
[Dit is het vierde stukje in een zesdelige reeks over de Siciliaanse Expeditie waarmee Athene probeerde Syracuse te onderwerpen. Het eerste deel is hier.]
Op dat moment arriveerde de Spartaanse officier Gylippos met versterkingen uit de Peloponnesos. Ook hij bestormde de Hoogten, marcheerde om de nog onvoltooide Atheense muur en bereikte Syracuse, waar het moreel snel verbeterde. Onmiddellijk begonnen de Syracusanen met de bouw van een nieuwe dwarsmuur, waarmee de Atheners moest worden belet hun stellingen te voltooien. Nikias begreep hoe kritiek de situatie was: zou deze dwarsmuur worden voltooid, dan hielden de Syracusanen hun aanvoerlijn open. Terstond zond hij er troepen op af, maar die werden overvleugeld en verslagen door de Syracusaanse cavalerie.
Voor de Atheners was dit het begin van het einde. De Syracusanen voltooiden hun dwarsmuur, Gylippos beveiligde de verdere weg naar het westen door Labdalon in te nemen en de inheemsen liepen over naar Syracuse.
Nikias slaagde er niet in een antwoord te formuleren en bracht zijn troepen samen op de heuvel die bekendstond als Plemmyrion, ten zuiden van de Grote Haven. Ook al behielden de Atheners een deel van hun stellingen, de manoeuvre werd ervaren als een terugtocht. Het werd er niet beter op toen bleek dat de soldaten die water moesten halen voortdurend werden aangevallen door de Syracusaanse ruiterij. De Atheners konden er niets tegen uitrichten en Nikias moet het moment hebben vervloekt waarop hij de Volksvergadering had voorgehouden dat hij véél troepen nodig had en was vergeten om cavalerie te vragen. Hij stuurde een brief naar Athene met het verzoek óf het expeditieleger te laten terugkeren óf te versterken, en in elk geval hem terug te roepen, omdat zijn nierstenen het onmogelijk maakten effectief leiding te geven.
De Volksvergadering weigerde Nikias’ laatste verzoek maar beloofde wel versterkingen te sturen in de lente. Het was een dapper besluit, want het was inmiddels duidelijk dat de Spartanen de oorlog zouden hervatten tegen de Atheners, zodat dezen al hun troepen nodig hadden in Griekenland. Maar hoe onverschrokken het besluit ook was, het was te laat en vooral: het betekende dat de mislukking werd verlengd en verergerd.
Terwijl de Atheners hun tweede vloot voorbereidden, vielen de Syracusaanse triëren de Atheense aan in de Grote Haven. Weliswaar kwamen de Atheners als overwinnaars uit de strijd, maar het feit dat hun vijanden zich niet meer lieten afschrikken door de Atheense reputatie van onoverwinnelijkheid, was een veeg teken. Bovendien bleek al snel dat de zeeslag niet meer was geweest dan een afleidingsmanoeuvre; tijdens het zeegevecht nam Gylippos de Atheense forten op Plemmyrion in. En alsof het nog niet erg genoeg was, viel de Syracusaanse vloot opnieuw de Atheense aan, dit keer met triëren die zó waren versterkt dat niet alleen, zoals gebruikelijk was, flanken geramd konden worden, maar ook frontale aanvallen worden uitgevoerd. Het resultaat was een kleine maar betekenisvolle overwinning. De Atheense expeditie stond op het punt ten onder te gaan.
***
Maar zoals Gylippos precies op tijd was aangekomen om de belegerde stad te redden, zo arriveerden de Atheense versterkingen, twee eskaders met in totaal vijfenzeventig triëren, juist op tijd. Via contactpersonen in Syracuse had Nikias vernomen dat in de stad werd gesproken over capitulatie. Dat gaf de Atheners nieuwe moed en de zojuist gearriveerde commandant, Demosthenes, liet midden in de nacht de Hoogten opnieuw bestormen. Zo wilde hij de omsingeling van Syracuse herstellen. Hij werd echter verslagen.
Dit zou het moment moeten zijn geweest om te vertrekken. Het was oneervol, maar er was nog kans de verliezen te beperken. Nikias was echter van mening dat het beter was te wachten, want er waren immers berichten dat de Syracusanen het erover hadden zich over te geven aan het versterkte Atheense leger. Dat was een vergissing, want in feite was de stemming in Syracuse opperbest nu zelfs de versterkte vijand er niet in was geslaagd de Hoogten te bezetten. Uiteindelijk erkende ook Nikias dat het tijd was weg te zeilen. Helaas deed zich op de gekozen avond, 27/28 augustus 413, in het sterrenbeeld Vissen een maansverduistering voor. Een slechter voorteken bestond er niet voor een vlootexpeditie en Nikias gelastte de afvaart uit te stellen.
Wat een chaos. En 1 Spartaan, en de situatie kantelt….
Vergelijkbaar met een anekdote uit het wilde westen: een burgemeester telegrafeerde de Texas Rangers dat er een rel was in zijn stad. Uit de trein stapte één Ranger. De burgemeester vroeg waar de anderen waren en de Ranger zei: er was toch ook maar één rel?
Een Spartaan zou het gezegd kunnen hebben…
De reacties zijn wel gesloten, toch nog even dit: bij de Ako in de Beethovenstraat hadden ze Ancient History Magazine niet, ook nooit van gehoord (dat zegt niet altijd iets).
De AKO op het Amstelstation wel. De vriendelijke jonge vrouw achter de kassa wist het meteen, ook waar het blad lag! Ik vind de AKO is de Beethovenstraat al lang een vervelende winkel. Bekakt Oud-Zuid zal ik maar zeggen.
Hé, hé, mijn zakenpartner en zijn vrouw wonen daar. 😉
Hij staat, als je binnenkomt, meteen rechts, midden tussen de geschiedenistijdschriften. Er stonden er, toen ik er dinsdag langs ging, nog zeker vier.
(Mijn zakenpartner woont daar om de hoek. Misschien hebben hij en zijn echtgenote de andere vier gekocht.)
Ligt ie alleen bij de AKO? Die hebben ze bij mij in de buurt namelijk niet.
Ja, ik woon ook in Oud Zuid. Op de Albert Cuijp word ik weleens voor Kakwijf uitgemaakt. Ligt aan mijn parelsnoertje.
Bij de Ako in de Beethovenstraat keek ik tussen de tijdschriften over geschiedenis. Dat tijdschrift was dus wrsch. uitverkocht. Verkopers doen dan soms alsof je iets onmogelijks vraagt. Ben zelf een paar jaar parttime verkoopster bij de Bruna geweest en wist soms ook niet waar de klanten het over hadden.
Collectors item?