Hulspas’ islam

Wetenschapsjournalist Marcel Hulspas – full disclosure: ik ken hem persoonlijk – heeft de laatste jaren gewerkt aan een boek over de profeet Mohammed en de door hem gestichte religie. Nu het bijna af is, mengt hij zich vaak in de almaar niet ten einde komende discussie over de hedendaagse islam. Zo ook in dit stuk op ThePostOnline, waarin hij erop wijst dat veel moderne moslims zeggen dat hun islam anders is dan het geloof van degenen die uit naam van datzelfde geloof gruweldaden plegen.

Maar daar komen moslims niet mee weg. Blijkbaar is de islam een verzameling opvattingen waaruit iedereen ‘zijn’ islaampje mag kneden. En de een moordt uit naam van ‘zijn’ islam, en de ander babbelt vanwege ‘zijn’ islam over vrede en verdraagzaamheid. … En als dat zo is, hebben niet-moslims het volste recht om te vragen: waar staat ‘de’ islam dan voor? Staat zij überhaupt ergens voor? Heeft zij principes?

De vraag is legitiem, maar lijkt me verkeerd gesteld. Het antwoord kan wel eens zijn dat de islam, net als elke andere religie, voor zijn aanhangers overal voor kan staan. Je kunt dat herformuleren: wanneer het geloof elke betekenis kan hebben, heeft het geen betekenis. Of, zoals Hulspas het verwoordt: dan is het ‘een religieuze supermarkt waar iedereen kan vinden wat hij wil vinden’.

Maar wat is daarop tegen? Het zijn niet de geringste geleerden – in Nederland Frits Staal – die erop hebben gewezen dat rituelen voorafgaan aan de betekenis die eraan wordt gegeven. Religies zijn verzamelingen van ‘rules without meaning’ (wat niet wil zeggen dat ze voor de betrokkenen geen waarde hebben).

De indruk die ik van de (merendeels Iraanse en Turkse) moslims in mijn kennissenkring krijg, is dat de islam een deel vormt van hun culturele identiteit. Ze zijn geboren in een land waarin deze religie dominant is, en dus zijn ze moslim, maar hoe ze daaraan inhoud geven, maakt ieder voor zich uit. Een definitie van de islam is onmogelijk en evenmin kan een grootste gemene deler of een ideaaltype worden geformuleerd. De diverse islams vertonen, om de filosofische term te gebruiken, slechts familiegelijkenis.

Een andere vraag lijkt mij belangrijker: die naar de continuïteit van culturele identiteiten. Anders gezegd, hoe verandert het idee dat een groep mensen bij elkaar hoort door de eeuwen heen? Hoe bepaal je zo’n continuïteit als er geen kern is? Een verwante vraag: is er een relatie tussen zo’n culturele identiteit en bepaalde vormen van gedrag?

Een wetenschapsjournalist als Marcel Hulspas zal wellicht herkennen dat dit ruwweg de materie is die als thema 14 is opgenomen in de in 2011 opgestelde Nederlandse Wetenschapsagenda. In dat document staan de belangrijkste kwesties genoemd waarmee de wetenschap op dit moment worstelt. Het zijn dus vragen en dat is waarom de huidige discussie over de islam almaar niet ten einde komt: we hebben domweg het instrumentarium niet om de problemen te beschrijven, laat staan op te lossen.

[Mijn wekelijkse religiecolumn, afgelopen maandag op Sargasso.]

Deel dit:

3 gedachtes over “Hulspas’ islam

  1. “De indruk die ik van de (merendeels Iraanse en Turkse) moslims in mijn kennissenkring krijg, is dat de islam een deel vormt van hun culturele identiteit. Ze zijn geboren in een land waarin deze religie dominant is, en dus zijn ze moslim, maar hoe ze daaraan inhoud geven, maakt ieder voor zich uit. Een definitie van de islam is onmogelijk en evenmin kan een grootste gemene deler of een ideaaltype worden geformuleerd. De diverse islams vertonen, om de filosofische term te gebruiken, slechts familiegelijkenis.”

    Inderdaad. En kunnen we dit nu even aan het verstand brengen van iedere hater, angstige, ongeïnformeerde of gewoon de ‘media’? Want ik tik me suf om dit dagelijks aan het verstand te brengen van al mijn weldenkende vrienden. Menden die elke keer weer in die val trappen van ‘pegida’-lieden die beweren voor ‘het volk’ bezig te zijn maar zich bedienen van argumenten die a) geen hout snijden, b) ook in de jaren 30 tegen het ‘wereldwijde joodendom’ gebruikt werden en c) vooral niet worden toegepast of vergelijkbare religies. Zo is het christendom blijkbaar kritiek-vrij en moet ‘den moslim’ zich elke keer weer persoonlijk verantwoorden voor het geweld van anderen ‘in naam van’. Ziek word ik ervan, dat gehaatzaai.

    1. Er is een oplossing: fatsoenlijk geschiedenisonderwijs met aandacht voor de verworvenheden van de sociale wetenschappen. In de jaren zeventig en tachtig waren we een eind op de goede weg, maar het werd sindsdien allemaal cultuurgeschiedenis. En postmoderne vaagheid in plaats van erkenning dat er epistemologische problemen zijn. Jammer.

  2. Steven

    Wat een pech Rob Vermaat dat nauwelijks een paar dagen na je waardevolle bijdrage dat van Denemarken komt. Self defeating zeggen ze elders dan.

Reacties zijn gesloten.