Academische zelfkritiek(loosheid)

In de war

Ik beschreef onlangs dat als je een echte artistieke mislukking wil maken, je talent nodig hebt. Het achterliggend mechanisme is dat critici geïmponeerd zwijgen in de buurt van een erkend genie, terwijl het genie vaak onvoldoende luistert naar commentaar van middelmatiger geesten. Ongehinderd door kritiek kan hij verder gaan met het produceren van een prul.

Zie ik het goed, dan gebeurt dit ook in de wetenschap. Ontsporingen duiden niet per se op kwade wil, maar hebben veelal te maken met falende kritiek. Eén van de redenen daarvoor is dat onderzoekers zelden hebben geleerd te luisteren naar commentaar. Op de lagere en middelbare school waren de latere academici die intelligentste leerlingen, die nooit fouten maakten, die zelden fouten hoefden te erkennen, en die dus de voornaamste les alleen theoretisch leerden: dat het niet erg is een fout toe te geven. Eenmaal op de universiteit komen er twee mechanismen bij die het nog lastiger maken dat de mensen hun voordeel doen van kritiek.

Lees verder “Academische zelfkritiek(loosheid)”