De Nabateeërs van Petra

Een Nabatees portret uit Mada’in Salih (Archeologische Musea, Istanbul)

Voor ik het met u kan hebben over de Nabateeërs, een Arabische stam in zuidelijk Jordanië en het noordwesten van Saoedi-Arabië, moeten we het eerst hebben over de Assyriërs. In de loop van de negende en achtste eeuw v.Chr. onderwierpen die grote delen van de Levant. Na 612 v.Chr. namen de Babyloniërs de macht over in het Nabije Oosten. Zij annexeerden de koninkrijkjes die nog ontbraken aan het oosterse wereldrijk: Juda in 587, Ammon en Moab in 582, Edom in 553. Koning Nabonidus trok daarna verder naar de oase Tayma en bereikte uiteindelijk Yatrib, het huidige Medina.

Daarmee kwam een einde aan een reeks kleine IJzertijdstaten, zonder dat er duidelijk nieuw gezag was. De bewoners hergroepeerden en verplaatsten zich. De bewoners van Edom lijken naar het noordwesten getrokken en in het gebied dat ze achterlieten treffen we de Nabateeërs aan. In een jong deel van het boek Jesaja lezen we dat “Nebajoth” kwamen offeren in Jeruzalem (60.7). We weten niet zeker of dat Nabateeërs zijn, maar het zou kunnen.

Lees verder “De Nabateeërs van Petra”

De constructie van Mohammed

Soms lees je een boek waarvan je denkt: dit was echt geweldig, geweldig goed. Ik heb het hier weleens gehad over The Rise of Civilization van Redman, Pirennes Mahomet et Charlemagne en Meiers Geschichte der Völkerwanderung. Boeken van oudheidkundigen die de data in de volle breedte overzien, die een synthese bieden van wat bekend is en die nieuwe richtingen aanwijzen. Zo’n boek is ook Muhammad and the Empires of Faith van de Amerikaanse arabist Sean Anthony, dat twee jaar geleden is verschenen. Het gaat over de wijze waarop de eerste generaties moslims een beeld van hun profeet vormden, een modieus onderwerp, en is tevens interessant omdat het werkelijk ingaat op de uitdagingen van de eenentwintigste-eeuwse oudheidkunde.

Ibn Ishaq over Mohammed

Eerst iets over de eigenlijke inhoud, waarvan dit natuurlijk duidelijk is: het begin van de islam hangt samen met het optreden van Mohammed. Lange tijd was het beeld dat westerse wetenschappers van de profeet hadden, in wezen identiek aan dat van de moslims, zij het ontdaan van wat wonderverhalen. Dit beeld gaat terug op het oeuvre van Ibn Ishaq, die een geschiedenis schreef die begon bij de schepping en culmineerde in het optreden van Mohammed. Onderzoekers als Patricia Crone wezen erop dat dit boek laat is gepubliceerd – ruim een eeuw na de dood van de profeet – en probeerden zelf een geschiedenis te schrijven die was gebaseerd op meer contemporaine bronnen, islamitisch of anders. Ze wezen ook op de grotere context: het antieke Arabië was geen geïsoleerd gebied maar onderdeel van een wereldsysteem.

Lees verder “De constructie van Mohammed”

De sji’ieten van Irak (1)

Ali, de “leeuw des geloofs”, de ongewilde leider van de sji’ieten

De islam kent twee hoofdstromingen: de soennieten ofwel traditionalisten en de sji’ieten ofwel partijgangers. De splitsing gaat terug op een conflict dat meteen na de dood van Mohammed is ontstaan. Ik blogde er al eens over. De Profeet had enerzijds aangegeven te willen worden opgevolgd door de beste moslim en had anderzijds zijn schoonzoon Ali aangewezen. Misschien ontwikkelde Mohammeds denken en zag hij aanvankelijk de geloofsgemeenschap (de umma) als alternatief voor de familie en benadrukte hij later toch verwantschapsbanden.

De soenna en het kalifaat

Hoe dat ook zij, toen Mohammed was overleden en Ali de gebruikelijke verplichtingen vervulde, koos Mohammeds inner circle van vertrouwelingen de oude Abu Bakr als opvolger. Er was haast. Het was namelijk crisis: er was een concurrerende Arabische leider, sommige stammen meenden dat verdragen met Mohammed na diens overlijden kwamen te vervallen en tal van andere zaken waren onvoldoende geregeld. Abu Bakr bezat de voor het voortbestaan van de umma benodigde doortastendheid. Wat een nette manier is om te zeggen dat hij geweld niet afwees.

Lees verder “De sji’ieten van Irak (1)”

Henri Pirenne: Van Late Oudheid naar Vroege Middeleeuwen

De apostel Paulus. Byzantijns ivoorsnijwerk, gevonden in een Merovingische context (Teseum, Tongeren)

Nog een derde filmpje in mijn reeks “Zit een oudheidkundige met de rug naar een boekenkast”: dit keer over Henri Pirenne, de grote Belgische historicus. Ik heb al eens eerder over zijn boek Mahomet et Charlemagne geschreven en het is niet zo zinvol dat te herhalen. U leest het hier maar.

Het filmpje duurt een kwartier. Langer dan ik wilde, maar het is dan ook een heel belangrijk boek. Niet om de eigenlijke these: dat de Late Oudheid, met de Merovingen als opvallendste dynastie, overging in de Vroege Middeleeuwen doordat de handel tussen het oostelijk en westelijk bekken van de Middellandse Zee tot stilstand kwam na de Arabische veroveringen. Zonder Mohammed geen Karel de Grote. Dát is weerlegd.

Lees verder “Henri Pirenne: Van Late Oudheid naar Vroege Middeleeuwen”

Mohammed. Van profeet tot legerleider

Vorige week zou Mohammed. Van profeet tot legerleider van wetenschapsjournalist Marcel Hulspas zullen zijn gepresenteerd, maar de auteur was ziek. Dit boek verdient echter wel aandacht, want het is echt aardig. Ik zal het echter niet bespreken, aangezien ik meelezer ben geweest.

Moet u dit boek lezen? Een historische belangstelling behoeft natuurlijk geen rechtvaardiging. En zeker Mohammed, de beroemdste Arabier aller tijden, verdient een behoorlijke biografie. Hulspas is dan ook beslist niet de eerste die er een schrijft. Sterker nog, in feite is dit Hulspas’ vierde boek over de periode tussen pakweg 550 en 650 na Chr. Eerst publiceerde hij een lijvige biografie, namelijk deze. Vervolgens was er een boekje over de wijze waarop Mohammed moderne moslims inspireert. Daarna was er Uit de diepten van de hel. In dat boek behandelde Hulspas de christelijke geloofsconflicten, de daaruit voortvloeiende verzwakking van het Byzantijnse Rijk en de opkomst van de islam. En nu dus een boek dat als werktitel De kleine Mohammed had maar zoveel nieuws bevat dat het moeilijk kon doorgaan voor een samenvatting van het voorafgaande. Een geheel nieuw boek dus, dat ik met plezier heb gelezen.

Lees verder “Mohammed. Van profeet tot legerleider”

De jonge islam

De aqedah (Byzantijns reliefje uit het Nationaal Museum in Beiroet)

Onlangs verzorgde ik een lezing waarbij het ontstaan van de islam ter sprake kwam. Over dat onderwerp is – door gelovige moslims, door islamofoben en door historici – voldoende gezegd dat niet herhaald behoeft te worden, maar ik wil wel wijzen op een punt dat ik belangrijk vind: er gingen ideeën aan de islam vooraf. Nu is dat natuurlijk het intrappen van een wagenwijd openstaande deur: nieuwe ideeën ontstaan doorgaans in wisselwerking met andere. Als het niet zou zijn, zouden we immers niet begrijpen wat er nieuw aan was. Maar het blijft interessant te kijken waartegen Mohammed zich afzette, welke ideeën de zijne voortbrachten, waartegen hij polemiseerde en wat de in de vroege islam gemaakte keuzes zeggen over de eerste gelovigen. Daar ligt, zoals ik zie, momenteel een van de fronten van de geschiedwetenschap.

In de eerste plaats: in het laat-Romeinse Rijk won het christendom aan populariteit. Eerst stonden de keizers Licinius en Constantijn het geloof toe, daarna waren er keizers die het als persoonlijke voorkeur hadden, vervolgens kwam een einde aan de overheidssubsidie van de heidense culten en tot slot zag keizer Theodosius erop toe dat de christenen één centrale leer hadden, vastgelegd in de geloofsbelijdenis die op het Concilie van Constantinopel in 381 werd bevestigd.

Lees verder “De jonge islam”

Henri Pirenne

St.-Pietersnieuwstraat 132, Gent

Afgelopen zondag en maandag ben ik in Gent een paar keer langs het huis aan de Sint-Pietersnieuwstraat 132 gewandeld waar de Belgische historicus Henri Pirenne (1862-1935) woonde, de auteur van Mahomet et Charlemagne. Het bleek een moderne bouwval. Zelfs geen gevelsteentje herinnerde aan de ooit beroemde bewoner, maar eigenlijk verbaasde dat me niet. Wie een écht belangrijk boek schrijft, zal zien dat zijn inzichten zó ingeburgerd raken dat niemand meer herkent dat je er anders over kunt denken, waarna degene die het heeft bedacht kan worden vergeten.

De vraag die Pirenne wilde beantwoorden, was waarom de Middeleeuwen zo’n ander karakter hadden dan de Oudheid. Er was een transitie geweest, zoveel was duidelijk. In het Romeinse Rijk was er interregionale handel, bloeiden de steden, betaalden de mensen met munten, beloonde de overheid zijn functionarissen in geld; in de Middeleeuwen was de handel beperkter, waren de steden kleiner, ruilde men producten en compenseerde de vorst zijn graven en hertogen door ze land in leen te geven. Wat was er gebeurd?

Lees verder “Henri Pirenne”

Wie is er bang voor Mohammed?

hulspas_bang

Ik moet Marcel Hulspas ruim twaalf jaar geleden hebben ontmoet. Hij vond me via het internet en vroeg me als meelezer van zijn boek En de zee spleet in tweeën, waarin hij de ontstaansgeschiedenis van de joodse Bijbel beschreef. Een mooi boek, ik kan het u aanraden. Niet dat Hulspas – ik ken niemand die hem Marcel noemt – altijd gelijk heeft, maar omdat hij verdraaid goede vragen stelde over het heilige boek.

Ik zie hem nog regelmatig, al belette het immer falende voormalige rijksspoorwegbedrijf onze laatste ontmoeting. (Iets met blaadjes die op de rails lagen en treinen die zó kort waren dat ik geen fiets kon meenemen.) Van zijn allerlaatste boek, Wie is er bang voor Mohammed?, was ik eveneens meelezer. Dat maakt het onmogelijk om het boek eerlijk te recenseren en dat zal ik dan ook niet doen.

Lees verder “Wie is er bang voor Mohammed?”

I.M. Patricia Crone

De oeroude moskee van Damghan

Het zal eenieder die de krant een béétje leest zijn opgevallen dat er de laatste jaren nogal wat discussie is over het ontstaan van de islam. Ik heb er bij verschillende gelegenheden aandacht aan besteed: een tijdje geleden wijdde ik twee stukjes (1, 2) aan het boek van Fred Donner, ik nam een stuk over dat mijn goede vriend Richard wijdde aan een Koran-manuscript dat mogelijk ouder was dan de islam, ik schreef over het leuke boek van Piet van der Horst over het joodse koninkrijk Himyar, en ik besteedde aandacht (1, 2 ,3) aan de onlangs verschenen Mohammedbiografie van Marcel Hulspas. Kortom: er is nogal wat in beweging. En dat hebben we te danken aan de afgelopen zaterdag op zeventigjarige leeftijd overleden Deense onderzoekster Patricia Crone.

Het probleem is heel simpel. Teksten uit het verleden dienen te worden gelezen als teksten uit het verleden. Ze hebben een eigen beelden- en vormentaal. Ze veronderstellen een eigen wereldbeeld. Wie dat negeert, zal de antieke en middeleeuwse teksten gegarandeerd verkeerd begrijpen. Dit klinkt erg logisch en is dat ook, maar als het gaat om religieuze teksten is er bij sommige gelovigen een zekere aarzeling. Het is ten slotte Gods woord, moet je dat niet letterlijk nemen? Voor het onderzoek vormt deze weerstand geen bezwaar, maar het betekent wel dat er in de voorlichting soms wat weerstand moet worden weggenomen. De kritische discussie over het ontstaan van het jodendom en christendom begon in de negentiende eeuw, die over de islam is jonger. Een belangrijke tekst hierbij is het boek Hagarism van Michael Cook en Patricia Crone uit 1977.

Lees verder “I.M. Patricia Crone”

Hulspas’ Mohammed (3)

hulspas_mohammed_en_het_ontstaan_van_de_islamIs Mohammed en het ontstaan van de islam, waarover ik hier en daar al blogde, een goed boek? Ik heb het al gezegd: Hulspas stelt een vraag die menig wetenschapper heeft laten liggen, schrijft een beter boek dan het tweeluik van Hans Jansen en bedt de profeet in een langere traditie in. Dat is wat saaier maar ook realistischer dan het onwaarschijnlijke beeld van een vernieuwer die met werkelijk alles breekt. Niemand kan een totale vernieuwer zijn, iedereen is een kind van zijn tijd, ook Mohammed.

Dus ja, u zult geen spijt krijgen van uw lectuur. Hulspas schrijft goed en beledigt u niet met simplisme. Zijn eerste hoofdstukken zijn taai want hij weet dat u dat aankunt. Hij schuwt de wellichts, misschiens en waarschijnlijks niet: u bent heel goed in staat met hem mee te denken. Ook maakt hij u meer dan eens deelgenoot van de wijze waarop geschiedwetenschappers hun bronnen evalueren:

Lees verder “Hulspas’ Mohammed (3)”