Ungeschehene Geschichte

De bestudering van de Oudheid is in de eerste plaats gewoon leuk. Ze kan ook zinvol zijn, bijvoorbeeld omdat je bedacht raakt op unknown unknowns. Dat maakt je geen beter mens, maar je ontwikkelt een zekere scepsis over je kennis en je anticipeert wat meer op onverwachte feiten en inzichten.

Een van de problemen van de oudheidkunde is dat er nogal wat unknown knowns zijn. Neem de Indische of Britse historica Nandini Das, die onlangs een pleidooi hield voor de bestudering van gebeurtenissen die nooit hebben plaatsgevonden. Het ligt niet aan haar dat de krant dat introduceert als een “big idea”: dat is slechts het format van een reeks. Maar het is wel wat curieus te lezen dat ze een lans breekt voor zulke speculaties. Immers, elke eerstejaars kan je vertellen dat Ungeschehene Geschichte, om een jargonterm te gebruiken, impliciet aanwezig is in elke analyse.

Lees verder “Ungeschehene Geschichte”

Geen provenance, geen wetenschap

Voorwerp zonder provenance: Iberische dolk (©Museo Ibérico, Jaén)

Die provenance van archeologische vondsten, hoeveel maakt die nou echt uit? Archeologen beweren weliswaar voortdurend dat de gedocumenteerde herkomst verschrikkelijk belangrijk is, maar classici en bijbelwetenschappers geven illegaal verworven papyri gewoon uit. Als je collega’s zich al niks aantrekken van je waarschuwing, is die provenance dan wel echt belangrijk?

Ja. Natuurlijk. Neem bovenstaande dolk. Het ijzeren steekwapen zou zijn gevonden in het Iberische grafveld La Carada te Espelúy in de Spaanse provincie Jaén. En dat is raar, want daar hoort deze dolk helemaal niet te zijn. Hij lijkt namelijk het meest op de dolken die de Vaccaeërs vervaardigden, een IJzertijd-volk aan de bovenloop van de Duero, in het laatste derde van de derde eeuw v.Chr. Archeologen kennen er meer dan honderd.

Lees verder “Geen provenance, geen wetenschap”

Polybios (5): De verloren tekst

Toen Polybios de Alpen overstak, keek hij naar sporen van Hannibals oversteek.

[Slot van een korte reeks over Polybios van Megalopolis. Het eerste deel was hier.]

Na het einde van zijn internering reisde Polybios veel. Hij bezocht de Karthaagse steden in de Maghreb en Marokko en waagde zich zelfs op de Oceaan. Hij bezocht Alexandrië en Sardes. In 133 v.Chr. was hij aanwezig bij het beleg van Numantia in Iberië. Bij een andere gelegenheid trok hij over de Alpen, waarbij hij keek of hij kon zien hoe Hannibal deze bergen was overgestoken. Dat wil overigens niet zeggen dat zijn verslag van die Alpentocht een eigen, op autopsie gebaseerde schepping is. Hij vat een oudere bron samen die ook door zijn Romeinse collega-geschiedschrijver Titus Livius wordt samengevat.

Polybios’ Alpentocht is echter opmerkelijk. Een van zijn grootste verdiensten is dat hij de landen die hij beschrijft ook werkelijk heeft gezien. (Dat spreekt nog altijd niet vanzelf.) Hij wist bovendien, net als bijvoorbeeld Xenofon, wat het was om een legeronderdeel te commanderen. Zijn uitleg over de superioriteit van een legioen ten opzichte van de falanx, die ik hier citeerde, is voorbeeldig. Ook streefde hij ernaar de mensen te interviewen die bij de gebeurtenissen betrokken waren geweest. Hij memoires en andere publicaties en consulteerde archieven. Net als zijn tijdgenoot, de auteur van 2 Makkabeeën, citeert Polybios uit verdragen, waarbij hij onhandige stijlbreuken accepteert. Stijl was minder belangrijk dan waarheid.

Lees verder “Polybios (5): De verloren tekst”

Ammon, een Libische god voor de export

Zeus-Ammon (Kunsthistorisches Museum, Wenen)

Van de minder bekende goden uit de Oudheid is Zeus Ammon wellicht een van de bekendere. U herkent hem aan de ramshoorns op zijn hoofd en weet wellicht dat Alexander de Grote zich beschouwde als zoon van Ammon. Maar ook al gaat om een van de bekendere onbekenden, er is veel onduidelijk.

Wat wél zeker is: Ammon had zijn vereerders aanvankelijk onder de Libische woestijnstammen, bijvoorbeeld in de oase van Siwa. Daar bezat hij een beroemd orakel. Mogelijk was Ammon dezelfde als de Karthaagse god Ba’al-Hammon, maar dat is alleen gebaseerd op de naamovereenkomst. Een naamovereenkomst die zwakker is dan ze lijkt, want de Libiërs schreven helemaal niet en de Karthagers noteerden alleen medeklinkers. Het is alleen in het Grieks dat de namen op elkaar lijken en het kan zijn dat de Grieken één godsnaam herkenden waar feitelijk twee godheden bestonden.

Lees verder “Ammon, een Libische god voor de export”

De slag bij Zama

Het overwinningsmonument bij Kbor Klib

Op het gymnasium kregen we, behalve Latijn en Grieks, ook geschiedenisles over het oude Nabije Oosten, Griekenland en Rome. Het zal bij die lessen zijn geweest dat ik de naam “Zama” voor het eerst hoorde, waar de beslissende slag uit de Tweede Punische Oorlog had plaatsgevonden.

In oktober 202 v.Chr. hadden de Romeinse generaal Scipio en de Numidische koning Massinissa hier de Karthaagse generaal Hannibal verslagen. Het gevecht fascineerde me: de laatste, doembeladen slag van een grote oorlog. Zie ook de slag op de Catalaunische Velden, de slag bij Camlann, de ondergang van de Nibelungen of desnoods de slag bij Minas Tirith.

Titus Livius is op zijn best. Hij is niet de betrouwbaarste antieke geschiedschrijver, maar betrouwbaarheid was zijn doel ook niet. Hij was een moralist en wilde de Romeinen voorbeelden geven. Daarbij was een mooi, boeiend verhaal altijd prettig en daarom voegde hij mooie, boeiende toespraken in. Voor de slag bij Zama laat hij Hannibal zijn tegenstander ontmoeten. Hannibal is oud, oorlogsmoe. Scipio hoort het aan en stelt eisen. Hij ruikt bloed. Mooi en boeiend.

Lees verder “De slag bij Zama”

Een geschiedenis van Syracuse (5)

Reliëf van een dodenmaal (Museo archeologico regionale Paolo Orsi, Syracuse)

[Dit is het voorlaatste deel van een zesdelige reeks over de geschiedenis van de voornaamste stad van het antieke Sicilië, Syracuse. Het eerste stukje was hier en een landkaartje is daar.]

De Eerste Punische Oorlog

Ik was in mijn vorige stukje beknopt over Pyrrhos, omdat ik er al eens over had geblogd. Over de Eerste Punische Oorlog wil ik het ook niet lang hebben, want ik schreef een boek over dit conflict tussen Rome en Karthago. Dat boek heeft de superoriginele titel De vergeten oorlog en u moet het maar lezen als u wil weten hoe Rome tussen 264 en 241 v.Chr. Karthago versloeg en Sicilië annexeerde.

Samengevat: het begon met een klein conflict om Messina, daarna sloot Syracuse zich aan bij Rome, vervolgens mobiliseerde Karthago pas echt, en toen besloot Rome er ook echt werk van te maken. Akragas viel na een lange belegering. Waarop de Karthagers besloten met schepen de Italische kust te plunderen. Waarop de Romeinen een vloot bouwden en de Karthagers met een nieuw wapen, de enterbrug, wisten te verslaan. Waarop de Romeinen besloten à la Agathokles over te steken naar Afrika. Waar consul Regulus de Karthagers versloeg om zelf te worden verslagen door de Karthaagse huurlingenleider Xanthippos. Om dat verhaal te vernemen hoeft u mijn boek niet te lezen, u leest het namelijk hier op de blog.

Lees verder “Een geschiedenis van Syracuse (5)”

Col de la Traversette

De Monte Viso en (links) de Col de la Traversette

Van de Col de la Traversette heb ik zelf nooit foto’s genomen, maar een bevriend echtpaar is er op vakantie en wandelde een eind in de richting. De berg op de foto hierboven is de Monte Viso, de weg naar de pas ligt links daarvan.

Hannibals pas?

Is dit de pas waar Hannibal overheen ging? Het is niet ondenkbaar, maar de theorie kent grote moeilijkheden. De Karthagers moeten dan langs de bovenloop van de Durance zijn gekomen, maar een van de weinige dingen die we zeker weten, is dat ze niet zijn gekomen langs de benedenloop van die rivier. Hoe je dan aan de bovenloop komt, moet worden verklaard. Van onze twee bronnen vermeldt de oudste, Polybios, de Durance geheel niet, terwijl de ander, Titus Livius, de rivier wel vermeldt. Dat doet hij op gezag van Timagenes van Alexandrië. We weten echter niet waar deze auteur zijn informatie vandaan haalt.

Lees verder “Col de la Traversette”

De Col de Montgenèvre

Montgenèvre

Voor het laatste van de filmpjes die mijn zakenpartner en ik maakten over Hannibal in de Alpen, wilden we toch echt over een pas reizen. Dat was nog niet zo gemakkelijk, want de coronabeperkingen maakten een bezoek aan Italië praktisch onmogelijk. We zijn niet verder gekomen dan het wintersportdorpje Montgenèvre. Lopend in de regen leg ik uit dat er diverse dingen zijn die we weten over de pas waarover Hannibal naar Italië kwam, en dat de Montgenèvrepas aan de meeste criteria voldoet.

Dit was het laatste van zeven filmpjes.

  • In het eerste filmpje legde ik uit dat onze reconstructie van Hannibals krijgsplan afhankelijk is van de plek waar hij de Rhône overstak. Die kennen we echter niet.
  • Een volgend filmpje behandelde het lokaliseren van de woonplaatsen van antieke stammen. Die kunnen overal hebben gewoond.
  • Het derde filmpje behandelde de vraag of een bekend IJzertijdfort ook het fort was dat Hannibal stormenderhand innam. Opnieuw: we weten het niet.
  • In het vierde filmpje behandelde ik de bronkritiek en daarover valt wel iets te zeggen – maar het brengt ons niet dichter bij identificatie van de juiste pas.
  • Inzichten in de klimaatwetenschap en antieke hydrologie behandelde ik in filmpje vijf. Ze brengen ons niet veel verder.
  • Tot slot was het vorige filmpje gewijd aan Peter Connolly, die toonde hoe de puzzel misschien valt op te lossen. Met de nadruk op misschien.

Lees verder “De Col de Montgenèvre”

Bezocht Hannibal Briançon?

Briançon

In Hannibal in de Alpen, dat afgelopen woensdag is gepresenteerd, behandel ik de onmogelijkheid vast te stellen waar de Karthaagse generaal met z’n olifanten de Alpen is overgestoken. Ik benut die op zich onbelangrijke vraag om te tonen hoe veelkleurig mijn vak is en om uit te leggen dat de dingen verkeerd gaan als de kennis van onderzoekers onvoldoende breed is.

In een eerste filmpje legde ik uit dat onze reconstructie van Hannibals krijgsplan afhankelijk is van de plek waar hij de Rhône overstak. Een tweede filmpje behandelde het lokaliseren van de woonplaatsen van antieke stammen. Filmpje drie behandelde ik de vraag of een bekend IJzertijdfort ook het fort was dat Hannibal stormenderhand innam. In het vierde filmpje behandelde ik de bronkritiek en woensdag hadden we het over hydrologie.

Lees verder “Bezocht Hannibal Briançon?”

Een vlechtende rivier

Durance

In Hannibal in de Alpen, dat deze week is gepresenteerd, behandel ik de onmogelijkheid vast te stellen waar de Karthaagse generaal met z’n olifanten de Alpen is overgestoken. Ik benut die op zich niet heel belangrijke vraag om te tonen hoe veelkleurig mijn vak is en om uit te leggen dat we weinig hebben aan oudheidkundigen die “hebbes!” roepen voordat ze weten over welke data ze beschikken.

In een eerste filmpje legde ik uit dat onze reconstructie van Hannibals krijgsplan afhankelijk is van de plek waar hij de Rhône overstak. Een tweede filmpje behandelde het lokaliseren van de woonplaatsen van antieke stammen. Filmpje drie behandelde ik de vraag of een bekend IJzertijdfort ook het fort was dat Hannibal stormenderhand innam. Het vorige filmpje behandelde bronkritiek.

Lees verder “Een vlechtende rivier”