M06 | Chanoeka

Een lamp, zoals gebruikt bij Chanoeka, Gelderlandplein, Amsterdam

[Zesde blogje in een zestiendelige reeks rond Chanoeka; het eerste blogje was hier.]

De Hasmoneeën waren een priesterlijke familie. Haar leden hadden in de tempel gediend toen de Honiaden er de dienst uitmaakten, maar daaraan was een einde gekomen toen Menelaos in 172 v.Chr. het hogepriesterschap kocht of toen de Seleukidische commandant Apollonios vijf jaar later een garnizoen legerde in het fort Akra in Jeruzalem. Sindsdien leefden de Hasmoneeën op hun landgoed in Modeïn. Het lijkt erop dat, toen Antiochos zijn decreet uitvaardigde, het familiehoofd Mattatias concludeerde dat de tempelautoriteiten die zijn positie ooit hadden ondergraven, inderdaad zo corrupt waren als hij al dacht, en oordeelde dat het decreet diende te worden bestreden. Tot elke prijs. Desnoods met geweld.

1 Makkabeeën beschrijft hoe koninklijke inspecteurs in Modeïn eisten dat de bewoners een offer zouden brengen volgens de nieuwe regels, en dat, toen iemand dat ook wilde doen, Mattatias zó kwaad werd dat hij de man ter plekke neerstak. Volgens dezelfde bron vluchtte de moordenaar met zijn familie de bergen in. De anekdote impliceert dat minimaal een deel van de bevolking gevolg gaf aan de bepalingen van het decreet.

Lees verder “M06 | Chanoeka”

Daniël 11

Antiochos IV Epifanes (Altes Museum, Berlijn)

Het is Chanoeka en dat is een mooi moment om het eens te hebben over de Makkabeeënopstand, de revolte van de Joden tegen de Seleukidische vorst Antiochos IV Epifanes. Die had de tempelcultus in Jeruzalem in hellenistische zin aangepast; de joden hadden het uitgelegd als blasfemie en waren in opstand gekomen; dat leidde tot het herstel van de tempelcultus zoals de joden het graag wilden; en dat is wat joden met Chanoeka herdenken.

Over deze tijd hebben we een contemporaine bron: het bijbelboek Daniël. Het gaat bewijsbaar op ouder materiaal terug, maar is even bewijsbaar afgerond in 165 v.Chr. Het bewijs in kwestie is hoofdstuk 11. Hier is, in de Willibrordvertaling, de tekst van een van Daniëls in apocalyptische termen verwoorde toekomstvoorspellingen, onderbroken met commentaar. De diverse “toekomstige” gebeurtenissen zijn in feite verleden (hindsight as foresight), tot de tekst aan het einde begint te ontsporen. Dat is het moment waarop de auteur werkelijk begint te voorspellen wat hij dacht dat zou gaan gebeuren – en wat in feite niet gebeurde. Dat biedt een manier om de tekst te dateren rond 165 v.Chr.

Lees verder “Daniël 11”

Olympische Spelen

Het stadium in Delfi
Het stadium in Delfi

Het is de oudheidkundige nieuwscyclus. Elk jaar rond kerstmis is er weer dat stukje over de Ster van Betlehem. Elk jaar rond Chanoeka vinden de archeologen weer iets dat te maken heeft met de Makkabeeënopstand. Elk jaar vlak voor pasen lezen we weer wat “de” wetenschap zegt over de historische Jezus. Als het zo-en-zoveel jaar geleden is dat deze of gene gebeurtenis plaatsvond, komen er exposities: tweeduizend jaar na de slag in het Teutoburgerwoud, tweeduizend jaar na de dood van Augustus. En om de vier jaar herinneren journalisten zich plotseling dat de Olympische Spelen komen uit Griekenland en dat die Griekse herkomst altijd goed is voor een vet stukje.

De rest van het jaar is de Oudheid de irrelevante hobby van wereldvreemde types.

Ik ben niet de enige die daarmee moeite heeft. De Oudheid is om te beginnen ruim 365 dagen per jaar belangrijk en is bovendien belangrijk genoeg om niet te zijn onderworpen aan de toevalligheid van de nieuwscyclus. De Oudheid verdient het in de media serieus aandacht te krijgen.

Lees verder “Olympische Spelen”

Makkabeeën en methode (3)

Blad uit een Leids manuscript over de Makkabeeën

[Dit is het derde deel van een artikel dat deze maand ook valt te lezen in Kleio. Het eerste deel is hier. Ik beschreef de aanleiding van de opstand en de uitbraak daarvan, en wees op tegenspraken tussen onze bronnen.]

De twee Makkabeeënboeken zijn het eens over de leider van de opstand: Judas de Makkabeeër. (Voor de bijnaam bestaat geen bevredigende uitleg.) Er is ook consensus dat zijn eerste tegenstander de garnizoenscommandant van Jeruzalem was, Apollonios. Volgens 1 Makkabeeën probeerde deze, met troepen uit Samaria, Judas aan te vallen, en werd hij verslagen. 2 Makkabeeën meldt daarentegen dat Judas in Jeruzalem was toen Apollonios de stad binnentrok met zijn garnizoen van Mysische soldaten. Judas zou zijn gevlucht.

Lees verder “Makkabeeën en methode (3)”