De hellenistische steden

De hoofdstraat van Apameia

Zoals zoveel zaken in de hellenistische tijd, was de gewoonte steden te stichten een voortzetting van een eerdere praktijk. De vader van Alexander de Grote, Filippos, was de stichter van Filippoi, terwijl drie Fenicische moedersteden Tripoli hadden gesticht. Dit zijn geen koloniën – sowieso een lastig begrip – want Filippoi en Tripoli verrezen niet overzee. Het waren volksplantingen in eigen land.

Het was, zoals zo vaak, Alexander die radicaliseerde. Het lijstje begint met Iskenderun in Turkije, Alexandrië in Egypte en Edessa in Turkije. In Afghanistan liggen Alexandrië in Arië (Herat), Proftasia, Alexandrië in Arachosië (Kandahar) en Alexandrië in de Kaukasos (Begram bij Kabul). Alexandrië aan de Oxos is identiek aan Kampyr Tepe in Oezbekstian. Het Verste Alexandrië is vermoedelijk Khojand. Nikopolis, Boukefala en Alexandrië aan de Akesines (Uch) liggen in de Punjab. Er lijken stadstichtingen te zijn geweest rond Karachi. Charax ligt in zuidelijk Irak. We ronden af met Alexandrië in de Troas in Turkije en Alexandrië in Margiana (Gyaur Kala in Turkemistan). Dit waren compleet nieuwe steden of sterk vergrote oudere dorpen.

Lees verder “De hellenistische steden”

M16 | Het einde van de Hasmoneeën

Pompeius, die ingreep in het tempelstaatje van de Hasmoneeën  (Louvre, Parijs)

[Laatste aflevering van een reeks rond Chanoeka; het begin was hier.]

Koning Alexandros Yannai overleed in 76 v.Chr. Wat daarna gebeurde is niet helemaal duidelijk. Het staat vast dat zijn zoon Hyrkanos II hem opvolgde als hogepriester. Of deze ook koning was, staat niet vast. Zeker is dat de feitelijke macht lag bij Alexandros’ weduwe Salome Alexandra. Zoon en moeder stonden sympathiek tegenover de farizeeën en erkenden het belang van hun mondelinge tradities. Latere generaties beschouwden deze tijd, waarin Salome’s broer Simeon ben Shetah de leider was van de farizeeën, als het moment waarin de Wet in volle glorie was hersteld. (U kwam Simeon eerder dit jaar al eens tegen.) De sadduceeën waren minder in de gunst en de koningin liet enkele leiders executeren.

Pompeius

Ook Hyrkanos’ jongere broer, Aristoboulos II, moest buiten het openbaar bestuur blijven. Het was onvermijdelijk dat deze zich nu verbond met de sadduceeën, en daarmee waren de stellingen betrokken voor een burgeroorlog. Die brak inderdaad uit toen Salome Alexandra in 67 v.Chr. overleed.

Lees verder “M16 | Het einde van de Hasmoneeën”

M15 | Alexandros Yannai

Kleopatra III (Landesmuseum Württemberg, Stuttgart)

[Voorlaatste aflevering van een zestiendelige reeks rond Chanoeka; het eerste deel was hier.]

Hyrkanos I overleed in 104 v.Chr. en werd opgevolgd door zijn zoon Aristoboulos, die volgens Josephus als eerste de koningstitel aannam. Dat blijkt niet uit zijn munten, waarop hij zich aanduidt als hogepriester. Josephus schrijft ook dat Aristoboulos zich voorzag van de klinkende bijnaam Filhelleen, “Griekenvriend”. Het probleem hier is niet zozeer de aanvaarding van zo’n erenaam, want dit was in die tijd gebruikelijk, maar de liefde voor de Griekse cultuur die eruit blijkt. Zoals we al zagen presenteerden de Hasmoneeën zich, althans in theorie, als beschermers van de Joodse cultuur tegen Griekse invloeden. Josephus’ opmerking zou wel eens laster kunnen zijn en komt in elk geval uit een schets van Aristoboulos’ regering waarin deze ook de moord op zijn moeder en een van zijn broers in de schoenen geschoven krijgt, terwijl zijn dood, na een regering van één jaar, moet doorgaan voor goddelijke wraak.

Zijn opvolger was zijn broer Alexandros Yannai. Deze heeft de koningstitel zeker gevoerd tijdens een regering die zich kenmerkt door even grote successen als mislukkingen. Meer dan eens keerde de nieuwe koning zich tegen zijn onderdanen. Uit deze tijd stammen allerlei teksten waaruit blijkt dat steeds meer mensen droomden van een koning uit het huis van David. Het messianisme deed zijn intrede. U zult deze kerstdagen wel horen dat de verwachting van een messias een eeuwenoud joods geloofsartikel was, maar dat is dus niet zo.

Lees verder “M15 | Alexandros Yannai”

F4 | Het rijk van Fakhr-ad-Din

De nooit door Fakhr-ad-Din ingenomen Krak des chevaliers

[Voorlaatste blogje in een vijfdelige reeks over Fakhr-ad-Din Ma’n (1572-1635), de Druzische krijgsheer die een tijd woonde in Italië en de Levant zou hebben kunnen moderniseren. Het eerste blogje was hier.]

Staat in de staat

Dankzij de sympathie van Ahmet Pasha kon Fakhr-ad-Dins tweede regeringsperiode succesvol beginnen. Druzische groepen die zich tegen zijn broer Yunus hadden gekeerd, verontschuldigden zich. De sji’ieten verleenden hem steun in de oorlog tegen de Sayfa’s in het noorden, die al snel niet meer bezaten dan de Krak des Chevaliers. Dat hij die burcht niet kon innemen, is een van de weinige tegenslagen die Fakhr-ad-Din in deze jaren moest verduren. De havens van de Sayfa’s, zoals Byblos en Batroun, vielen wel in zijn handen, terwijl de noordelijk van Tripoli gelegen kuststrook in handen kwam van een van zijn bondgenoten.

Lees verder “F4 | Het rijk van Fakhr-ad-Din”

F1 | Fakhr-ad-Din

Fakhr-ad-Din (Wassenbeeldenmuseum, Deir-al-Qamar)

Vele mensen schijnen Fakhr-ad-Din Ma’n niet te kennen en dat is eigenlijk niet goed te begrijpen. Dat hij belangrijk is geweest, zal ik u straks namelijk uitleggen. Maar eerst: wie was hij?

Om te beginnen: een Druus. De Druzen zijn een religieuze groepering die gelooft dat perioden van religieuze verlichting en verduistering elkaar afwisselen en dat de laatste verlichte leider de verdwenen sji’itische kalief Al-Hakim II is geweest. Over zijn verdwijning/verduistering in 1021 schreef ik eerder. Verder hebben de Druzen allerlei esoterische opvattingen, lezen ze de Koran allegorisch, kennen ze nauwelijks religieuze feesten maar wel allerlei neoplatoonse ideeën. Ook geloven ze in reïncarnatie: een Druus reïncarneert als Druus. Omdat Druzen niet buiten de eigen kring trouwen, is wat ooit een sekte was, inmiddels een bevolkingsgroep in Syrië, het noorden van Israël en vooral Libanon. (Het is dus Druzen en geen druzen. Ik heb de spellingsregels ook niet verzonnen.)

Lees verder “F1 | Fakhr-ad-Din”

M14 | Hyrkanos I

De militaire expansie van het Hasmonese tempelstaatje

[Veertiende aflevering van een zestiendelige reeks rond Chanoeka, waarvan de laatste dagen dit jaar samenvallen met Kerstmis. Het eerste deel was hier.]

Koning Antiochos VII Sidetes had geprobeerd de Seleukidische macht te herstellen. De Joden had hij tot de orde geroepen, Mesopotamië had hij op de Parthen heroverd, maar hij was verslagen in Iran (129 v.Chr.). In krijgsgevangenschap pleegde hij zelfmoord. Nu waren de oostelijke gebieden voorgoed voor de Seleukiden verloren. Het leger was gedemoraliseerd en Syrië lag klaar om door de Parthen te worden gebrandschat.

Hasmonese machtsontplooiing

De Hasmonese hogepriester Hyrkanos I zag zijn kans schoon en plunderde enkele steden, “aannemend dat ze geen soldaten of andere verdedigers hadden,” zoals Josephus het formuleert, “wat inderdaad zo bleek te zijn”. Omdat het Seleukidische Rijk vervolgens weer eens verstrikt raakte in een burgeroorlog, die naadloos overging in de volgende en de daarop volgende, kon Hyrkanos nieuwe gebieden veroveren. Hij nam Madaba in, voegde Idumea toe en veroverde Sichem in het noorden. Omstreeks 108 bemachtigde hij ook Samaria. De Seleukiden deden twee pogingen deze belangrijke stad te ontzetten, maar de Hasmoneeën waren inmiddels te sterk.

Lees verder “M14 | Hyrkanos I”

M13 | Antiochus VII Sidetes grijpt in

Katapultstenen, afgeschoten op Jeruzalem toen Antiochus VII Sidetes de stad in 133 v.Chr. belegerde (Jeruzalem, Toren van David)

[Dertiende aflevering van een zestiendelige reeks rond Chanoeka; het eerste deel was hier. Als u liever iets leest over Kerstmis, kan dat daar.]

Koning Antiochos VII Sidetes bleef hopen op herstel van de Seleukidische invloed in Judea. Hij kreeg een kans in januari 134 v.Chr., toen Simon de Makkabeeër werd vermoord door zijn schoonzoon. Het Eerste Makkabeeënboek geeft aan dat de moordenaar grootsere plannen had, maar dat hij er niet in slaagde Jeruzalem in te nemen en Simons zoon Hyrkanos uit de weg te ruimen. Deze jonge man kon zonder al te grote problemen de macht overnemen.

Dit is het laatste dat in 1 Makkabeeën vermeldt. Vanaf dit punt moeten wij het vooral doen met twee bronnen: de Joodse Oudheden van Josephus, en de Joodse Oorlog van dezelfde auteur. Deze ontleende zijn informatie aan de Historiën die Nikolaos van Damascus rond het begin van onze jaartelling schreef. Hiervan hebben we slechts fragmenten over, maar die zijn voldoende om vast te stellen dat hij zich weer baseerde op de eveneens grotendeels verloren Wereldgeschiedenis van Poseidonios. Ook al halen wij onze informatie uit twee boeken van Josephus, we hebben in feite te maken met slechts één bron, waarvan we de informatie moeilijk kunnen evalueren. Eén bron is geen bron.

Lees verder “M13 | Antiochus VII Sidetes grijpt in”

M12 | Het belang van de Makkabeeën

Ouder dan de Makkabeeën: in de Kidronvallei ten oosten van Jeruzalem staan nog steeds het graf van de priesterfamilie Chezir (links, met de dorische façade) en het graf van Zacharia (rechts, geïnspireerd door het mausoleum van Halikarnassos).

[Twaalfde aflevering van een zestiendelige reeks rond Chanoeka; het eerste deel was hier.]

De twijfelachtige legitimiteit van de Hasmoneeën, waarover ik gisteren schreef, verklaart waarom 1 Makkabeeën en 2 Makkabeeën, geschreven in het laatste kwart van de tweede eeuw, de nadruk zo sterk leggen op de hoogstaande levenswandel van Judas, Jonathan en Simon, op de perfide voosheid van alle andersdenkenden en op de volksbrede consensus dat de macht moest worden overgedragen aan de Hasmoneeën. Deze voorstelling van zaken verdoezelt veel. Toen de Makkabeeën ten strijde trokken om een einde te maken aan het decreet van Antiochos IV Epifanes, had Judas nog kunnen claimen te staan voor iets waarover velen het eens waren: dat alleen op een bepaalde wijze mocht worden geofferd aan de ene, ware God.

Vervolgens had Judas echter een vete uitgevochten met de hogepriester en daarna had hij gestreden om de vraag wie het in religieuze zaken voor het zeggen had. Nadat de rebel door de legitieme heersers was verslagen, had zijn broer Jonathan de strijd voortgezet: eerst als bandietenleider en vervolgens als partij in de Seleukidische burgeroorlogen. Vaak hadden de Makkabeeën gevochten tegen dezelfde landgenoten die nu hun onderdanen waren. Er viel een hoop op het feitelijke gedrag van het drietal aan te merken.

Lees verder “M12 | Het belang van de Makkabeeën”

M10 | Jonathan de Makkabeeër

Balas (Louvre, Parijs)

[Tiende aflevering van een zestiendelige reeks rond Chanoeka; het eerste deel was hier.]

Zoals ik gisteren aangaf, was Bakchides, de generaal die namens Demetrios I Soter was uitgezonden tegen Judas de Makkabeeër, erin geslaagd de opstand te onderdrukken. Judas was gesneuveld en zijn broer Jonathan ging verder als bandietenleider.

Er volgden meer Seleukidische successen. In 154 annexeerde men Cyprus, een eiland waarop ook koning Ptolemaios VI Filometor van Egypte zijn zinnen had gezet. Deze zond daarom een rebel tegen Demetrios in het veld, Alexandros Balas, die al snel steun verwierf binnen de Seleukidische koninklijke familie. De opstandeling arriveerde in Ptolemaïs met een strijdmacht die zó groot was dat de soldaten van de Seleukidische garnizoenen in Judea er meteen het bijltje bij neergooiden. Dit was het begin van een burgeroorlog die in 150 eindigde met Demetrios’ definitieve nederlaag.

Lees verder “M10 | Jonathan de Makkabeeër”

M09 | Bakchides’ successen

Hellenistische wapens

[Negende blogje van een zestiendelige reeks rond Chanoeka; het eerste deel was hier.]

Het ontslag van Menelaos en de aanstelling van Alkimos, waarover ik gisteren blogde, schiepen evenveel problemen als het oploste. De Joden bleven verdeeld. Judas de Makkabeeër had geclaimd de ware Joodse godsdienst te verdedigen tegen een afvallige hogepriester en was door koning Antiochos IV Epifanes tot op zekere hoogte in het gelijk gesteld. Dat verschafte Judas aanzienlijk gezag. Als hogepriester genoot ook Alkimos echter aanzienlijk prestige. Het kon niet anders of de meningsverschillen zouden escaleren.

Derde fase

En inderdaad, het duurde niet lang eer het bloed weer vloeide: de derde fase van de strijd was begonnen. Dit keer was het geen verzet tegen een decreet en geen vete tussen een krijger en een hogepriester, maar een strijd over de vraag wie het in religieuze zaken voor het zeggen had. In dat conflict stonden de Hasmoneeën er slecht voor. Veel Joden waren tevreden nu de hogepriester behoorde tot een aanvaardbare familie, zodat Judas minder steun ondervond dan voorheen. Bovendien kon de hogepriester terugvallen op de koning, al werd de minderjarige Antiochos V Eupator in 161 v.Chr. vervangen door zijn neef Demetrios I Soter.

Lees verder “M09 | Bakchides’ successen”