
[Tweede verslag van een vakantie in Libanon; deel één is hier.]
De Groene Lijn verdeelde tijdens de Burgeroorlog oostelijk en westelijk Beiroet. Bij de haven is het inderdaad een groen gebied, namelijk een langwerpig park dat bekendstaat als het Plein van de Martelaren. Er staat een monument dat aan alle kanten is doorzeefd met kogelgaten en een arm mist. (De afbeelding van dit monument op een van de bankbiljetten toont het beeld nog in volle glorie.)
De Groene Lijn is niet de enige plek waar je de sporen van de Burgeroorlog nog kunt zien. We zagen ook het betonnen skelet van het Holiday Inn-hotel, nog vol kogelgaten. Die ga je al snel overal zien en na verloop van tijd zie je ze niet langer.

Het vlak naast de Groene Lijn gelegen graf van de in 2005 vermoorde premier Rafiq Hariri maakte op mij nogal wat indruk. Het is niet speciaal imposant, en het is ondergebracht in een vrij lelijk houten paviljoen, maar het is wel iets wat je als bezoeker meteen kunt plaatsen. Even verderop liggen zeven lijfwachten begraven die tegelijk zijn omgekomen. Er zijn ook wat foto’s en een ervan toonde de premier terwijl hij een restaurant verlaat – precies hetzelfde waar wij net daarvoor hadden gegeten en een tafel en een stoel hadden gezien die, na zeven jaar, nog voor hem worden vrijgehouden.
Het geweld waaraan ik refereer trof me vandaag als des te absurder omdat de mensen in Beiroet enorm vriendelijk zijn en een groot gevoel voor humor hebben. Of het nu de aardige verkoopster van de (buitengewoon goede) boekhandel El Bourj is, de bewaker van het universiteitsterrein of de man van het autoverhuurbedrijf: de Libanezen die we tot nu toe hebben ontmoet, zijn opvallend aardig en opgewekt.
Overigens voor het eerst de besneeuwde toppen van de Libanon gezien.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.