
Nu maak ik alweer dertien jaar een nieuwsbrief met oudheidkundig nieuws. Die van juli verschijnt later vandaag. Ik verbeeld me dat ik in de loop der jaren een paar dingen in de smiezen heb gekregen, zoals dat oudheidkundigen persberichten niet gebruiken om zoveel mogelijk mensen zo snel mogelijk te voorzien van zo accuraat mogelijke informatie. Exposure is voor oudheidkundigen vooral een manier om te hengelen naar fondsen.
Als ik de Livius Nieuwsbrief in elkaar zet, benoem ik dat misbruik. Helaas is geen aflevering compleet zonder dat ik de lezers erop moet wijzen dat iets als nieuws wordt gepresenteerd dat allang bekend is. Deze maand is er bijvoorbeeld de mededeling dat de Karthagers kinderoffers brachten, een conclusie die hier in Nederland bijvoorbeeld het onderwerp is geweest van de keurige Byvanck-lezing van alweer een paar jaar geleden. In het buitenland is dat niet anders. Daar is dit ook allang het onderwerp van keurige lezingen en keurige stukjes in keurige tijdschriften. Het bericht van deze maand is dus ronduit overbodig.
Ander voorbeeld van misleiding: de welbewust aangemoedigde hypes rond Amfipolis of Toetanchamon. Allemaal overbodige berichten die de oudheidkunde een welverdiende reputatie opleveren als het vak dat altijd meer belooft dan het waarmaakt.
Mochten de herhaling van oud nieuws en de hypes onvoldoende zijn om de oudheidkundige disciplines te beroven van elke geloofwaardigheid, dan zijn er nog de evidente onwaarheden. Het meest schokkend vind ik de papyrologie. Ik had hier iets willen vertellen over de gang van zaken rond de Sapfo-papyri, maar ik was te kwaad over de leugens over dateerbare inkt om dit stukje evenwichtig te houden, dus ik laat dat achterwege.
En dan zijn er de één-tweetjes tussen cynische wetenschappers en gehaaste journalisten. De archeologie van Israël, een van de interessantste regio’s uit de oude wereld, wordt altijd beschreven met het negentiende-eeuwse frame “de Bijbel heeft gelijk / heeft geen gelijk”. Maar neem van mij aan: het is wél interessant, het is wél intellectueel de moeite waard, de wetenschap heeft wél stappen voorwaarts gemaakt en is wél aangekomen in de eenentwintigste eeuw. De oudheidkundigen zeggen het u niet en de journalisten vragen er niet naar, maar het is echt zo.
***
Oudheidkundigen zijn automutilanten die hun eigen vak kapot maken: ik meende dat ik het wel begreep, ik meende dat ik de valkuilen wel kende. Maar ik ben er vorige maand lelijk in gevlogen. U herinnert zich allemaal dat skelet uit Pompeii dat zou zijn onthoofd door een neerkomend stuk vulkanisch puin. De foto hierboven is de wereld over gegaan. Ik heb er in de vorige nieuwsbrief naar gelinkt en het enige dat voor mij pleit is dat ik er weinig aandacht aan heb besteed. Iconisch beeld, zeker, maar het was maar een bescheiden nieuwtje.
Bij nader inzien is het zelfs dat niet. Toen archeologen verder groeven, ontdekten ze namelijk de schedel en nu gaan ze ervan uit dat de ongelukkige is gestikt. Zoals zoveel mensen uit Pompeii. Een menselijk drama, maar geen wereldnieuws, geen regionaal nieuws, eigenlijk helemaal geen nieuws. Ik had het kunnen en moeten weten, want er was domweg geen wetenschappelijke publicatie. De opgraving in Pompeii was nog niet eens afgerond toen de opgravers de foto al naar buiten brachten. De wetenschap als desinformateur.
De conclusie van dit boze stukje? Al denk je dat je het klappen van de zweep kent, dan nog blijkt de oudheidkundige nieuwsmachine je met nóg meer zelftrivialisering te kunnen verrassen. Als een soort jengelend kind vraagt het vak om aandacht. De oudheidkunde is de Johan Vlemmix van de wetenschap.
Vreemde titel voor een blog dat dat toch ook doet (aandacht trekken), zij het om betere redenen? Wellicht was ‘non-nieuws’ (ter vermijding van die andere term) of ‘slechte journalistiek/wetenschap’ beter van toepassing geweest.
Zonder je conclusie tegen te spreken: het interesseerde me een maand geleden al niet of dit slachtoffer nou dood was gegaan door een rotsblok tegen zijn kanis of op een andere manier. Ik heb zo’n vermoeden dat het slachtoffer al evenmin veel interesse heeft.
Amen
Heerlijke ‘rant’ weer Jona! En toch – we kennen elkaar onderhand een beetje – ben ik het niet helemaal met je eens en vind ik je kijk op de zaak wat eenzijdig.
Je onderschat, denk ik, de amusementswaarde die wetenschap óók heeft. Wetenschapsnieuws is, in zekere zin, ook ‘intellectueel amusement’, zoals bioloog Menno Schilthuizen me eens zei in een opmerking die me aan het denken heeft gezet.
Neem nou zo’n skelet: het is een mooi plaatje, lollig bijna, dat uitstraalt dat er zoiets bestaat als een verleden waarin je nog bij een vulkaanramp kon omkomen, en dat het onderzoek van dat verleden nog springlevend is – zelfs bij Pompeii worden nog nieuwe dingen ontdekt. Ik zie dat liever dan de zoveelste foto van politici die poseren voor de camera of artiest huppelepup die op zijn gitaar staat te spelen.
Eén niveau duisterder: ‘maar ze gebruiken zo’n foto gewoon als reclame!’ Dat kan ik me voorstellen, de BV Pompeii heeft een geoliede persmachine die heel goed weet wat ze naar buiten brengt en wat niet. Ergens is dat kwalijk, maar aan de andere kant: zo werkt de wereld. Er is een grijs vlak waar commercie en publieke nieuwsgierigheid elkaar overlappen: we willen allemaal toch echt weten hoe de nieuwe kantoorflat op de hoek eruit komt te zien en hoe de nieuwe BMW oogt, dan maar in de vorm van gelikt persmateriaal. Als er een raar lijk opduikt in Pompeii, wil ik dat misschien gewoon wel zien. En ik vind het niet erg als er daarbij wat sluikreclame wordt gemaakt voor Pompeii, zoals ik het ook niet erg vind als er via het nieuws wat reclame wordt gemaakt voor de zielige kindertjes in Afrika.
Daarná pas komt het niveau wat jij hier aanroert: boosaardige machinaties van de wetenschap, simpel gezegd. Daar schrijf ik veel over, zoals je weet, en vind ik erg schadelijk, met name omdat het het vertrouwen in de wetenschap schaadt. Maar ik denk dat daarvoor meer nodig is, zoals: ‘We wisten stiekem best wel dat dit skelet niet door die steen is omgekomen, maar dat houden we geheim omdat het anders het nieuws niet haalt.’ Dit is het mechanisme dat ik veelvuldig zie bij bijvoorbeeld medische wetenschap, en inderdaad soms ook bij archeologie (die bijbelse archeologie die je noemt!)
Ik denk dat die smoking gun hier ontbreekt en dat je ‘de wetenschap’ wat te hard afrekent op wat me een veel onschuldiger gevalletje lijkt van: ‘de bv Pompeii stuurt mediageniek plaatje de wereld in – en komt daarna tot de ontdekking dat het anders zit.’
Ook, misschien wel *juist* in het aankaarten van misstanden moeten we uiterst zorgvuldig zijn, collega!
“dat er zoiets bestaat als een verleden waarin je nog bij een vulkaanramp kon omkomen”
Dat kan tegenwoordig nog steeds, kwestie van op het juiste moment op de juiste plaats zijn. Vraag maar na in Guatemala.
“zelfs bij Pompeii worden nog nieuwe dingen ontdekt.”
Wat voor nieuws is er dan ontdekt? Dat er stenen rondgeslingerd worden? Giftige gassen verspreid? Hoe heeft dit skelet concreet bijgedragen aan onze kennis en begrip aan wat er in Pompei gebeurd is?
“Ik zie dat liever dan de zoveelste foto van politici die poseren voor de camera of artiest huppelepup die op zijn gitaar staat te spelen.”
Dat legt de lat wel heel erg laag. Maar toegegeven, deze twee voorbeelden kunnen me meestal ook niet boeien.
Ik stond op het punt om hetzelfde te zeggen-over die vulkaan.
Mee eens! Er is niets mee met wat reclame en de mensen die echt geïnteresseerd zijn , prikken toch wel door die sensatieverhaaltjes heen. Het positieve is misschien wel dat de jeugd in eerste in instantie op de sensatie afkomt, maar dat een klein gedeelte daarvan op de lange duur echt de interesse daarin begint te ontwikkelen. Jona, ik weet niet hoe de interesse bij jou is begonnen, maar ik denk toch ook als 12 jarige die mooie plaatjesboeken van Toetanchamon las en doorbladerde?
Ja, ik snap je betoog en ik zou je ook helemaal gelijk willen kunnen geven. Alleen: er is in mijn vakgebied gewoon niks anders dan leut. We trekken eindeloos de aandacht met leuke, mediagenieke plaatjes – en dan houdt het eigenlijk op. Als het eens goed gaat, is het een high-tech-verhaal, zoals dat over dat röntgenlicht waarmee ze nu de verbrande Herculaneum-papyri willen gaan lezen. En dat zijn dan altijd mensen uit de technische wetenschappen. Classici, oudhistorici en archeologen blijven teveel hangen in oppervlakkigheden.
Misschien moeten dan de serieuze wetenschappers in deze vakken het vak communicatie of journalistiek erbij nemen om de echte ontdekkingen voor een groot en breed publiek toegankelijk te maken. Zo vind ik Maarten van Rossem ondanks al zijn miskleunen wel een goeie met zijn lezingen op You Tube over de 20 e eeuw.
Ik hink op twee gedachten. Enerzijds vind ik overdracht van informatie zó belangrijk dat elke wetenschapper het zou moeten doen. Het is een van de drie verplichtingen die in zijn officiële taakomschrijving staan. Ik ben dus radicaler dan jij: het is niet een erbij nemen van de communicatie, maar het is gewoon je werk eens gaan doen.
Anderzijds: als ik zie hoe onprofessioneel ze het momenteel doen, dan kan ik alleen concluderen dat de universiteit meer veranderen moet dan ze aankan. Bezuinig dan de corresponderende 4% uit de eerste geldstroom en 5% uit de tweede, en hevel dat over naar een professionele afdeling voorlichting.
De allerideaalste situatie is overigens dat we eens nadenken wat we nu eigenlijk willen met de informatievoorziening in onze samenleving. Als we nu een systeem bedachten hoe we de noodzakelijke kennis verwerven en krijgen op de plaatsen waar ze nodig is, en hoe we mensen opleiden om in de toekomst verder te gaan, dan zouden we de universiteit niet opnieuw uitvinden.
‘Niks anders dan leut’ – dat zou ik willen bestrijden.
Voorbij de pr zie ik vaak ook wel degelijk integere, boeiende onderzoeksresultaten: uit de archeologie, dna-analyses enz. De pareltjes vind ik onder meer door jouw blog te volgen, overigens 🙂
Ik meen me te herinneren dat ik op school al geleerd heb dat de Karthagers kinderoffers brachten, maar dat is langer dan een paar jaar geleden en het menselijk geheugen is feilbaar.
Eigenlijk bevat dit stukje een zelfverwijzing. Het is geen nieuws dat oudheidkundige zaken in de pers komen die niet nieuw zijn. Troost kan slechts bieden dat de oudheidkunde lang niet het enige niet-nieuwe nieuws is dat de kracht haalt. Dat bankiers zich verrijken, of dat het Nederlands voetbalelftal faalt, of dat….Kennelijk hoeft nieuws niet nieuw te zijn, maar is het slechts dat wat volgens de krant de emoties van de lezers op een bepaald moment zal prikkelen, zodat de krant kan blijven bestaan en ook andere wetenswaardigheden kan opdissen.
Weet je wat ik zo vreemd vindt? Dat het criterium of iets ‘nieuws’ is helemaal niet meer bepalend is voor de publieke aandacht. Dat geldt bijvoorbeeld ook (helaas) voor het NOS-Journaal. Het lijkt er inmiddels al jaren op dat de beschikbaarheid van beeldmateriaal eerder bepaalt of iets in het nieuws komt dan datgene wat werkelijk nieuws genoemd mag worden. Op tv is het dan vooral bewegend beeld )waarvan overigens ook niet altijd vast is te stellen hoe relevant dat beeld nu eigenlijk is) en voor kranten, sites en blogs zijn dat foto´s. Het zorgt heel kort voor een soort aha-erlebnis (oh ja!) en dat is misschien ook wel het effect dat gezocht wordt. Het is hetzelfde effect als datgene dat we in deze zomermaanden weer gaan meemaken en hele families naar Italië, Griekenland en Turkije op vakantie gaan en en passant ook een archeologische site bezoeken, alleen maar om daarna te kunnen zeggen dat ze er geweest zijn, maar ter plaatse geen flauw idee hebben wat ze allemaal met die hopen steen aan moeten. Misschien Jona, moeten we er ons bij neerleggen dat er diverse categorieën van mensen zijn die nieuws in zich op willen nemen. Enerzijds de groep die ik hierboven heb geschetst en waarbij het ‘nieuwtje’ over Pompeii wellicht heel kort iets teweeg brengt en het daarna weer vergeet. En anderzijds de serieuze wetenschapper en onderzoeker die niet alleen wil weten wat het nieuwe van het nieuws is, maar vooral ook waarin dat nieuwe dan schuilt en wat de context is.Helaas wordt deze laatste groep via de publieke media slecht op zijn wenken bediend. Alleen al daarom is het goed dat Mainzer Beobachter bestaat.
Ik vind veel archeologische vondsten interessant, ook als ze niet zo ‘spectaculair’ zijn. Ook al is de Pompejaan niet onthoofd en is hij/zij ‘gewoon’ gestikt zoals zovelen toentertijd, dan nog blijft zo’n vondst interessant. Helaas wordt veel archeologische interessant nieuws ‘opgeleukt’, misschien om meer mensen te enthousiasmeren, misschien in verband met fondsenwerving.
Ik ben blij dat de archeologische vondsten tot ons komen. Van belang is om te kijken naar de essentie van een vondst en de ‘opleuking’ te laten voor wat het is. Interessante vondsten zijn op zich al ‘leuk’. Goede wijn behoeft geen krans, toch?
Die Carthaagse kinderoffers zijn nog steeds onderwerp van debat: echt doorslaggevend bewijs dat het om offers gaat en niet om jong overledenen ontbreekt namelijk (en is waarschijnlijk niet te leveren).
Maar terug naar die man met dat blok in Pompeii. Ik heb nog even de persberichten van eind mei opgezocht, maar de meeste daarvan zeggen helemaal niet (zoals nu.nl) dat hij onthoofd is, maar dat hij verpletterd is, en dat de schedel nog gevonden moet worden. Dat is niet onjuist, volgens mij.
Wel is het zo dat de berichten expliciet of impliciet suggereren dat de man door het blok gedood is. Maar als je naar het originele persbericht van Osanna c.s gaat, blijkt dat die conclusie voor rekening van de journalisten komt, want hoewel de hypothese wel gegeven wordt, wordt de concrete doodsoorzaak niet genoemd en ook duidelijk gezegd dat de man getroffen is door de pyroclastische wolk. Verder blijkt uit het bericht dat het blok niet op zijn hoofd is gevallen, maar op zijn bovenlichaam. Dat niet helemaal doorgekomen is (ook in wat minder sensatiezoekende persberichten) is niet de schuld van de archeologen en hun voorlichters die het persbericht hebben gemaakt, lijkt me.
Zie http://www.pompeiisites.org/Sezione.jsp?titolo=La+prima+vittima+dei+nuovi+scavi&idSezione=7718&lookfor=scheletro