
[Dit is het tweede deel van een zesdelige reeks over de geschiedenis van de voornaamste stad van het antieke Sicilië, Syracuse. Het eerste stukje was hier en een landkaartje is daar.]
De Archidamische Oorlog
In het zevende boek van de Historiën last Herodotos een lange uitweiding in over de macht van Syracuse. Hij kan die hebben geschreven voor een publiek in Athene, dat rond het midden van de vijfde eeuw belangstelling begon te krijgen voor Sicilië. Zuidelijk Italië lag vanouds in de invloedssfeer van Korinthe en Sparta, maar in 444 v.Chr. stichtte Athene er een nieuwe stad: Thourioi. Herodotos zelf verhuisde er misschien ook naartoe.
Het bleef daar niet bij. Ik beschreef al eens hoe Athene zich in 433 verbond met Korkyra (Korfu) en begon te kijken naar de steden rond de Ionische Zee. Dat vormde een aanleiding tot de Archidamische Oorlog (431-421), waarin Sparta, Korinthe, Thebe en enkele Zuid-Italische steden het opnamen tegen Athenes Delische Zeebond. Tussen 427 en 424 opereerde een vloot uit Athene in het verre westen. Sommige steden sloten zich daarbij aan.
De Siciliaanse steden waren zich nu vanaf nu bewust van de Atheense macht. Tijdens een conferentie in Gela, georganiseerd door de Syracusaanse democratische leider Hermokrates, besloten ze hun onderlinge conflicten bij te leggen om samen de buitenlanders van het eiland te weren. Vrijwel onmiddellijk sloot een Atheense diplomaat bondgenootschappen met Akragas, Kamarina en enkele inheemse steden. De conferentie in Gela had namelijk niet alle wantrouwen tussen de diverse steden kunnen wegnemen.
De Dekeleïsche Oorlog
In 421 gooide Sparta de handdoek in de ring. Athene had de Archidamische Oorlog gewonnen en de Atheners, die hun handen nu vrij hadden, zonden een armada uit om Sicilië te veroveren. Ik heb daarover al geblogd en herhaal het hier niet. De samenvatting is dat de Syracusanen, geholpen door Sparta, het Atheense expeditieleger wist te vernietigen. Het was meer dan een militaire overwinning: het toonde aan dat de democratie van Syracuse, die gebukt ging onder zware interne spanningen, doeltreffend kon functioneren.

Het is niet verrassend dat Syracuse de zijde van Sparta koos in de Dekeleïsche Oorlog (413-404), die eindigde met de ontmanteling van Athenes Delische Zeebond. Hermokrates voerde het bevel over een Syracusaans eskader dat streed in de Egeïsche wateren, maar in zijn afwezigheid grepen radicale democraten de macht, en hij vernam dat zijn terugkeer niet op prijs werd gesteld.
Tezelfdertijd zag de stad Selinous haar kans schoon in haar conflict met Segesta, een vroegere bondgenoot van Athene. De bewoners van die laatste stad werden teruggedrongen en vroegen de Karthagers om hulp. Waarop de radicale democraten in Syracuse meteen partij kozen voor Selinous.
Oorlog met Karthago
In 408 landde een groot Karthaags leger, gecommandeerd door een van de vele Hannibals uit de geschiedenis, bij Lilybaion en nam Selinous. Dit had ook gevolgen voor Syracuse. Er braken gevechten uit tussen de gematigde en radicale democraten, waarbij ook Hermokrates, die probeerde terug te keren, om het leven kwam.
De Karthagers roken hun kans. Hun generaal Himilko viel in 406 Akragas aan, de belangrijkste Siciliaanse stad na Syracuse. Na een langdurige blokkade en de nederlaag van een Griekse ontzettingsmacht, werd de stad ontruimd. De aanvallers trokken nu verder naar Gela. Het zag er somber uit voor de Grieken en in de eerste weken van 405 benoemden de Syracusanen een leider met buitengewone bevoegdheden: Dionysios.
[Wordt zondag vervolgd]
Al die verwikkelingen in Syracuse zijn eigenlijk net zo fascinerend als die in Athene.
De basis van een historicus zal toch altijd het samenvatten van bronnen moeten blijven…interpretatie is een treetje daarboven….
(En ik heb het daar ook moeilijk mee gehad, scriptieblues ‘Ja maar ik vertel toch niets nieuws’, heel langzaam komt de acceptatie…)
Ja, daarom vind ik historische romans en strips ook vaak zo oninteressant; omdat ze een verhaal vertellen wat in feite ook gewoon het samenvatten van de bronnen is.
Het oog wil ook wel wat. De Apostata reeks van Ken Broeders over Julianus ‘de Afvallige’ is bv. een genot om te bekijken, en een van de weinige bronnen (toch wel) om een beter beeld te krijgen van het laat-Romeinse leger, al is het natuurlijk allemaal wel heel mooi gemaakt, ok.
De boeken van Rosemary Sutcliff bv hebben bij mij toch wel extra belangstelling laten bestaan voor Romeins en post-Romeins Brittannië.
Afbeelding van vandaag:
Een heel mooie Medusa, rennend met het Pegasus paard.
Inderdaad, hele mooie afbeelding.