
Ik wist dat het heel erg was, maar als je de cijfers ziet, schrik je pas echt. Studenten lenen zo’n €365 per maand. Dat is ruim €17.500 tijdens hun hele studie.
Welke studie is zo’n bedrag nog waard? Ik heb destijds geschiedenis gestudeerd, deed de wetenschappelijke afstudeervariant en heb het geluk gehad werk te vinden als historicus. Dat was echter uitzonderlijk. Mijn studiegenoten vonden veelal pas een baan na het doen van bij- en omscholingen. Ze begonnen op de arbeidsmarkt dus met een achterstand. Dat is een hoge prijs om te betalen voor het privilege enkele jaren een prachtige studie te mogen doen.
Ik probeer me te verplaatsen in een medewerker van een hedendaagse letterenfaculteit. Er is een voorlichtingsbijeenkomst. Jonge mensen kijken je verwachtingsvol aan. Als je eerlijk bent, zeg je ze:
Ik kan jullie vier heerlijke jaren beloven, maar aan echt studeren zul je niet toekomen. De studiebeurzen zijn zó laag dat je er een baan naast moet nemen, en de OV-kaart die je verplicht bent aan te schaffen, wordt al jaren gebruikt als excuus om te bezuinigen op studentenwoonruimte. Te veel tijd gaat verloren aan reizen en een baantje en jullie komen niet toe aan efficiënt studeren.
Bovendien zijn de studieprogramma’s gestandaardiseerd, hoewel echte wetenschap alleen kan ontstaan doordat studenten andere dingen zien dan hun docenten, daardoor komen met onverwachte vragen en de onhoudbaarheid blootleggen van de aannames van de vorige generatie. Voor die interne kritiek is nu geen gelegenheid meer.
Door bezuinigingen, te korte studieduur en het feit dat jullie niet geconcentreerd kunnen doorleren, ligt het niveau lager dan vroeger. Wie ooit een MO-akte Nederlands haalde om les te geven op een middelbare school, leerde nog Gotisch, maar wie nu een MA-bul haalt, is daaraan niet toegekomen. Voor andere vakgebieden gelden soortgelijke problemen: het huidig universitair peil ligt onder dat van de oude lerarenopleidingen.
Ten slotte bouw je een gigantische schuld op en begin je met een achterstand op de arbeidsmarkt. Als we je nu vier jaar échte wetenschap hadden kunnen bieden, zou het dat waard zijn. Maar zo is het dus niet.
Zoiets zou een letterenmedewerker eigenlijk moeten zeggen. En ik heb een hoogleraar gekend die het ook werkelijk zei, omdat hij het niet kon opbrengen jonge mensen iets te beloven dat hij niet langer waar kon maken. Hij is vervroegd met pensioen gegaan. Ik heb ook iemand gekend die snoeihard loog om studenten binnen te halen.
Beide waren uitzonderingen. Ik denk dat de meeste letterenmedewerkers niet willen liegen, maar ik denk tevens dat ze niet in de positie verkeren volledig eerlijk te zijn. Er zijn te grote belangen gemoeid met het aantrekken van studenten, want te kleine studierichtingen worden vroeg of laat opgeheven. Niemand heeft het zo gewild, maar de voorlichting aan aankomende studenten begint langzamerhand verdacht veel te lijken op een sirenenzang.
Naschrift 30 december 2012
Op deze post kwamen verschillende reacties. Twee ervan waren van voorlichters die hun baan hadden opgegeven omdat ze geen hand- en spandiensten meer wilden verrichten. Beide zeiden dat “ermee stoppen” onder studentenvoorlichters een veel besproken onderwerp was. Ik heb niet gehoord van onderzoekers die weigerden te verschijnen op voorlichtingsbijeenkomsten.
Ben ik nou ouderwets als ik zeg dat we in Nederland hard ambachtslieden nodig hebben? Iedereen wil maar studeren, maar waarom…..
Ik heb ooit voorgesteld dat de universiteiten elk jaar automatisch een korting krijgen die precies overeenkomt met hun advertentiebudget. Dat is een makkelijk te nemen maatregel, want de cijfers kunnen gewoon worden gevonden in het jaaroverzicht dat naar de accountant gaat. Het geld kan meteen worden overgeheveld naar het VMBO.
Ik heb nog altijd geen tegenargumenten gehoord.
Wie betaalt die korting dan?
De universiteiten, bedoel ik, dragen het geld dus af. Er is geen enkele reden waarom universiteiten zouden moeten adverteren. Het geld wordt dus oneigenlijk gebruikt, namelijk niet voor de taken van een universiteit (onderzoek, onderwijs, overdracht).
Vroeger lag er een convenant dat de universiteiten niet zouden adverteren. Toen kwam er een plan dat ze moesten concurreren. Sindsdien adverteert men wel, maar nog altijd rekruteert de Radbouduniversiteit vooral in Limburg en Gelderland, rekruteert de RUG in Groningen, Friesland en Drente, en trekken VU en UvA vooral mensen uit Noord-Holland. De concurrentie heeft dus niet gewerkt.