt ook voor een dolk: een slecht-gedocumenteerde provenance is niet meer dan een verhaaltje. Op de illegale markt zijn die verhaaltjes bovendien regelmatig bewijsbaar onwaar. Zo worden voorwerpen die in Nederland worden gevonden, vaak aangeboden alsof ze uit België komen en vice versa. Je gaat als illegale opgraver de autoriteiten natuurlijk niet wijzer maken dan ze al zijn.

We moeten dus minimaal overwegen dat de dolk gewoon uit de vallei van de Duero komt en aan Marsal Monzón is verkocht. Zonder goed gedocumenteerde provenance is het allemaal mogelijk.

We weten gewoon niets

Ik maakte de vergelijking met illegaal verworven papyri. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er een verschil is met een dolk. Unprovenanced papyri kunnen vervalsingen zijn. Het maken van een geloofwaardige imitatie is simpel. Bij een voorwerp van ijzer is vervalsing veel lastiger. Niemand betwijfelt dan ook de echtheid van de Spaanse dolk.

Misschien is er zelfs een kleine geruststelling. De verzameling van Marsal Monzón bestond uit niet minder dan 108.670 voorwerpen, die in de loop van tientallen jaren zijn geroofd in – voor zover valt na te gaan – vooral zuidelijk Spanje. Dat komt ruwweg overeen met het briefje en dat is dus een geruststelling. Er zitten echter ook stukken bij uit noordelijker regio’s, met een onechte provenance. We weten kortom helemaal niks.

Wat ik maar zeggen wil: geen provenance, geen wetenschap.

***

Fernando Quesada Sanz, “Un puñal de origen vacceo y probable hallazgo andaluz en el Museo Ibérico de Jaén”, in: Antiquitas 34 (2022) 93-100.

[De oudheidkundige wetenschappen zijn in de eerste plaats wetenschappen. Een overzicht van vergelijkbare stukjes is daar.]

Deel dit:

4 gedachtes over “Geen provenance, geen wetenschap

  1. FrankB

    “Dat zou een ontoetsbare maar alleszins goed denkbare hypothese kunnen zijn.”
    Even een paar spijkers op laag water oppakken: de hypothese is in praktische zin ontoetsbaar. Het is theoretisch wel mogelijk dat er nog eens empirische data opduiken waarmee we die kunnen toetsen. Op zulke momenten dienen we Willem van Ockham met zijn Mes er bij te roepen. Men is dus uitgenodigd een eenvoudiger hypothese op te stellen (dwz. met minder aannames). In dit geval zou de andere hypothese (liegende illegale opgraver) inderdaad eenvoudiger zijn.

  2. Christo Thanos

    Ik ben het met je eens, maar soms zijn de zaken niet zo zwart-wit.

    In Nederland wordt een grote inventarisatie gedaan naar metaalvondsten van amateurs (veelal detectorvondsten). De nauwkeurigheid van de vondstlocatie varieert van x/y/z waarde met 3 cijfers achter de komma tot de aanduiding van een toponiem of veldje (beschreven “ op de achterkant van het sigarendoosje waard de vondsten in zitten”).

    Ik heb heel veel waardering voor de amateurarcheoloog. Maar naar je voorbeeld: hoe zit het hier met de provenance? Geloven op je blauwe ogen? Of wanneer een museum een oude collectie van een (inmiddels overleden ) amateur opkoopt (met vele sigarendoosjes)?

    Wellicht moet je een schaal van betrouwbaarheid toepassen: van legale gecontroleerde en gepubliceerde opgraving naar geregistreerde amateurarcheoloog/vereniging naar volstrekt ongecontroleerde en onbetrouwbare herkomst.

Reacties zijn gesloten.