Beek, een dorpje in Nederlands Limburg, heeft iets gemeen met Bagdad, de hoofdstad van Irak: erfgoedroof. De illegale handel heeft het plaatselijke museum overvallen. Voor zover er verschil is, is dat slechts in de schaal en het thema van het museum: in Bagdad een groot oudheidkundig museum, in Beek een plaatselijk museum, gewijd aan de Tweede Wereldoorlog. De overeenkomst is dat in beide gevallen een team inbrekers doelgericht te werk ging en precies wist wat het moest halen.
Gewoon dus, beng, je komt aanrijden, je laat je auto achter, je blokkeert de weg met banden om een eventuele politie-ingreep te vertragen, je breekt de deur van het museum open, je helpt je aan wat je nodig hebt en je vertrekt met een tweede auto. Zo simpel was het, daar in Beek.
De politie onderzoekt momenteel de inbraak maar het lijkt erop dat de vandalen handelden voor een opdrachtgever. Net als in Bagdad is het probleem niet alleen de dader maar ook de heler.
En vrijwel zeker zullen die allebei vrijuit gaan. De bestrijding van erfgoedroof heeft in Nederland immers nauwelijks prioriteit. Dat de inbrekers in Beek rekening hielden met een politie-ingreep, heeft eigenlijk iets ontroerends.
Omdat je zonder veel risico flinke winsten kunt maken, wordt erfgoedroof steeds populairder. De betrokkenen worden dan ook steeds brutaler. Ik krijg regelmatig spullen aangeboden. Hierboven een screenshot van Twitter van iemand die vrijwel zeker een tussenhandelaar is. (Naam verwijderd. Ik zou anders immers reclame maken. De fascinerende huisregels van deze blog gelden ook voor mij.)
Het absurde is dat deze handelaar in gestolen oudheden inhaakte op een draadje waarin ook een museum was opgenomen. Zó opzichtig gaat het. De erfgoedroof is de schaamte voorbij.
Ach, als ik zie hoe sommige gemeentes omspringen met hun erfgoed, verbaast het me ook niet dat het bij justitie onbelangrijk is . Platte poen heeft meer prioriteit.
Frank Bikker: graag voorbeelden! En damn Ben ik benieuwd wat de rest daarvan denk.
Ik vrees dat Jona gelijk heeft. Ik ben zelf jarenlang hoofd erfgoed van een relatief grote gemeente geweest en heb aan den lijve meegemaakt dat het plaatselijke erfgoed als zó vanzelfsprekend wordt ervaren dat vrijwel niemand er over nadenkt om er ook daadwerkelijk, en wanneer nodig daadkrachtig voor op te komen. ‘De’ Nederlander (als dat mag van Maxima) heeft niet zoveel op met zijn eigen erfgoed en is meer gefocuset op de toekomst, ongeacht dat erfgoed. Die houding wordt ook weerspiegeld in bezoekersaantallen van musea en in de houding van politie en justitie ten opzichte van ons erfgoed. Overtredingen van de Monumentenwet vinden massaal plaats (helaas), maar het is nauwelijks mogelijk om er daadkrachtig tegenop te treden. Dus, als er ingebroken wordt in een museum én de dieven hebben al een doel voor het gestolen goed (de heler), dan is de kans zeer groot dat ze er ook mee weg komen. Maar wellicht nog minder prettig om te ervaren is dat na een aanvankelijke ophef over de roof in het museum, vrijwel iedereen weer overgaat tot de orde van de dag. Schouderophalend. Niets meer aan te doen.
Daar is wel wat aan te doen, maar een publiekscampagne om het erfgoed écht tussen de oren van de mensen te krijgen (dus niet: de specialisten) is tijdrovend, vraag veel inzet van financiële middelen, vraagt een behoorlijke politieke ondersteuning en een constante en consistente boodschap. Maar ja, erfgoed levert nauwelijks geld op, dus is het voor menige politicus nauwelijks de moeite waard om er tijd aan geld aan te spenderen. [Zij weten niet dat erfgoed wel geld oplevert, maar helaas niet op de korte termijn waarin politici meestal denken.]
Helaas heeft dus ook Bikker gelijk.
Zo is het maar net, Johan. Gelukkig loopt er inmiddels in het museum van die ‘relatief grote gemeente’ een mooie tentoonstelling over middeleeuws leer (waarvan jij best ook het nodige zal hebben opgegraven) waaraan de bezoeker, onder wie veel plaatsgenoten, kunnen zien wat er hier allemaal voor moois uit de grond is gekomen. Hopelijk helpt het een beetje.