
De Hemelschijf van Nebra is, blijkens de analyse van het weinige aan de grafgiften verbonden organisch materiaal, rond 1600 v.Chr. ritueel begraven, maar is 150 tot 200 jaar eerder vervaardigd. Harald Meller is er zeker van dat er maar één schijf is gemaakt en dat dit gebeurde in opdracht van de heersende vorst.
De afbeelding
In zijn oorspronkelijke vorm bestaat de schijf uit de maan (ook te beschouwen als zon), sikkelvormig en vol, een klontering van zeven sterren en vijfentwintig willekeurig over het vlak geplaatste sterren. In deze vorm heeft het voorwerp enkele generaties gefunctioneerd.
Bijzonder is dat de maansikkel, zoals die is afgebeeld, de schijngestalte heeft van een maan die 4½ dag oud is. Dat is dikker dan de nieuwe maan van 1½ à 2½ dagen oud, die als eerste licht verspreidt. De zeven sterren duiden op de sterrenhoop Plejaden (het Zevengesternte), die in veel oude culturen een belangrijke mythische rol toebedeeld kregen.
De sterren en de Bronstijdmensen
De kosmische constellatie speelde vroeger een belangrijke rol in het leven. Vanwege de schone en heldere atmosfeer, was ze in de voorindustriële wereld immers veel opvallender aanwezig dan heden ten dage.
In een postindustriële samenleving is de toenmalige symboliek moeilijk te doorgronden. De mensen toen hadden een heel ander wereldbeeld dan wij. Wij weten dat sterren en planeten concrete hemellichamen zijn, die geen invloed hebben op het ondermaanse. Dat zag men destijds anders. Goden bewoonden de kosmos en wie leiding gaf aan een groep mensen, was een middelaar tussen de goden in de kosmos en zijn of haar mensen. Zulke leiders hadden dus belang bij adequate astronomische kennis. Alleen zo konden zij onregelmatigheden in de kosmos duiden en de harmonie tussen kosmos en aarde herstellen. Konden zij dit niet, dan werd hun bemiddelaarsfunctie aangetast en werd hun positie onzeker.
Maan- en zonnecyclus
Eén van deze onregelmatigheden was het verschil tussen de maancyclus en de zonnecyclus. Een maancyclus van twaalf manen telt 354 dagen en een zonnejaar telt 365 dagen. Rond 10 maart zijn de Plejaden, na hun winterafwezigheid voor het eerst aan de avondhemel zichtbaar. En rond 17 oktober in de ochtendhemel voor het laatst. Daarmee markeren deze sterren het begin en het einde van het oogstseizoen.
De door Meller geraadpleegde astronoom opperde de Hemelschijf te interpreteren via het astronomische compendium dat bekendstaat als MUL.APIN-tablet. Het oudst-bekende kleitablet met deze tekst stamt uit de vroege zevende eeuw v.Chr., maar de informatie is eeuwen ouder. Op deze lijsten is ook aangegeven wanneer je een schrikkelmaand moest toevoegen aan de maankalender om deze synchroon te laten lopen met die van de zon. Bepalend hierbij is de dikte van de nieuwe maan bij haar eerste samenkomst met de Plejaden in het voorjaar. Is die dikte gelijk aan die op de Hemelschijf, dan moet je een schrikkelmaand toevoegen; is die dunner, dan hoeft het niet.
[Het slot van deze gastbijdrage van Ab Langereis volgt om 10:00. De hemelschijf van Nebra is vanaf vandaag tot en met 18 september te zien in het Drents Museum in Assen. Daar is ook de expositie over Armenië.]
“Rond 10 maart zijn de Plejaden, na hun winterafwezigheid voor het eerst aan de avondhemel zichtbaar.”
Weer eens even zeuren: dat ligt elders op Aarde anders.
” Harald Meller is er zeker van dat er maar één schijf is gemaakt en dat dit gebeurde in opdracht van de heersende vorst.”
Hoezo? Stond er op “oplage 1 van 1”? Of “do not copy”? Het zou me niets verbazen als er iets soortgelijks teruggevonden wordt, de “astronomische” kennis hiervoor was beslist niet uniek en zeer wijd verbreid. Denk maar weer aan die vele megalieten met uitlijningen op de zonnewendes. Alleen zullen dit soort artefacten inderdaad zeldzamer zijn dan zwaarden, pijlpunten of schraapmesjes en is de kans dat je zoiets terugvindt vrij klein.
Dat moge zo zijn, maar het gaat nu om de plek op aarde waar deze schijf is gemaakt.