Ja, dat moet u natuurlijk weer hebben. U volgde de wedstrijd voor wetenschapspoëzie, want u dacht: dat is nou eens een leuke, speelse manier om wetenschap over het voetlicht te brengen! Wetenschapsnieuws lijkt tegenwoordig wel te bestaan uit twee soorten: hiep-hiep-hoera-verhalen óf vijandigheid. Poëzie roept die vijandigheid niet op. Sterker nog, poëzie roept de verwondering op waarmee een onderzoeker een vraag stelt. Dat is nog wezenlijker dan hiep-hiep-hoera.
Dus ja, u dacht: dat is een leuke wedstrijd. U las met belangstelling de uitslag in het NRC. U was geboeid door het juryrapport, opgesteld door Anna Enquist, Ionica Smeets, Edward van de Vendel en Marlies ter Voorde. U luisterde hoe Bart de Haas erover vertelde in De Taalstaat. U was zó onder de indruk van de drie winnende gedichten, dat u over het hoofd zag dat u ook een bundel met wetenschapspoëzie kon bestellen. Dat moet u weer hebben.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.