Gebroken vaas

Kretenzische vaas, gevonden in Ugarit (Musée des antiquités nationales, Saint-Germain-en-Laye)

Je wordt in de vroege ochtend gewekt door bouwvakkers in de achtertuin en je begint de dag vrij moe. Geen nood, denk je, straks is er tijd voor een siësta. Dus na de lunch ga je even op bed liggen – of beter: dat wil je nét gaan doen als er wordt gebeld. Een postbode met een pakketje voor de buren. Je laat het neerleggen en gaat verder met datgene waarmee je bezig was.

Juist als je onder de warme dekens bent gekropen, wordt er opnieuw gebeld. Een tweede postbode met opnieuw een pakketje. Je kruipt opnieuw je bed in, doezelt weg en juist als je begin te dro… – TRING! Je verwenst de voordeurbel maar staat ook de derde postbode vriendelijk te woord. Als er nog een vierde postbode aan de deur komt, zul je het niet merken, want je sluit de bel af.

Lees verder “Gebroken vaas”

Vreemde brieven

Een ruime kwart eeuw geleden, toen ik voor een deel van mijn inkomen nog was aangewezen op de Informatiseringsbank en woonde in een huis aan de Amsterdamse Marnixstraat, ontving ik een curieuze brief. De Informatiseringsbank schreef mijn adres niet te hebben en vroeg me een brief terug te sturen met die informatie. Alsof je iemand opbelt met de vraag wat zijn telefoonnummer is.

Onlangs overkwam me iets dat erop leek. Ik kreeg een brief van het bedrijf waar ik mijn internetaansluiting en e-mail heb. Men schrijft dat men mij zaken als mijn factuur stuurt, dat men er niet zeker van is dat ik die ook ontvang en dat ik even op een webpagina moet aangeven op welk mailadres ik mijn mail wil ontvangen.

Lees verder “Vreemde brieven”

De post

Ooit bestond er een puike rijksdienst die bekendstond als PTT. Ze had een wat stoffig imago maar deed haar werk naar behoren. De post werd zes dagen per week bezorgd, de telefoon werkte en telegrammen kwamen aan.

Toen kwam de mobiele telefonie.

Om het kapitaal aan te trekken dat nodig was om een dekkend netwerk op te zetten, werd besloten de afdeling telefonie te privatiseren en de markt te liberaliseren. Waarom de overheid niet zelf investeerde en er niet voor zorgde dat, als er dan zo nodig winst op de infrastructuur gemaakt moest worden, deze naar de schatkist vloeide – dat wil zeggen: naar de gemeenschap, naar u en mij – is me nooit bevredigend uitgelegd, ook niet toen ik eind jaren negentig in Den Haag werkte bij het directoraat-generaal voor de telecommunicatie en post.

Lees verder “De post”