Aristoteles over de E.U.-grondwet (4)

Aristoteles (Archeologisch Museum, Palermo)

[Dit is de tekst van een artikel dat ik, onmiddellijk na de afwijzing van de EU-grondwet in een referendum in 2005, schreef voor Frontaal Naakt. Het lijkt me onverminderd actueel. Het eerste deel is hier.]

Ethos

Geloofwaardigheid is (niet alleen volgens Aristoteles) de basis van het politieke bedrijf, en vanaf het eerste begin heeft de campagne voor de EU-grondwet op dit punt problemen gehad. Het kabinet-Balkenende gold in brede kringen als slopersbedrijf, de minister-president was een brekebeentje, eerdere Europese projecten hadden al geen al te beste reputatie meer. De voorstanders van de grondwet zeiden steeds dat al deze constateringen niet ter zake waren, maar dat getuigde van een te beperkte, te logische kijk op communicatie. Wie eenmaal een oor was aangenaaid bij de invoering van de euro, was minder bereid zich te laten overtuigen van weer een nieuw project.

Ook de geringe populariteit van dit kabinet was wel degelijk relevant. Slechts weinigen konden geloven dat het kabinet tijdens de onderhandelingen over de grondwet voor de sociale rechten in Europa was opgekomen. Zelfs de financiën waren verwaarloosd: minister Zalm had erop gestaan dat de grondwet garanties zou bevatten voor de financiële stabiliteit, maar die ontbraken; een minister die een door hem zelf geformuleerd vitaal Nederlands belang wegonderhandelde, miste geloofwaardigheid. De veelgehoorde grap dat als Balkenende ergens voor was, je maar het beste tegen kon zijn, verried een diep ressentiment. Dat was weliswaar irrationeel, maar een verstandige communicatiestrategie houdt daar rekening mee.

De waarheid gebiedt te zeggen dat de pleitbezorgers van de grondwet zich dit bewust werden. Ze nodigden Wim Kok en Joschka Fischer uit hun visie te geven, mensen die geloofwaardiger werden gevonden dan de Nederlandse minister-president en zijn ministers van Financiën en Buitenlandse zaken. Of Balkenende, Zalm en Bot die totale afgang verdienden is een andere vraag, maar het wantrouwen was een realiteit en hun politieke mandaat bestond na het referndum alleen nog in formele zin.

[wordt vervolgd]

Deel dit: