Kanttekeningen bij “Rokjesgate”

 

rok

Oké, dat was redelijk bizar: het bericht dat een teamleider in het Amsterdamse stadsdeel Nieuw-West een mailtje had gestuurd naar de vrouwelijke baliemedewerkers met het verzoek geen korte jurkjes, rokjes en knielaarzen te dragen. De daarop volgende heibel was even voorspelbaar als terecht en inmiddels heeft de gemeente laten weten dat ambtenaren zelf mogen bepalen wat ze dragen. Het is krek zo.

Kanttekening één: zoals zo vaak gaat de discussie over een bericht waarvan we de achtergrond niet kennen. De aanleiding kan veel onschuldiger zijn geweest dan het lijkt. Ik heb wel eens een opmerking gekregen dat een van mijn broekzakken uitgescheurd was en dat dat voor een docent toch wat slordig was – ik zou me nu kunnen voorstellen dat een soortgelijke opmerking de aanleiding was tot een verder alleszins onbesuisd mailtje. Dan is de kwestie niet het weinig liberale kledingvoorschrift maar een onnadenkende teamleider.

Kanttekening twee: dat ambtenaren zelf mogen bepalen wat ze dragen – dat is nu net de laatste jaren tot probleem gemaakt. Zo’n vijftien jaar geleden was dit inderdaad de norm. De enige uitzondering was dat kleding niet was toegestaan als die het functioneren als ambtenaar belemmerde. Een badmeester kan beter geen militaire kistjes dragen en een chirurg geen mof. Ik herinner me een sikh (die geacht wordt een rituele, botte dolk te dragen) die niet werd aangenomen bij een hotel en zijn rechtszaak verloor.

De mijns inziens alleszins redelijke norm “ambtenaren mogen zelf bepalen wat ze dragen, tenzij het hun werkzaamheden bemoeilijkt” is in feite bediscussieerbaar geworden/gemaakt door de discussie of vrouwen een boerka mogen dragen en of ambtenaren zich mogen tooien met een hoofddoekje. Voor de goede orde: er zijn inderdaad situaties waarin dat beter niet kan gebeuren, zoals bij de rechterlijke macht, die het Nederlands recht vertegenwoordigt. Symbolen uit andere rechtstradities lijken me daar minder gewenst. Maar ik zou niet weten waarom een baliemedewerker geen hoofddoek mag dragen, zoals ik ook niet weet waarom een vrouw niet in een boerka over straat zou mogen (al vind ik het onprettig om naar te moeten kijken). Ik heb de discussies altijd curieus gevonden.

Door de problematisering van hoofddoekjes en boerka’s moet de overheid – in casu een teamleider en de gemeente Amsterdam – nu standpunten innemen over een kwestie waarover vroeger een onomstreden norm bestond. De overheid is niet langer neutraal en zo lijkt het wel alsof Nederland een land wordt als Iran, met dwingende kledingvoorschriften. Ik zou echter niet weten waarom de kledingkeuze niet kan worden overgelaten aan de mensen zelf.

Deel dit:

15 gedachtes over “Kanttekeningen bij “Rokjesgate”

  1. O.L.E Jongmans

    Kledingvoorschriften kunnen in bepaalde gevallen, kunnen zelfs gewenst zijn, maar daar dient dan wel een brede consensus over te bestaan. Die is er in dit geval, voor zover ik weet, niet!
    Maar voor men tot een oordeel komt, zou men eerst moeten weten: Wie, Wat, en Waarom? En dat weten we nu (nog) niet!

  2. Manfred

    Ik zie mensen die zich hier vrolijk of boos om maken. De vrolijkerds roepen: die malle ambtenaren toch, de bozen roepen: zie je wel, moslims! Beiden interesseren zich niet om wat er gaande is maar gebruiken het bericht als kapstok om hun stokpaardjes aan op te hangen.

  3. Maurits de Groot

    Wie in dienstverband een bedrijf of instituut representeert mag mijns inziens beperkt worden in zijn kledingkeuze of verschijning. Persoonlijk vind ik het niet prettig geholpen te worden door zwaar getatoeëerde mensen, figuren met ringen door lip of wenkbrauw en mensen in vieze kleren. Met een hoofddoek of tulband heb ik geen enkel probleem. Eertijds heette dit ‘representatief voorkomen’. Zelf werd ik vroeger vanwege mijn lange haar ook niet overal aangenomen. Duidelijke regels hiervoor lijken mij wel gewenst. Dat voorkomt misverstanden. Wat betreft rokjes, die kunnen natuurlijk niet kort genoeg zijn.

  4. Waarom moet dit “Rokjesgate” heten? De vergelijking met Watergate raakt kant noch wal.
    Het verbaast mij dat u deze lachwekkende benaming overneemt.

    1. Taal is van iedereen. Als iedereen dit woord gebruikt, dan zou ik wel een enorme ijdeltuit zijn als ik stug volhield dat het anders heette.

      Dit geldt uiteraard niet voor de Chaussée Brunehaut. Mensen die het hebben over de Via Belgica mogen dan in de meerderheid zijn, ze zijn gewoon dom.

      1. Wat mij tegenstaat aan “Rokjesgate” is de mediahysterie waar deze benaming van getuigt. Een ambtenaar in Mokum schrijft een onhandige memo. Dat is onbenullig lokaal nieuws, dat niet tot Kamervragen moet leiden. Er is geen sprake van een “-gate”.

        Doorgaans bent u de eerste om holle frasen in berichtgeving door te prikken. Vandaar mijn lichte verbazing.

  5. Tijdens een outplacement traject kreeg ik het advies om mij in driedelig te kleden voor een sollicitatie op een school.

    Hartje zomer werd een collega naar huis gestuurd omdat hij met een korte broek op school verscheen.

    Op een andere school kregen wij voor een open dag het dwingende kledingadvies om niet in spijkerbroek te verschijnen …

    ‘Representatief voorkomen’ heeft voor menigeen een andere betekenis.

    Lang haar is een statement uit de zestiger jaren. Tatoeages, ringen door lip of wenkbrauw of andere versieringen staan bij mij op een lijn met een kruisje om de nek of een doek om het hoofd.

    Maar mag ik de uitzondering maken voor bewust gescheurde, verkleurde en bevlekte spijkerbroeken?

    Vrolijke groet,

  6. frank bikker

    Toen ik 20 jaar geleden ging solliciteren bij een school in een kostuum, vroegen ze zich af of ik wel paste in het team. Overigens in de dagelijkse praktijk nagenoeg altijd spijkerbroeken gedragen.

    1. frank bikker

      “Hoerenkleding” heb ik nog nooit gezien bij ambtenaren en ook bij een “hoer” dien je je handen thuis te houden, als zij niet wil.
      Volstrekt belachelijke opmerking.

    2. Antoinette, je bent het levende bewijs dat vrouwen helemaal geen mannen nodig hebben om vrouwen te vernederen. Dat kunnen vrouwen onderling heel veel beter. Net al onder de duim houden. Je opmerking is denigrerend, discriminerend en door de extra toevoeging “ook Nederlanders” ook nog eens racistisch.

      1. Désirée, , dat ook Nederlanders is, omdat tegenwoordig men snel denkt dat aanrandingen gebeurt door buitenlanders. Wat vrouwen betreft, die laten zich de mode nog steeds vooral voorschrijven door mannen. niet wat men zelf liever zou dragen, meer passend bij je leeftijd en je eigen manier van leven.

Reacties zijn gesloten.