De Hemelschijf van Nebra in Assen

De afgelopen dagen vertelde Ab Langereis al het een en ander over de hemelschijf van Nebra: over de Únětice-cultuur, over de ontdekking, over de mogelijkheid (hoe onwaarschijnlijk ook) van een Babylonische connectie en over de mogelijke redenen waarom het voorwerp uiteindelijk is begraven. De aanleiding voor die vier blogjes was dat het Drents Museum in Assen momenteel een betoverend mooie expositie wijdt aan het voorwerp. Die duurt nog zes weken.

Zoals Ab al aangaf, moeten we veel speculeren. Ik was heel benieuwd hoe het museum in Assen dat zou aanpakken. Ik geloof weinig van de door Harald Meller gelegde relatie met de Babylonische astronomie, die hij overigens ook zelf presenteert als speculatie. Je kunt als museum de puzzel centraal stellen, en omdat we sinds de sluiting van het archeologiemuseum van Brugge nauwelijks uitleg hebben van wat archeologie is, zou het best zinvol zijn geweest weer eens ergens te vertellen over hypothesevorming en -toetsing. Conservator Bastiaan Steffens maakte een andere keuze.

Lees verder “De Hemelschijf van Nebra in Assen”

De hemelschijf van Nebra (4): Aanpassingen

De constatering dat de Hemelschijf van Nebra een astronomische vuistregel bevatte die destijds bekend was in Mesopotamië, maakte het mysterie alleen maar groter. Astronomen menen dat de benodigde kennis niet in het Nebra-gebied kan zijn opgedaan. De hemel, redeneren zijn, is niet helder genoeg om gedurende minimaal veertig jaar de benodigde waarnemingen te doen. Daar staat tegenover dat de mensen in het noordwesten van Europa al ver vóór Nebra een grote kennis van de jaarcyclus hadden; Stonehenge is maar één voorbeeld. Hoe dat ook zij, er speelt nog een ander probleem: hoe zou je in een schriftloze cultuur het inzicht moeten vastleggen en doorgeven?

Speculaties

In zijn boek De Hemelschijf van Nebra speculeert Harald Meller dat de kroonprins van een (hypothetische) Únětice-staat bij het hof van een Mesopotamische vorst op bezoek is geweest, bijvoorbeeld ter versterking van de goede handelsrelaties. Vergelijk het met de wijze waarop wij tegenwoordig handelsmissies organiseren met onze koning aan het hoofd. Die Mesopotamische vorst zou mogelijk de van zijn Wetten bekende Babylonische koning Hammurabi kunnen zijn geweest, want uit zijn tijd stamt de Hemelschijf van Nebra.

Lees verder “De hemelschijf van Nebra (4): Aanpassingen”

De hemelschijf van Nebra (3): de Plejaden

Hemelschijf van Nebra, reconstructie van de oorspronkelijke vorm (Arche Nebra)

De Hemelschijf van Nebra is, blijkens de analyse van het weinige aan de grafgiften verbonden organisch materiaal, rond 1600 v.Chr. ritueel begraven, maar is 150 tot 200 jaar eerder vervaardigd. Harald Meller is er zeker van dat er maar één schijf is gemaakt en dat dit gebeurde in opdracht van de heersende vorst.

De afbeelding

In zijn oorspronkelijke vorm bestaat de schijf uit de maan (ook te beschouwen als zon), sikkelvormig en vol, een klontering van zeven sterren en vijfentwintig willekeurig  over het vlak geplaatste sterren. In deze vorm heeft het voorwerp enkele generaties gefunctioneerd.

Bijzonder is dat de maansikkel, zoals die is afgebeeld, de schijngestalte heeft van een maan die 4½ dag oud is. Dat is dikker dan de nieuwe maan van 1½ à 2½ dagen oud, die als eerste licht verspreidt. De zeven sterren duiden op de sterrenhoop Plejaden (het Zevengesternte), die in veel oude culturen een belangrijke mythische rol toebedeeld kregen.

Lees verder “De hemelschijf van Nebra (3): de Plejaden”

De hemelschijf van Nebra (2): De ontdekking

De Hemelschijf met twee bronzen bijlen, twee zwaarden, een beitel en twee armspiralen (foto uit Harald Meller & Kai Michel, De Hemelschijf van Nebra, 2019)

De rijkdom van de Únětice- of Aunjetitz-cultuur, die in het vorige stuk is beschreven, uitte zich onder meer in het opwerpen van enorme grafheuvels voor overleden stamhoofden. Het is in deze wereld dat rond 1800 v.Chr. de Hemelschijf van Nebra is vervaardigd.

Het verhaal van deze schijf leest als een detective in drie bedrijven, waarbij James Bond, moderne wetenschap en sciencefiction samenkomen:

  • het vinden;
  • het maken;
  • de betekenis.

Lees verder “De hemelschijf van Nebra (2): De ontdekking”

De hemelschijf van Nebra (1): Únětice

De hemelschijf van Nebra behoort tot de Únětice-cultuur

Mijn “relatie” met de hemelschijf van Nebra begon drie jaar geleden. Ik las toen in de weekendeditie van 27/28 april  2019 van de NRC de recensie van Theo Toebosch over De Hemelschijf van Nebra. Dit boek is geschreven door Harald Meller directeur van het Landesmuseum für Vorgeschichte in Halle Duitsland in samenwerking met de historicus en journalist Kai Michel. En zoals het soms gaat na het lezen van een boeiend verhaal, het laat je niet meer los.

Deze hemelschijf, brons met gouden afbeeldingen van sterren, manen, horizon-bogen en een schip, is de oudste gevonden afbeelding van de hemel op aarde.

Lees verder “De hemelschijf van Nebra (1): Únětice”

Stervende goden

Melqart (Deens Nationaal Museum, Kopenhagen)

In de negentiende eeuw was het simpel. Antieke religie had iets te maken met de natuur en met vruchtbaarheid. Het idee was dat godsdienst zou zijn ontstaan om te verklaren wat men niet wist. Wisselden de seizoenen? Er was ergens een godheid aan de gang. Blikseminslag, watersnood, aardbeving? Er was ergens een godheid aan de gang. Misoogst? Er was ergens een godheid aan de gang. Zwangerschap en geboorte? Zorg maar dat er een godheid voor je aan de gang ging om het nieuwe leven te beschermen.

Althans, zo zagen de negentiende-eeuwse wetenschappers het. Hun aanname was dat de mensen in de Oudheid net zo nieuwsgierig waren als zijzelf, en dat staat vanzelfsprekend nog maar te bezien. Een andere aanname was dat mensen in de Oudheid net zo geobsedeerd waren door seksualiteit als de victorianen en ook dat is slechts een aanname.

Lees verder “Stervende goden”

Kwakgeschiedenis: Karahunj

De centrale cirkel rond de lage grafheuvel van vlakke stenen

Het megalithische complex van Karahunj of Zorats Karer in Armenië, waar ik vorige week ging kijken, is een van de indrukwekkendste plekken die ik ooit heb gezien. Toch is het helemaal niet groot. Het gaat om weinig meer dan een lage grafheuvel van vlakke grauwe stenen, omgeven door een cirkel van veertig menhirs, elk zo’n twee meter hoog, waarvandaan twee linten van rechtopstaande stenen zich uitstrekken naar het noorden en zuiden. In het uiterste noorden en zuiden staan nog wat aanvullende menhirs. In totaal zijn er 222 of 223 stenen brokken basalt.

In vierentachtig daarvan zijn gaten geboord, waardoor soms een fluitend geluid schijnt te klinken. Ik heb het niet zelf gehoord maar het geldt als verklaring voor de naam Karahunj (“de sprekende stenen”). De fluitende stenen zullen indrukwekkend zijn, want ze staan in een verder overdonderend leeg, desolaat landschap, vlakbij een ravijn.

Hoe oud zou het complex zijn? Hier ontspoort de zaak en begint het vermaak.

Lees verder “Kwakgeschiedenis: Karahunj”