De hemelschijf van Nebra (4): Aanpassingen

De constatering dat de Hemelschijf van Nebra een astronomische vuistregel bevatte die destijds bekend was in Mesopotamië, maakte het mysterie alleen maar groter. Astronomen menen dat de benodigde kennis niet in het Nebra-gebied kan zijn opgedaan. De hemel, redeneren zijn, is niet helder genoeg om gedurende minimaal veertig jaar de benodigde waarnemingen te doen. Daar staat tegenover dat de mensen in het noordwesten van Europa al ver vóór Nebra een grote kennis van de jaarcyclus hadden; Stonehenge is maar één voorbeeld. Hoe dat ook zij, er speelt nog een ander probleem: hoe zou je in een schriftloze cultuur het inzicht moeten vastleggen en doorgeven?

Speculaties

In zijn boek De Hemelschijf van Nebra speculeert Harald Meller dat de kroonprins van een (hypothetische) Únětice-staat bij het hof van een Mesopotamische vorst op bezoek is geweest, bijvoorbeeld ter versterking van de goede handelsrelaties. Vergelijk het met de wijze waarop wij tegenwoordig handelsmissies organiseren met onze koning aan het hoofd. Die Mesopotamische vorst zou mogelijk de van zijn Wetten bekende Babylonische koning Hammurabi kunnen zijn geweest, want uit zijn tijd stamt de Hemelschijf van Nebra.

Tijdens dit bezoek moet de kroonprins de kennis van het principe hebben opgedaan. Eenmaal thuis heeft hij zijn smid opdracht gegeven de schijf te maken in de oorspronkelijke vorm omdat een voorwerp als dit de meest informatieve vorm was om het inzicht vast te leggen in een schriftloze cultuur.

Hemelschijf van Nebra, reconstructie van de oervorm

Latere ontwikkelingen

Deze kennis moet geheim zijn gehouden, want na enkele generaties moeten de gebruikers zijn teruggevallen op de zonnewende-systematiek die gebruikt was geweest in het observatorium van Goseck (zie het eerste stukje). Deze terugkeer naar een ouder systeem is te herkennen aan de twee horizon-bogen die rechts en links op de schijf zijn aangebracht. Hun lengtes geven de perioden van de dag aan waarop het, afhankelijk van de seizoenen, of dag of nacht is.

De Hemelschijf van Nebra, met rechts een horizon; de horizon links is verloren. De boog onderaan zou een boot kunnen zijn.

De lengte van de bogen is afhankelijk van de breedtegraad op aarde en komt ongeveer overeen met die van Goseck en Nebra. Op de beide polen zou de boog een hele cirkel beschrijven, het is daar immers óf dag, óf nacht. Op de evenaar zouden de bogen alleen een punt beslaan omdat dag en nacht daar even lang zijn.

De “boot”

Deze bogen zijn later aangebracht omdat er afbeeldingen van sterren zijn verplaatst. Er is er zelfs een verdwenen. Het goud komt opnieuw uit Cornwall, maar er is een andere smid aan het werk geweest, aangezien de twee bogen slordiger zijn aan gebracht. De linker is zelfs verdwenen. De hemelschijf functioneerde in deze vorm als een mobiel observatorium.

Goseck

De derde fase

In de derde fase is een gestileerd schip toegevoegd. Dit representeert de zon die in de nacht met een boot van de zonsondergang naar de zonsopgang wordt vervoerd. Meller oppert dat de toenmalige vorsten kennis hebben genomen van de zonnecultus in Egypte en misschien daar zelfs op bezoek zijn geweest. Een andere parallel, iets jonger maar dichter bij huis, is de Zonnewagen van Trundholm uit pakweg 1400 v.Chr.

De Zonnewagen van Trundholm (Nationaal Museum, Kopenhagen)

Langs de rand ziet u negenendertig gaten. De hemelschijf kan in deze fase met spijkers op een standaard bevestigd zijn geweest en in processies zijn meegevoerd.

De late zeventiende, vroege zestiende eeuw v.Chr. was een roerige tijd. In de Egeïsche zee brak de Santorini-vulkaan uit. Een enorme tsunami trof de Minoïsche cultuur op Kreta. Er was een tweede uitbarsting, rond 1617 v.Chr., waarvan de as en rookwolken het klimaat in heel Europa een aantal jaren ernstig hebben ontregeld.

En dus ook het leven van de Únětice-mensen. Misschien probeerden de vorsten van Únětice het tij te keren door de Hemelschijf een vorstelijke rituele begrafenis te geven op de Mittelberg bij Nebra.

Maar dit mocht niet baten. De cultuur loste op in de tijd.

[Dank je wel, Ab Langereis, voor je gastbijdrage! De hemelschrijf van Nebra is vanaf vandaag tot en met 18 september te zien in het Drents Museum in Assen. Daar is ook de expositie over Armenië.]

Deel dit:

17 gedachtes over “De hemelschijf van Nebra (4): Aanpassingen

  1. Frans Buijs

    Ik moet zeggen dat ik die verklaringen over Mesopotamië en Egypte wel erg vergezocht vind. Hoewel ik er meteen aan toe moet voegen dat ik zelf zo gauw niks beters weet!

    1. FrankB

      Mij vergaat het hetzelfde. Bovendien lijkt AbL te impliceren dat sommige betrokkenen beseften dat de Aarde rond was, niet plat.
      Maar ach, speculeren is menselijk.
      AbL heeft een fijne serie geschreven.

      1. Ik zie die implicatie nergens staan, FrankB. Die bogen waar Ab het over heeft (ik denk dat je daar over struikelt), geven het gebied aan waarin de zon elke dag opkomt (of aan de andere kant ondergaat). Ab vertelt het anders, maar het komt op hetzelfde neer. Daarvoor kan je prima een plat wereldbeeld hebben. Je staat gewoon elke ochtend op met zonsopkomst en kijkt waar de zon is opgekomen. Dat zal altijd in het boog-gebied zijn. Het verschuift elke dag een klein stukje. De zon legt dat boog-traject (heen en weer) in een jaar af. Je zou dus ook kunnen zeggen dat die boog een jaar representeert. Of dat ook de bedoeling van de makers is geweest is dan weer vers 2.

    2. Die zijn inderdaad vergezocht en zelfs totaal overbodig. Dat iemand in Mesopotamië of Egypte een fenomeen voor het eerst schriftelijk heeft vastgelegd wil niet zeggen dat dat de plek is waar de waarneming voor het eerst gedaan is.

      “hoe zou je in een schriftloze cultuur het inzicht moeten vastleggen en doorgeven?” Wat dacht je van de honderden megalieten op de Britse eilanden en in Bretagne waar uitlijningen op midzomer/winter-zonsopkomsten/ondergangen zijn vastgelegd en ook (waarschijnlijk) tientallen uitlijningen op de maanwendes? Dat wij in onze moderne maatschappij verslaafd zijn geraakt aan schriftelijke vastlegging wil niet zeggen dat dat de enige manier is om kennis vast te leggen.

      Verreweg de meest eenvoudige en dus ook meest waarschijnlijke verklaring is dat kennis over zonne- en maanstanden lokaal verworven is en “overal” bekend was. En eigenlijk om twee simpele redenen. De zon was bepalend voor wanneer je aktiviteiten kon uitvoeren waar je licht voor nodig had. Tegenwoordig hebben we licht onder een knopje zitten, maar tot 100 jaar geleden had je weinig keus. En de maan was fascinerend omdat je die ook zag als het donker was en omdat die heel variabel was in opkomst, ondergang en schijngestalte.

      1. Ik zou ook graag apodictisch “het kan niet uit Babylon komen” zeggen, maar zo simpel is het lokaal verwerven van voldoende astronomische kennis niet. Je moet over een redelijk lange periode – Meller schrijft: veertig jaar – waarnemingen doen én beschikken over een vrij wolkenloze lucht. Ik voor mij denk dat het allemaal wel zal lukken in Centraal-Europa; er zijn eerder astronomische heiligdommen gebouwd. Tegelijk vind ik het wel een rationeel argument dat ik niet meteen wil verwerpen.

        Kortom: ik ben niet overtuigd van de Babylonische connectie, maar wil het ook niet helemaal uitsluiten.

        1. Ben Spaans

          Zoals de beschrijving van Meller’s theorie van een reis hier wordt weergegeven kun je niet anders zeggen dat hij een verhaal verzint.. Hij presenteert allerlei aannames achter elkaar.

          Ik geloof dat een ander thema van het boek is dat de auteurs menen een vergeten rijk in Midden-Europa op het spoor te zijn. Dat is misschien interessanter?

            1. Ben Spaans

              Dan is het uiteindelijk geen goed boek.
              Een makke die je overigens wel vaker ziet bij Duits populair-wetenschappelijk werk, ook op tv (veel TerraX docu’s b.v.).

              1. Hypothesen op hypothesen stapelen is een beetje de naam van het oudheidkundig beestje. Het mag. Als je maar weet wat je doet. Dan mag je zelfs doordraven.

                Ik heb dat liever dan dat mensen weten wat ze doen. Ik zit net een ergerlijk dom stuk te lezen van een archeoloog die niet weet dat hij voortbouwt op achterhaalde aannames. Het probleem is steeds: er zijn “unknown knowns” maar nogal wat mensen zijn te gespecialiseerd om dat te weten.

                Ik heb dan liever een Harald Meller of een Tom Buijtendorp, die woest speculeren, maar tenminste weten dat ze dat doen.

  2. “In de derde fase is een gestileerd schip toegevoegd”.

    Dat kan, ik sluit het niet uit. Ik vind hem wat krom voor een boot. Ik heb ook als verklaring gezien dat dit de Melkweg moet voorstellen. Die heeft vanuit de aarde gezien ook ongeveer zo’n vorm. Die zag je vroeger ook waarschijnlijk veel beter dan nu. Ab heeft het in het vorige stuk over een schonere en helderere atmosfeer, maar het grootste probleem is tegenwoordig de hoeveelheid kunstlicht in de nacht (lantaarnpalen en degelijke). Die maakt waarnemingen aan de sterrenhemel veel moeilijker.

    1. Frans Buijs

      Maar iets wat door de eeuwen heen niet veranderd is, is bewolking. Als het bewolkt is kun je, of er nou wel of geen kunstlicht is, nou eenmaal minder sterren zien. En bewolking heb je in dit deel van de wereld vrij vaak. Dit viel me op toen ik in Mexico was: daar zag ik ineens veel meer sterren aan de -heldere- hemel. Ik begreep meteen waarom die oude Maya’s zulke enthousiaste sterrenwichelaars waren.

  3. Frans Buijs

    En dat van die boot zie ik ook niet echt. Bij de allereerste afbeeldingen van boten uit Egypte zie je duidelijk iets wat riemen en/of zeilen moet voorstellen. En Egypte had natuurlijk de Nijl, terwijl dit een volk was dat zo te zien voornamelijk op het land leefde.

  4. Rinus

    Het verhaal van Harald Meller: Kul!
    Iedereen heeft het recht op zijn eigen fictie, maar om iets als archeologie te presenteren vraagt toch zoiets simpels als bewijs.

    Waarom mag Harald Meller zich eigenlijk nog steeds archeoloog noemen?
    Wat is nog eigenlijk de waarde van de diploma’s die zeggen dat ik archeoloog ben?
    Vraagjes:
    • Is het stuk echt?
    • Welke alternatieve dateringen komen ook in aanmerking?
    • Welke verklaring passen gewoon in het beeld dat we hebben van de lokale culturen?
    • Waarom moeten er zo veel vreemde en bijna niet te verklaren zaken bijgehaald worden om tot iets van een verklaring te komen?
    • Waarom niet een artefact met de afbeelding van de hemellichamen die bekend zijn uit de buurt van de vondst: zon, maan, sterren en planeten (waar zijn die?)
    Elke cultuur heeft een verklaring voor/over de planeten, ze heten niet voor niets dwaalsterren
    • Etc.

    Meller’s verdienste ligt in het feit dat hij een variant op de 1e wet van de archeologie heeft bedacht: ik weet het niet dus een briljante geleerde heeft een verre reis gemaakt en kennis mee terug genomen.

    Meller heeft geen idee, dus hij laat een zoon van een heerser reizen naar een ver, ver, ver land (waarschijnlijk op een wit paard), op een prehistorische handelsmissie. Daar spendeert hij voldoende tijd om de taal niet alleen te leren beheersen, maar ook diepgaande gesprekken aan te gaan met de zeer wijze geleerden. Hij brengt niet zozeer handelssuccessen terug maar de diepe kennis over astronomie en de schrikkelmaand; hoe hebben ze het al die tijd zonder die kennis kunnen uithouden.
    [spoiler: landbouwers richten zich op de zon, niet op de maan!]

    Op de terugweg nog even langs Egypte, even een weekje snorkelen in de Rode Zee (altijd lekker) en dan nog even kijken bij de piramiden van Giza.
    [spoiler 2: wel de zonneboot maar niet de piramiden of de landbouwkennis?]

    Al die briljante kennis laten vertalen door een smid in een mooi stuk vakmanschap. Maar je weet hoe het gaat. Al die domme mensen snappen het maar niet, dus die gaan er allerlei andere dingen mee doen. Het is echt niet makkelijk om geniaal te zijn

  5. Rinus

    Ere wie eer toekomt.
    Waarom niet accepteren dat in de oudheid vakmensen iets bijzonders hebben gemaakt en dat wij, ondanks al onze technisch vernuft, het eigenlijk gewoon niet zo goed begrijpen.

  6. Ben Spaans

    Ja, dan weet ik het ook niet meer hoor.
    Ineens is wild speculeren beter?
    ‘Ik heb dat liever dan dat mensen weten wat ze doen.’ – ? Volgens mij moet dit toch even nader toegelicht worden- of is het woordje ‘niet’ hier weggevallen?

Reacties zijn gesloten.