Nubië

Standbeelden van enkele koningen van Nubië, gevonden in Dukki Gel (Museum van Kerma). Let op de dubbele uraeus-slang op het voorhoofd. Deze staat voor de twee culturen en de twee koninkrijken langs de Nijl.

Ik vermoed dat als Luuk de Blois en Bert van der Spek het handboek waarnaar ik (om uit mijn mentale impasse te geraken) ben teruggekeerd, anno 2021 zouden bewerken, ze meer aandacht zouden besteden aan Nubië. Eén reden is dat er inmiddels in het Drents Museum een expositie is geweest die duidelijk het belang toonde van het koninkrijk in het huidige Soedan. Als de auteurs het niet al wisten, kenden ze dat belang wel sinds hun bezoek aan Assen. Nubië was een IJzertijdkoninkrijk dat in zijn eigen recht belangrijk was.

Een andere reden is dat de corridor langs de Nijl meer dan vroeger in de belangstelling staat. De DNA-revolutie zijnde een hermeneutische revolutie, moeten we aannemen dat ideeën langs de rivier zijn gemigreerd. Ik schrijf “aannemen” omdat ik zelf geen voorbeelden noemen kan die kunnen dienen als bewijs. De auteurs van Een kennismaking met de oude wereld (allebei hoogleraar) zouden, als ze hun boek nu moesten herzien, de middelen hebben het wel uit te zoeken. Van ziektekiemen weten we zeker dat ze langs de Nijl naar het noorden kropen. Dat zal dus ook wel zijn gebeurd met prettigere zaken.

Geen kloon

Nubië was niet, zoals het lang gepresenteerd is geweest, een kloon van Egypte. Het was een zelfstandig koninkrijk met een eigen ideologie. En een eigen cultuur. Als het alleen maar een Egyptische kloon was geweest, zouden de Egyptenaren niet zo’n diepe haat hebben gevoeld dat ze beelden gingen kapotmaken. Ze zouden hun schouders hebben opgehaald over hun epigonen. Maar het was anders. In het Nijldal bestonden twee culturen, niet één, en Egypte ervoer Nubië als bedreiging omdat het niet slechts een afgeleide beschaving was.

De Nubische koningen onderwierpen hun verdeelde noorderburen tegen het einde van de achtste eeuw v.Chr. Vervolgens stookten de Nubische heersers van Egypte in de Levant. Dat maakte een interventie vanuit Assyrië, dat dacht alleenheerser in de Levant te zijn, onafwendbaar. Koning Esarhaddon slaagde er inderdaad in de koning van Nubië-Egypte, Taharqo, te verdrijven. Tijdelijk. Hij keerde terug. Esarhaddons opvolger Aššurbanipal dreef de Nubiërs terug naar het zuiden, maar kon Egypte niet annexeren.

Er is veel meer over Nubië te vertellen. Hier zijn wat links: een offerdier, de vijanden van Nubië. koning Senkamanisken, de tafel van de zon en een koninklijk sieraad.

Deel dit:

4 gedachtes over “Nubië

  1. Rinus

    Opmerkelijk dat je de geschiedenis van de Nubische koningen pas in de 8e eeuw v.Chr. laat beginnen. Uit de interactie tussen de Egyptenaren en hun zuiderburen, is al veel meer en van veel eerder bekend over Nubië.
    In het 4e millennium vertoonden de materiele cultuur van Egypte en Nubië al veel overeenkomsten (Naqada I). De Nubiërs worden ook wel aangeduid met de poëtische naam de A-groep. Zowel in Egypte als in Nubië zijn er sociale bewegingen in de richting van staatsvorming herkenbaar aanwezig; bijvoorbeeld de ‘koningsgraven’ in Qustful (Beneden Nubië) en Hierakonpolis en Abydos (Egypte). Uitwisseling van goederen (handel?) vindt al plaats, de Egyptenaren zijn geïnteresseerd in producten uit Afrika: ebbenhout, (de schalen van) struisvogel eieren, exotische dieren en hun producten, etc.
    Rond de eenwording in Egypte (ca. 3000 v.Chr.) verandert de houding van Egypte. Uit vroege Egyptische bronnen weten we van (militaire) expedities in Beneden Nubië (Ta-Sety – land van de boog(schutters). Er worden forten gebouwd aan de zuidgrens van Egypte (Aswan/Elefantine) en – zeer waarschijnlijk – ook in Buhen (Nubië).
    In dezelfde periode onderhield Egypte waarschijnlijk al met groepen in Boven Nubië.
    Aan het eind van het 2e millennium is de relatie tussen Egypte en Nubië anders. Er zijn teksten van een Egyptische expeditieleider die contacten heeft en handel (uitwisseling) heeft met meerdere politieke eenheden in (Boven?) Nubië; we spreken dan van het late Oude Rijk in Egypte.
    Vanaf die tijd is er voortdurend hommeles tussen de twee staten, met wisselend succes voor beide partijen. Sterke militaire aanwezigheid van Egypte tijdens het Midden Rijk en het Nieuwe Rijk, met meer Nubisch succes ( vrijheid, overmacht?) in de tussenliggende perioden. Mobiele groepen, die in de woestijnen ten oosten en westen van de Nijl leefden, waren in ieder geval al veel minder gebonden aan de staatsgrenzen. Zij werkten en handelden grotendeels voor eigen rekening voor beide grootmachten.
    De archeologie van Beneden en Boven Nubië (in het noorden en het zuiden) is sterk in ontwikkeling en het oude – 19e eeuwse beeld – van Nubië wordt stukje bij beetje bijgesteld. En terecht, in wat wij nu Nubië noemen bestonden al van oudsher min of meer zelfstandige groepen, met hun eigen culturen, die natuurlijk wel in contact stonden met hun noorderburen.

    1. Robbert

      Opmerkelijk dat je….
      Ja, beetje vreemd Jona, want je eerste verwijzing: Nubie (naar Nubia, Livius.org) geeft vollediger informatie.

Reacties zijn gesloten.