Makkabeeën en methode (3)

Blad uit een Leids manuscript over de Makkabeeën

[Dit is het derde deel van een artikel dat deze maand ook valt te lezen in Kleio. Het eerste deel is hier. Ik beschreef de aanleiding van de opstand en de uitbraak daarvan, en wees op tegenspraken tussen onze bronnen.]

De twee Makkabeeënboeken zijn het eens over de leider van de opstand: Judas de Makkabeeër. (Voor de bijnaam bestaat geen bevredigende uitleg.) Er is ook consensus dat zijn eerste tegenstander de garnizoenscommandant van Jeruzalem was, Apollonios. Volgens 1 Makkabeeën probeerde deze, met troepen uit Samaria, Judas aan te vallen, en werd hij verslagen. 2 Makkabeeën meldt daarentegen dat Judas in Jeruzalem was toen Apollonios de stad binnentrok met zijn garnizoen van Mysische soldaten. Judas zou zijn gevlucht.

Het is niet de enige tegenspraak. Judas’ volgende tegenstander heet in 1 Makkabeeën Seron en wordt verslagen bij Bet-Horon. 2 Makkabeeën bevat geen vermelding van dit gevecht, maar noemt wel een Geron die toezicht houdt op de uitvoering van het decreet. De twee Makkabeeënboeken zijn het er weer over eens dat de Joden de opstand steunden, maar Daniël bewijst dat dit niet waar is: de auteur beticht de opstandelingen van valse voorwendselen en adviseert zijn lezers te vertrouwen op een interventie van Hogerhand.

Ondertussen oordeelde Antiochos dat de crisis zonder hem kon worden opgelost en besloot hij zijn oostelijke provincies te bezoeken. Inderdaad bleef het conflict beheersbaar, al leek dat aanvankelijk anders: in de zomer van 165 versloeg Judas namelijk bij Emmaüs twee Seleukidische legerkorpsen. De zege is in zowel 1 als 2 Makkabeeën vermeld, maar over het vervolg zijn ze het weer oneens. 1 Makkabeeën beschrijft hoe de opstandelingen bij Bet-Sur een volgend vijandig leger versloegen, aangevoerd door generaal Lysias. (2 Makkabeeën plaatst dit wapenfeit anderhalf jaar later.) Vervolgens rukte Judas op naar Jeruzalem en nam in december 164 de tempel weer in gebruik volgens de cultische regels van vóór de uitvaardiging van het decreet. De Joden herdenken de gebeurtenis nog elk jaar met chanoeka.

Kort na de tempelreiniging – nog steeds volgens 1 Makkabeeën – overleed koning Antiochos. Dit is ruwweg correct, want we weten uit Babylonische kleitabletten dat de koning in november/december 164 is overleden. De volgorde van de gebeurtenissen is dus: overwinning bij Emmaüs, overwinning op Lysias, tempelreiniging, dood van de koning. Kortom, een stoer verhaal waarin de Joden zichzelf bevrijdden. In het andere Makkabeeënboek is de volgorde echter anders: eerst is er de overwinning bij Emmaüs, dan de dood van de koning, vervolgens de tempelreiniging, daarna de veldtocht van Lysias en tot slot een brief waarin de nieuwe koning, Antiochos V, op verzoek van Menelaos de joodse eredienst erkent.

Toevallig is de tegenspraak op te lossen. De brief dateert van 11 april 164, wat betekent dat ze een half jaar voor de dood van Antiochos IV is geschreven. De auteur van 2 Makkabeeën heeft de koning-naamgenoten verwisseld. Dit bewijst, om te beginnen, dat het document niet door de auteur van 2 Makkabeeën is verzonnen, en bovendien dat het vervolgingsdecreet was ingetrokken vóór Judas de tempel opnieuw wijdde. De historische feiten lijken vrij simpel deze te zijn: na een of twee Seleukidische nederlagen begreep Menelaos dat het verzet tegen het decreet te groot was en verzocht hij de koning het in te trekken. Dit verklaart ook waarom het Seleukidische garnizoen in Jeruzalem niet ingreep toen de tempel weer volgens de oude regels in gebruik werd genomen: het gebeurde met koninklijke toestemming. De tempelreiniging was niet half zo’n gewaagde actie als beide Makkabeeënboeken haar presenteren.

[Wordt vervolgd]

Deel dit: