
Even ten zuiden van Apeldoorn, achter Ugchelen, ligt het Herenhul: een niet al te grote open plek in het bos, op een oostelijke uitloper van de Veluwe (de “Hoge Bank”), vlakbij de Asselse Heide, waar in de Middeleeuwen klapperstenen werden gedolven om ijzer uit te winnen. Het was ook niet ver van de weg van Holland naar de IJsselvallei, die min of meer parallel loopt aan de huidige A1. De autosnelweg loopt rakelings langs het Herenhul en blokkeert vanuit Apeldoorn bezien de toegang; je rijdt er het makkelijkste heen vanuit Beekbergen en moet een stukje wandelen. Het is hier.
Omdat het niet heel bereikbaar is, was ik er nog nooit geweest en ik zou er ook nooit heen zijn gegaan als Sander Hurenkamp er niet over had geschreven in zijn Canon van Apeldoorn. Er is weinig te zien en de grote kei die er nu staat is er later geplaatst, maar dit was de plek waar de graaf van Gelre recht kwam spreken. Later was dat de taak van de hertog van Gelre, nog later van de vertegenwoordiger van de Habsburgse vorsten en tot slot van rechters van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Het laatste vonnis schijnt te dateren uit 1620. De vonnissen werden hier ook voltrokken: de Hoge Bank was ook een galgenberg.
Het staat vast hier al in 1227 recht werd gesproken, toen een geestelijke uit Beekbergen aanwezig was bij een zaak. Dat het al eerder een plek van betekenis was, blijkt uit het feit dat Braclog ofwel Bruggelen, zoals het ooit heette, al in de tijd van Karel de Grote – in 801 om precies te zijn – werd vermeld.
Het moet er een drukte van belang zijn geweest, want waar de landsheer kwam, kwam ook zijn gevolg, en dat trok weer kooplieden, troubadours en petitionarissen aan. Waar recht werd gesproken, waren ook klerken, gerechtsdienaren, de beul, vertegenwoordigers van de steden en de voltallige ridderschap. Omdat het een bekend punt was, kon de landsheer hier ook worden gepresenteerd aan de Gelderse adel, geestelijkheid en derde stand: zo werd in 1405 Reinoud IV hier ingehuldigd als hertog.
Ik lees hier dat Hermen Bomhof erop heeft gewezen dat hier ook een herberg De Aap is geweest, waar zowel de hoge heren als de aangeklaagden de nacht doorbrachten voordat de hertog uitspraak deed. Met in het vooruitzicht dat je keel binnenkort zou windewaaien was het geen onverdeeld genoegen om “in De Aap gelogeerd” te zijn – vandaar de uitdrukking. Ik weet niet of Bomhof gelijk heeft, maar het is te aardig om hier onvermeld te laten.
Zie https://onzetaal.nl/taaladvies/in-de-aap-gelogeerd-zijn
Ja, het is een bekende (en erg leuke) discussie.
Voordat de A1 werd aangelegd kon je gewoon de Richtersweg uitfietsen naar Beekbergen en dan kwam je er langs, zoals wij deden op weg naar het schoolzwemmen. Maar nooit maakte het onderwijs, dat volgens sommigen toen nog op een veel hoger peil dan nu stond, ons er op attent langs welk een historische plaats wij kwamen.
Wij mochten als kind overigens niet in ons eentje in de Bruggelen komen, want daar zaten “kerels”
Ik ben nu wel heel nieuwsgierig naar het boek, dwz de bronnen en de duiding van eeen aantal gebeurtenissen. Zo gaat er bij mij niet in dat voltallig ridderschap en delen van het vroedschrap afreisden naar een plek op de veluwe om recht te spreken. Rechtspraak vond lokaal plaats in de 4 kwartieren in diverse steden en locaal
En de inhuldiging van Reinald IV op de Veluwe. Het zou kunnen dat dit één van de inhuldigingen, maar ‘de’ inhuldiging lijkt mij sterk. Even afgezien van het feit dat hij als hertog van Gulich ( Gulik/ Jülich) ook elders is ingehuldigd.
Ik ben ook heel nieuwsgierig, Rudmer. De bronnen zullen wel bekend zijn, de vraag is wat de duiding is.
Steeds in gedachten houdend dat we het meeste allemaal niet weten, kan ik me wel iets voorstellen bij het circus rond een rondreizende hofhouding. De belangrijke gebeurtenissen zullen zich ongetwijfeld in de hofsteden hebben afgespeeld, maar je moet ook je macht tonen door je leenmannen iets van aanzien gunnen, nietwaar?
Zo reist in onze tijden Oranje B.V. regelmatig het land door om de ‘verbondenheid’ met het enthousiast vlaggende volk te tonen, uiteraard op kosten van de belastingbetaler en zeer tot trots en genoegen van de lokale bestuurders.
What’s new…
‘Oranje BV’ tussen aanhalingstekens…. 😉
‘(…) het Herenhul: een niet al te grote open plek in het bos (…)’
Dat bos is het Engelanderholt (Engelerholt), genoemd naar het buurtschap Engeland dat in vroeger tijden wel Engelen zal hebben geheten.
Het wordt voor het eerst genoemd in een oorkonde uit 801 waarin ene Hrodulf zijn bezit in Engeland, een hoeve en een twaalfde deel van het bos Braclog (Bruggelen dus) aan de Benedicterabdij in Werden aan de Ruhr schenkt.
In het Engelanderholt zijn restanten van tijdelijke jagerskampjes uit het Mesolithicum, de Midden Steentijd (9300-4900 v. Chr.) gevonden en resten van permanente bewoning in Neoliticum van de Trechterbekercultuur (ca. 3400-2900 v. Chr.).
Er liggen ook nog een aantal grafheuvels in het gebied, maar het is niet helemaal duidelijk wat daarvan de datering is (Laat-Neolithicum, Bronstijd of IJzertijd).
In de Romeinse tijd lijkt het gebied spaarzaam bewoond te zijn geweest.
De bekende archeoloog Albert Egges van Giffen vond in 1937 urnen, vaatwerk en glas in een Vroeg-Middeleeuws grafveld (Laat-Merovingisch en Karolingisch).
Dat komt mooi overeen met de op de opkomst van de Veluwse ijzerindustrie.
Leuk om te weten, maar ook hiervan heb ik op weg naar het schoolzwemmen nooit iets gehoord.
Engeland was de naam van een aantal boerderijen voor bij het bos, maar nog voor Beekbergen.
Het bos zelf heette de Bruggelen. In Apeldoorn noemt met overigens het bos de bos, in Ugchelen is het gewoon het bos.
‘Leuk om te weten, maar ook hiervan heb ik op weg naar het schoolzwemmen nooit iets gehoord.’
Dat is natuurlijk ontzettend jammer. Meestal wordt de belangstelling voor het verleden pas gewekt op het moment dat het wordt bedreigd…
Een paar jaar geleden waren we met de hele familie op weekend in Uddel. Vanuit het volgebouwde Vlaanderen is het ruige landschap daar een verademing.
We delen een verschillende taal, zou je kunnen zeggen over Vlaams en Nederlands. Jullie plaatsnamen zijn fantastisch, en dat bedoel ik in 2 betekenissen. Ze zouden zo uit een fantasy-roman kunnen komen.
Dat vinden wij Nederlanders nou van Vlaamse plaatsnamen. Een paar voorbeelden, na raadpleging van Wikipeida:
Afsnee
Dworp
Everbeek (OK, dan denk ik aan Obelix)
Niel-bij-Sint-Truiden (hoeveel koppeltekens heeft een plaatsnaam nodig?)
De Panne
Ukkel
Daar kan toch alleen de provincie Limburg tegenop en die is voor een noorderling als ik toch al zo’n beetje buitenland.
Wat dacht je van Zuid-Afrika:
Vereeniging
Helpmakaar
Bloemfontein
Bitterfontein
Vrede
Volksrust
Welkom
Zeerust (tegen de grens met Botswana.)
‘(…) We delen een verschillende taal (…)’
Is dat zo? Volgens mij delen wij dezelfde taal, maar spreken we die anders uit?
Niettemin is het landschap dat in de noordelijke Nederlanden in de voorlaatste ijstijd – het Saalien – werd gevormd, wel kenmerkend: stuwwallen, dekzandruggen en later uitgestrekte heidevelden en stuifduinen.
Maar dat is slechts kenmerkend voor centraal en oostelijk Nederland, hoor. West-Vlaanderen tot in noordwest Frankrijk behoort tot dezelfde Rijn- , Maas-, Schelde-delta.
De Randstad in Nederland is net zo vol gebouwd en de mensen hier snakken naar lucht, ruimte, stilte en duisternis. Wat een groot goed dat dat er hier en daar nog is, ook al staan die kostbaarheden zwaar onder druk door projectontwikkelaars en hun politieke vriendjes…
Dan wordt het Hollandse ‘huldtoneel’ op de Schepelenberg te Heemskerk toch beter bijgehouden. Zie alvast een zwart-wit fotootje in het fragment van mijn nieuwe boek dat al op het internet staat: https://www.omniboek.nl/boek/de-oudste-stad-van-holland/ Verderop in het boek staat de foto ook nog in kleur.
Ja, daar wilde ik het ook over hebben: het huldtoneel in Heemskerk. Is er een etymologische verwantschap tussen ‘hul’ en ‘huld’? Of is de gelijkenis toeval?
Nou snap ik waar de naam Apenheul vandaan komt.
Leuke verklaring voor dat gezegde ( al of niet waar)