Wilson

Daniel Clowes is vermoedelijk het bekendst van zijn stripverhaal Ghost World, waarin hij de vriendschap van twee jonge vrouwen in beeld brengt die enerzijds intelligent genoeg zijn om de ambitieloze alledaagsheid te herkennen van het stadje waarin ze wonen, en anderzijds te jong zijn voor de lepe verkoop van het onafhankelijke oordeel die doorgaans wordt aangeduid als volwassenheid. Je weet nooit wat de titel betekent: verwijst die naar de zielloze wereld waarin ze leven of zijn zij als geesten die een stadje observeren waar ze eigenlijk niet bij horen?

Clowes’ stripverhaal Wilson is het thematische vervolg: de hoofdpersoon is opnieuw niet in staat zich te passen in de werkelijkheid. Hij woont in Oakland in Californië, hunkert naar vriendschap en wil deel uitmaken van de grotere wereld, maar is te scherpzinnig om de mensen te aanvaarden zoals ze zijn. Meteen op de eerste pagina is het raak: hij mijmert hoeveel hij van mensen houdt, tot hij iemand ontmoet die op zijn vraag hoe het leven ermee staat een uitgebreid antwoord geeft over een computercrash, moeilijkheden om de helpdesk te bereiken, een medewerker die de crash niet begrijpt en de problemen bij het downloaden van het diagnostische programma. “For the love of Christ, don’t you ever shut up?” is Wilsons reactie op het gezwatel.

Lees verder “Wilson”

Liefde en orientalisme

Twee weeskinderen, het meisje Dodala en de jongen Zam, groeien op in een schip, dat ergens middenin de woestijn ligt. Om in leven te blijven, haalt hij water en verleent zij, in ruil voor voedsel, seksuele diensten aan karavaanreizigers. Uiteraard raken ze elkaar kwijt, zoeken ze elkaar, en hebben ze elkaar tegen het einde gevonden. Habibi, de vorig jaar verschenen graphic novel van Craig Thompson, is een smartlap.

En toch. Het lijvige boek blijft boeien doordat het in feite niet gaat over de twee weeskinderen. Thompson gebruikt hun avonturen slechts om de lezer mee te nemen door de islamitische wereld, waarvan hij de lezers zo’n beetje alle aspecten toont: legendes en volksverhalen, de poëzie van Rumi, de folklore van de islamitische kalligrafen. De getekende paleizen illustreren de architectuur van het Nabije Oosten, sommige pagina’s zijn opgemaakt als oosterse tapijten. We zien echter ook de moderne Derde Wereld-steden, waar klaplopers profiteren van de goedgeefsheid van de enige bewoner die zo handig was een waterzuiveringsapparaat te bouwen.

Lees verder “Liefde en orientalisme”