Taparet

Sarcofaag van Taparet (Medelhavsmuseet, Stockholm)

Sarcofagen als de bovenstaande, van mevrouw Taparet, zijn niet zeldzaam. Elk museum met een egyptologische collectie heeft er wel ergens een staan. Deze staat in Stockholm en in ons Rijksmuseum van Oudheden staat de grafkist van Wahibre-em-achet.

Deze sarcofagen dateren uit wat egyptologen de “late tijd” noemen en die naam spreekt boekdelen. In de negentiende eeuw, toen in Europa het nationalisme en imperialisme hoogtij vierden, waren de egyptologen vooral geboeid door de tijd waarin een puur-Egyptische cultuur had bestaan en het land een imperium had bezeten in Voor-Azië. Toen die Aziatische gebiedsdelen verloren waren gegaan en de Egyptische heersers kwamen uit Libië, Nubië, Assyrië en Perzië, was voor de toenmalige egyptologen de sjeu eraf: dit was een tijd van verval of op zijn best een nabloei. In het museum in Cairo is deze periode nog altijd buitengewoon stiefmoederlijk bedeeld en ik ben niet optimistisch over het nieuwe museum.

Voor het noorden van het Middellandse Zee-gebied was het juist de tijd waarin alles begon en classici hebben het daarom wel over de “archaïsche periode”, de tijd die voorafgaat aan de klassieke. Culturen maakten contact, dreven handel, groeiden economisch, leerden van elkaar. Het eindresultaat was het ontstaan van de klassieke cultuur, uitgedragen door mensen die Grieks en Latijn spraken.

Mevrouw Taparet, die u ergens rond 600 v.Chr. moet plaatsen, maakte mee hoe die culturele kruisbestuiving begon. Ze is afgebeeld als mummie: haar lichaam is gewikkeld in wat ik maar even “zwachtels” zal noemen en alleen haar gezicht en pruik zijn zichtbaar. Of misschien zien we wel een gezichtsmasker of een kartonnage, die een afbeelding vormden van het hoofd.

De hiëroglyfen op de voorkant vertellen dat Taparet zeventig jaar, vier maanden en veertien dagen oud is geworden. Verder worden haar echtgenoot en zoon genoemd, die hebben gediend aan het hof van de vorsten van de Zesentwintigste Dynastie.

Het is een fascinerende tijd, waarin Egypte niet meer op zichzelf stond en niet langer kon dicteren wat andere vorsten behoorden te doen, maar was opgenomen in een zich ontwikkelend netwerk van mogendheden. Het was een fase van beginnende globalisering en zo bezien is de Egyptische Late Tijd in feite een Ontstaanstijd.

[Dit was de 247e aflevering in mijn reeks museumstukken; een overzicht is hier.]

Deel dit:

4 gedachtes over “Taparet

  1. Ben Spaans

    …opgenomen in een zich ontwikkelend netwerk van mogendheden…of de Egyptenaren er echt enthousiast over over zijn geweest is twijfelachtig. Opstanden tegen de netwerkende Assyriërs en Perzen, tot de Macedoniërs echt te sterk bleken.

  2. Erik Hofmans

    Goed om deze periode eens niet als een tijd van verval te beschouwen, maar als een periode van nieuwe mogelijkheden! In feite is dat zo voor de hand liggend, maar het ooit genoten onderwijs blijkt in de praktijk een fikse barrière.

  3. Theo Joppe

    Grappig dan alleen dat deze sarcofaag precies het tegenovergestelde uitdrukt van wat je in je laatste alinea zegt: hier ziet je het hardnekkig vasthouden aan oude rituelen en vormen; geen vorm van “globalisering” of “ontstaanstijd” te bespeuren. Ik denk niet dat mevrouw Taparet daar in haar lange leven ooit iets van heeft meegekregen.

    1. Theo dat is moeilijk te constateren. Ik denk niet dat de sarcofaag per se hoeft uit de drukken waar de overledene persoonlijk voor stond, maar meer haar sociale groep reflecteerde?

Reacties zijn gesloten.