
Vianen is niet een van de grote plaatsen van joods Nederland, maar het heeft een synagoge gehad die in de loop van de negentiende eeuw door enkele tientallen gelovigen werd bezocht. Een klein gebedshuis in de mediene, joods Nederland buiten Amsterdam. De gemeente werd echter kleiner en kleiner en in 1920 werd ze opgeheven.
Het achttiende-eeuwse gebouw kwam in handen van een protestants kerkgenootschap dat het rijksmonument behandelde zoals je een rijksmonument behandelt: men liet de oorspronkelijke elementen netjes intact, zoals het houten tongewelf, de vloer, een vrouwengalerij op twee Toscaanse zuiltjes en een wasgelegenheid op de binnenplaats. Het was niet heel spectaculair – het is allemaal niet vergelijkbaar met bijvoorbeeld de Folkingestraat-synagoge in Groningen – maar juist dat maakte het bijzonder.
En ja, dat schrijf ik in de verleden tijd. Het interieur is er niet langer.
Vorig jaar kreeg het gebouwtje nieuwe eigenaren die de gemeente lieten weten dat ze de synagoge zouden restaureren. Omdat de benodigde vergunning niet meteen kon worden afgegeven, verleende de gemeente Vianen, zo lezen we, alvast toestemming om met bepaalde werkzaamheden te beginnen. De plaatselijke erfgoedcommissie zou de voortgang controleren.
Dat was september 2018. Op 1 januari volgde een gemeentelijke herindeling en werd Vianen deel van de gemeente Vijfheerenlanden. Je kunt je voorstellen dat de fusie van de ambtelijke apparaten niet soepel verliep, al lijkt dat (zie hieronder) niet de verklaring te zijn voor het feit dat de zaken gierend verkeerd gingen. In elk geval vermeldt de ontwerp-vergunning expliciet dat het ging om een restauratie en om een monument. Desondanks belandden delen van het interieur in de afvalcontainer. Vóór 3 juni (de datum van een brief aan de plaatselijke historische vereniging) had een ambtenaar die een kijkje was gaan nemen al geconstateerd dat de vloer was gesloopt.
Hoe dit kon gebeuren, daarover lopen de lezingen uiteen. De nieuwe gemeente beweert dat de nieuwe eigenaren nooit de Erfgoedcommissie hebben uitgenodigd, zodat ze het werk in feite ongecontroleerd deden. De eigenaars spreken dit niet tegen maar benadrukken dat ze zich aan de regels hebben gehouden. Daarover meldt het artikel waarnaar ik zojuist linkte:
In de brief aan de nieuwe eigenaar is de gemeente in elk geval nooit duidelijk geweest [over] wat wel en wat niet toegestaan was. In de brief van september 2018 werd niet gerept over het interieur van de synagoge.
Nee, allicht niet. Als je een voetbalstadion verbouwt, houd je rekening met de grasmat. Als je een archief verbouwt, houd je rekening met de draagkracht van de vloer. Als je een café verbouwt, denk je aan de tap. Als je een monument verbouwt, houd je rekening met datgene wat het monument uniek maakt. En als je zegt dat je een monument restaureert, sloop je het niet. Als een gemeente dit soort vanzelfsprekendheden in een brief moet vastleggen, is het einde zoek.
De gemeentelijke woordvoerster weet het vervolgens nog erger te maken.
We hebben in Vijfheerenlanden te maken met fouten die – zeer tot onze spijt – in het verleden gemaakt zijn. Helaas hebben die hun doorwerking in het heden. Door deze fouten konden wij in dit geval niet handhaven. De gemeente doet er alles aan om dit in de toekomst te voorkomen.
Eh, “fouten die in het verleden gemaakt zijn”? Zou de woordvoerster hebben gezegd dat de fusie van de ambtelijke diensten de reden was van haperend toezicht, je zou ervan hebben gebaald maar je zou er begrip voor hebben gehad. Ambtenaren zijn ook mensen. Blijkbaar is deze voor de hand liggende en begrijpelijke verklaring echter niet de reden van de ontsporing en is er in het verleden een ernstiger fout gemaakt. Welke, dat horen we niet.
“De gemeente doet er alles aan om dit in de toekomst te voorkomen”: als dat waar zou zijn, kun je naar buiten brengen wát je aan het doen bent. Bijvoorbeeld dat je een onmiddellijke stop hebt gelast. Maar dat horen we niet, zoals we ook niet horen hoe het mogelijk is dat vóór 3 juni een overtreding van de Monumentenwet is geconstateerd en op 3 juli toch een vergunning is afgegeven. Je zou denken dat je als gemeente ingrijpt. Bijvoorbeeld door de nieuwe eigenaren te herinneren aan de betekenis van de woorden “restauratie” en “sloop”. Maar de woordvoerster zegt zelfs daar niets over.
Het is wat wrang dat dit nieuws uitgerekend met het joodse Nieuwjaar komt, als de joodse gemeenschap het te druk heeft om een striemende reactie te schrijven. Dus schrijf ik die maar.
De gemeente kan helemaal niets doen om zoiets in de toekomst te voorkomen want er is in Vianen niet nog een synagoge waar dit zich kan herhalen.
Helaas is de repressie binnen veel gemeenten op het gebied van Monumentenzorg nul komma nul.
Oeps, helaas.. wist ik niet…ach ja; het ligt nu al in de container…
Ik denk dat het probleem niet alleen ligt bij slecht bestuur, al is achterwege blijvende controle dit keer een factor. Het probleem zit minstens zoveel bij een erfgoedsector die is verbureaucratiseerd en een mentaliteit heeft doen groeien waarin niet werkelijk wordt nagedacht over erfgoed, maar waarmee cultuur een afvinklijstje is op een ambtelijk lijstje. Zo komt niemand op het idee verder te kijken dan soms noodzakelijk is. Een derde factor lijkt me in dit geval kwade wil van de eigenaren van het gebouw. Dat is misschien een hard oordeel, maar wie een vergunning aanvraagt voor restauratie van een monument en dat vervolgens gaat slopen, heeft iets uit te leggen. Op zulk gedrag kan zelfs het beste ambtelijke apparaat niet anticiperen.
Ja, het is stom van de gemeente, maar pfffff moet dan altijd alles tot in den treure worden gecontroleerd? Als je iets gaat restaureren, dan weet je dat ‘slopen’ niet de meest voor de hand liggende restauratiemethode is???? Ik dacht dat iedereen wel wist hoe strak de regels omtrent monumenten zijn, tot aan de gebruikte verfkleur aan toe.
Triest. Want weg = weg, en komt nooit meer terug. Overigens was ik – op basis van de titel – even bang dat het hele gebouwtje was afgebroken. Dat valt dan weer mee…
Wacht maar tot straks de Omgevingswet in werking gaat; meer en meer verantwoordelijkheid wordt bij de eigenaar gelegd.. “want die weet toch immers zelf wat het beste is voor zijn gebouw?”.
Helaas zijn er nog veel te veel eigenaren die een monument voor de bühne willen: een leuk historisch geveltje, maar daar binnen uiteraard een strak en functioneel kantoortje.
Tel daarbij de groeiende leegstand in de winkelsector, en de daarmee gepaard gaande groeiende stimulatie van wonen in de binnenstad (alles fijn opdelen in kleine, strakke appartementjes), en ik ben bang dat we dit soort uitwassen alleen maar vaker zullen gaan zien.
‘Ja, het is stom van de gemeente, maar pfffff moet dan altijd alles tot in den treure worden gecontroleerd?’
Ja, dat moet dus wèl. Helaas. Bewijs geleverd. Daar zijn inspecteurs voor – althans, die zouden er moeten zijn, als ze niet zijn wegbezuinigd – die hun neus op de werkplek laten zien, desnoods elke dag, als de intenties van een eigenaar mogelijk niet zuiver zijn. Dat geldt niet alleen op gemeentelijk niveau, maar ook de hogere overheden laten steken vallen. Dan rest er niets dan een ambtelijk ‘sorry’ en het uitdelen van de bekende zwarte pieten…
Ik denk ook dat toezicht cruciaal is. Er zijn teveel aanwijzingen dat de erfgoedwetgeving wordt ontweken. In Cuijk – ik breng dit nog even in herinnering – was het de gemeente zelf die de wet meende te kunnen negeren.
“Slechts twee dingen zijn oneindig, het universum and menselijke stompzinnigheid, en betreffende het eerste ben ik nog niet zo zeker.”
Einstein
Tja, met geld kun je je veel permitteren in/met een risicomijdende samenleving/overheid waar niemand meer echt verantwoordelijkheid neemt/verantwoordelijk wordt gehouden. Hoe is het inmiddels met de Grote Synagoge van Deventer? Daar was ook een hoop gedonder over.
De gemeente is ernstig te kort geschoten door alvast toestemming te verlenen met de werkzaamheden te beginnen, terwijl er nog geen vergunning verleend was, dat is vragen om moeilijkheden. Maar misschien zagen de verantwoordelijke bestuurders dat anders en zijn ze net zo kwaadwillend als de eigenaar. Die laatste wist heel goed dat die vergunning ook en vooral zou gaan gelden voor aanpassingen aan interieuronderdelen met monumentale waarde. Het gaat vaak fout omdat kostbare elementen in een monumentaal pand, zoals onder stuckwerk of in kelders verborgen tegeltableaus of op zolder verborgen middeleeuwse dakconstructies, niet geïnventariseerd zijn, en de kwaadwillende eigenaar ze haastig in het weekend laat verwijderen om van het gedoe af te zijn. Dit gebeurt helaas maar al te vaak, maar in dit geval gaat het om een algemeen bekend staand interieur. Er is dus geen sprake van stiekem vandalisme, het is als een overval op klaarlichte dag waarbij de ingelichte autoriteiten van tevoren de politie hebben bevolen op kantoor rapporten te schrijven.
Er staat “ in nauw overleg met de Erfgoedcommissie”, aldus de eigenaren!!!
Ik zeg dan dat de eigenaren keihard staan te liegen evenals de gemeente, die zijn overheidstaak overduidelijk verzaakt heeft, want beiden zien waarschijnlijk de bui al hangen. Dat ze op zullen draaien voor de kosten van een eventuele reconstructie om dit culturele vandalisme van 19e eeuwse proporties nog enigszins goed te maken.
Overigens zou ik ook wel eens willen weten wie die nieuwe eigenaren zijn. Het zou namelijk niet de eerste keer zijn dat particuliere belangen van lokale politici botsen met algemene belangen.
Dit is “Fake news”.
Ik ben “bijna buurman” van dit pand en heb de nieuwe eigenaren een keertje geholpen.
Ze hebben de vloer die op zand lag en verrot was vervangen (wat hard nodig was). Het hele interieur komt weer terug. Daar overheen bouwen ze een podium die 1,5 meter hoger ligt voor buro’s. Het wordt een kantoor waar je door glas in de vloer heen kunt kijken naar de antieke banken.
Het stond voor een prikkie te koop maar niemand kon de kosten dragen van jaren lange verwaarlozing.
Met gevoel voor de historie voor dit pand investeren zij tonnen om dit op te knappen en een nieuwe functie te geven.
Pure demonisering, laat je even informeren voor je dit soort onzin plaatst.
Blijkbaar weet u meer dan de eigenaren: “De eigenaar van het pand wil overigens niet bevestigen dat de synagoge weer in de oorspronkelijke staat wordt teruggebracht.”
Wie verspreidt er nou fake news?
Geachte hr. Robson hoe verklaart u dan de uitspraken van de gemeente?
Ik kan het reageren aan anderen overlaten: zoals gezegd spreekt u de eigenaren zelf tegen, die zelf niet willen zeggen of ze het plan hebben de synagoge in de oorspronkelijke staat terug te brengen”, en u spreekt de gemeente tegen, die erkent dat een fout is gemaakt.
Er klopt meer niet aan dit verhaal: de gemeente gaat helemaal niet over Rijksmonumenten, want Rijks. Daar gaat de RCE over (Rijksdienst Cultureel Erfgoed) gezeteld in Amersfoort.
(en het is een Rijksmonument: nummer 37251, geregistreerd als ‘kerk’ :-), op de Bakkerstraat 8)
Gelukkig zijn er nog mensen die wel nakijken wat er klopt in plaats van te hakken op de overheid.
Inderdaad, als je aan een monument gaat werken hoor je de wet te kennen. De gemeente controleert wel maar kan nooit altijd ter plaatse zijn. dat wil de burger ook niet, de bouwer niet en de belastingbetaler ook niet, die wil dat de budgetten zo laag mogelijk gehouden worden. Als de bouwer kwaad wil is dat niet tegen te houden, alleen achteraf te beboeten. Ik ken verhalen van monumenten die ‘geheel per ongeluk’ vernield waren zodat er geen restauratie kon plaatsvinden. Of monumentale gevels die intact waren maar het achterliggende gebouw voor 100% vernield.
Ik hoop dat de heer Robson gelijk heeft en dat het allemaal wel meevalt.
Sorry, maar dat is niet helemaal waar.
Het onderscheid tussen Rijks- en gemeentelijk monument slaat slechts op degene die het monument hebben aangewezen.
Daar is indertijd het Rijk mee begonnen (vandaar dat de meest in het oog springende monumentale panden meestal Rijksmonumenten zijn).
Het Rijk doet dat echter niet meer (of nauwelijks), terwijl er in de praktijk er toch regelmatig panden aangetroffen (vooral jongere architectuur) die beschermenswaardig worden geacht. Daarom zijn de gemeentes hiermee verder gegaan.
De eindverantwoording ligt in beide gevallen echter bij de gemeente (college van B en W).
Waar in Beverwijk de synagoge stond staat nu een winkelcentrum met ervoor een gedenkteken (een hele lelijke in mijn ogen).