Geen provenance, geen wetenschap

Voorwerp zonder provenance: Iberische dolk (©Museo Ibérico, Jaén)

Die provenance van archeologische vondsten, hoeveel maakt die nou echt uit? Archeologen beweren weliswaar voortdurend dat de gedocumenteerde herkomst verschrikkelijk belangrijk is, maar classici en bijbelwetenschappers geven illegaal verworven papyri gewoon uit. Als je collega’s zich al niks aantrekken van je waarschuwing, is die provenance dan wel echt belangrijk?

Ja. Natuurlijk. Neem bovenstaande dolk. Het ijzeren steekwapen zou zijn gevonden in het Iberische grafveld La Carada te Espelúy in de Spaanse provincie Jaén. En dat is raar, want daar hoort deze dolk helemaal niet te zijn. Hij lijkt namelijk het meest op de dolken die de Vaccaeërs vervaardigden, een IJzertijd-volk aan de bovenloop van de Duero, in het laatste derde van de derde eeuw v.Chr. Archeologen kennen er meer dan honderd.

Lees verder “Geen provenance, geen wetenschap”

Wanneer een unprovenanced document wél kan worden uitgegeven

Een papyrus zinder provenance: een voorraadlijst, geschreven voor satraap Bessos (de latere koning Artaxerxes V) (foto Khalili-verzameling)

Een antieke tekst die zomaar opduikt in de oudheden handel is een document zonder gedocumenteerde provenance. Dat wil zeggen dat onbekend is waar zo’n snipper papyrus of zo’n perkamentfragment vandaan komt. Dan kan het een vervalsing zijn, zoals de Artemidorospapyrus of het Evangelie van de Vrouw van Jezus, om twee recente voorbeelden te noemen.

Papyri vonder gedocumenteerde provenance, die via eBay of Facebook of de andere kanalen van de zwarte markt te koop zijn, zijn niet per se vals. Ze zijn gewoon niks. Het zijn data waar een wetenschapper niets mee kan beginnen, vergelijkbaar met het resultaat van een laboratoriumproef waarvan opstelling, werkwijze en materialen niet zijn genoteerd. De wetenschapper die zich ermee bezighoudt verspilt energie, tijd, intellect en gemeenschapsmiddelen. Een wetenschappelijke publicatie van een unprovenanced papyrus heeft uitsluitend nut voor de eigenaar, die bij verkoop een hogere prijs kan vragen.

Lees verder “Wanneer een unprovenanced document wél kan worden uitgegeven”

Archeologie in Libanon

Beit ed-Din: het funky mozaïek en een jonge cederboom

Gisteren ben ik naar Beit-ed-Din en Sidon geweest. Het eerste is het paleis van Bashir II, die in de vroege negentiende eeuw een eigen staatje stichtte, vrij succesvol was, maar uiteindelijk op het verkeerde paard wedde en door de Ottomaanse heersers werd afgezet. In de voormalige stallen en in de tuinen liggen momenteel prachtige laatantieke mozaïeken, zoals het funky mozaïek waarover ik al eens blogde. De kunstige voorwerpen zijn gevonden tijdens de Burgeroorlogen en de leider van de druzen, Walid Jumblatt, heeft ze voor grote bedragen gekocht van de vinders en in die stallen laten leggen. (Hij is ook de man die ingreep toen de Libanese ceders dreigden uit te sterven en een nieuw woud liet planten.)

Hoe netjes het ook is wat Jumblatt deed, er ligt hier wel een probleem: waar komen die mozaïeken nu vandaan? Het punt is dit keer niet dat unprovenanced voorwerpen vervalsingen kunnen zijn. Dit zijn geen papyri. De kwestie is dat je wil weten uit welk gebouw ze komen. Een afbeelding van een pauw in een kerk representeert de wederopstanding, een pauw in een tempel is een aanwijzing voor de cultus van Hera. Een ander prachtig mozaïek kan, afhankelijk van de vindplaats, zowel Johannes de Doper als Dionysos voorstellen. We mogen blij zijn met wat we wél hebben, maar het niet registreren van een provenance is toch wel behoorlijk onpraktisch. We hadden meer kunnen weten.

Lees verder “Archeologie in Libanon”

Het Oera Linda Boek

De eerste pagina van het Oera Linda Boek (Tresoar, Leeuwarden)

Ik zat bij Tresoar, waar ik momenteel werk, te praten met een juriste toen iemand de kamer in kwam lopen en iets uit de kast haalde. Door de opengeschoven kastdeur zag ik het daar ineens staan: het Oera Linda Boek. Sinds ik als puber in Kijk een artikel daarover las, wil ik daar meer over weten. Hier was mijn kans!

Ons verhaal begint in 1867, toen een onderwijzer uit Harlingen, Jan Frederik Jansen, de Friese archivaris Eelco Verwijs attendeerde op de familiestukken van Cornelis over de Linden, een timmerman uit Den Helder. Verwijs reisde de Zuiderzee over om Over de Linden te spreken en was enthousiast, want deze tekst beschreef de alleroudste geschiedenis van de Friezen. De Grieken hadden een Ilias, de Indiërs een Mahabharata, de Ieren de gedichten van Ossian en de Duitsers een Nibelungenlied – en de Friezen hadden nu het Oera Linda Boek. Je zou verwachten dat Verwijs door roeien en ruiten zou gaan om het uit te geven, maar hij deed niets en droeg het over aan Johan Winkler (een later beroemd geworden dialectoloog). Die vond het maar verdacht en zijn oordeel is verrassend actueel: een oudheidkundige vondst zonder geldige provenance kan een vervalsing zijn en verdient geen aandacht. Hierbij had het kunnen blijven. Helaas bleef het er niet bij. Er zou nog een dode vallen door het Oera Linda Boek.

Lees verder “Het Oera Linda Boek”