Wie zich op het juiste tijdstip op de goede plek aan de Gouden Hoorn in Istanbul bevindt, staat iets enerverends te wachten. Van alle kanten wordt met krachtige geluidsinstallaties vanaf moskeeën opgeroepen tot gebed. Die oproepen weerkaatsen tegen de omringende heuvels. Klinken die oproepen bedreigend? Welnee, de gelovigen weten zo dat het tijd is om te bidden. Istanbul maakte op mij een diepe indruk. Maar hoe zou het zijn om er verliefd te worden en een tijdje te wonen?
Praktische problemen
De tegenwoordige columniste van de NRC en schrijfster Stine Jensen vertelt in haar Turkse vlinders. Liefde tussen culturen (Prometheus 2005) openhartig over haar relatie met een Turkse man in Istanbul. Het boek is mede gebaseerd op gesprekken met Turkse vriendinnen en enkele mannen die een Turkse partner hebben. Haar publicatie biedt een indringend beeld van het chaotische leven van jonge dertigers in die immens grote stad aan het begin van de eenentwintigste eeuw.
Kort na haar promotie in 2002, besloot Jensen naar Istanbul te gaan. Erdogan was toen nog net geen president van Turkije. Ze was begin dertig. In Istanbul ontmoet ze Ozan, die als kapper (een kuaför, een leenwoord uit het Frans) op filmsets werkt. Ze raakt onder de indruk van zijn charmes. Dankzij moderne communicatiemiddelen en goedkoop vliegen kan zo’n vakantieliefde nog lang standhouden – wie dat wil tenminste. Alleen heeft Ozan geen computer, is vaak bellen te duur voor hem en ligt zijn Engelse taalgebruik op het niveau van “Me Jane, you Tarzan,” zoals de schrijfster opmerkt. Ze besluit Turks te leren en ontmoet bij de Volksuniversiteit voornamelijk andere blonde vrouwen die ook een Turkse vakantieliefde hebben. De jaren daarna reist ze regelmatig naar Istanbul.
“Jij spreekt geen Turks, hij geen Engels en de intellectuele afstemming is niet optimaal. Dan moet de seks zeker geweldig zijn?” vragen mensen in Nederland aan haar. Die vraag beantwoordt Jensen niet direct, maar aanvankelijk zijn er wel de nodige praktische problemen. Ozan woont nog bij zijn ouders thuis en Jensen schrikt van zijn jongenskamertje met enkele strips als enig boekenbezit. Ze moeten dus naar een hotelletje. Ozan voelt er niets voor om een condoom te gebruiken: “Allah zal mij beschermen tegen aids.” Maar hoe zit het met haar bescherming? Dat blijkt geen gemakkelijk onderwerp te zijn om met hem te bespreken.
Mannenvriendschappen
Uiteindelijk geeft hij toe en wil er als man zelf voor zorgen.
Die avond, als we op een terras zitten, zegt hij ineens dat hij even weg moet. Hij staat op en ik zie hem richting het drukke pleintje lopen. Daar begroet hij iemand, een oude bekende, zo lijkt het. De vriend slaat gebroederlijk een arm om hem heen en er wordt iets uitgewisseld. Van een afstandje ziet eruit alsof er gedeald wordt, als een samenzwering van mannen. (…) De buit bestaat uit vier condooms.
De schrijfster bedenkt:
Wonderlijk, die gulle Turkse mannenvriendschappen. Ze helpen elkaar naar hartenlust om ervoor te zorgen dat een van hen de nacht met een vrouw kan doorbrengen. Een bezoekje aan de drogist komt er kennelijk niet aan te pas.
Stereotypen
Na enkele jaren besluit Jensen een tijdje in Istanbul te gaan wonen om er een boek te schrijven. Ze vindt een ruimte in de buurt van het toen nog kosmopolitische Taksimplein. Erdogan heeft het plein later laten betonneren. Er vonden te veel protesten op die plek plaats. Jensen heeft een goed oog voor relaties en omgangsvormen tussen mannen en vrouwen. En voor oosterse en westerse stereotypen over liefde. Daar schrijft ze dan ook het meest over. Over de stad Istanbul zelf vertelt ze minder.
Tussen haar en Ozan ontstaan spanningen waarbij ze zich begint af te vragen of er nog andere vrouwen in zijn leven zijn. En haar Turkse vriend is bezitterig en wil steeds weten wat ze uitvoert. Ze praat daarover met haar feministische vriendin Fidan. Al pratend lopen ze door een drukke winkelstraat met veel gearmde stellen.
Fidan geeft hierover een snijdend commentaar: “In het begin denk je: goh, wat zijn ze hier close. (…) Maar ik ben dat plakkerige negatiever gaan zien. De claimcultuur is hier enorm, maar intussen! Zonder dat de vrouw het in de gaten heeft, loert de man om zich om te kijken of hij nog lekker in de markt ligt.”
Stine Jansen was het niet zo opgevallen. Is het typisch Turks? Zulke types heb je ook in Nederland, meent ze. Volgens haar Turkse vriendinnen zijn bijna alle Turkse mannen bezitterig. Turkse vrouwen kunnen zich trouwens ook heel bezitterig gedragen. Jensen ontmoet een goed Turkssprekende Engelsman met een Turkse vriendin die hem meteen verbiedt ooit nog met haar te praten. Vergeleken met Hollandse mannen, vindt Jensen Ozan verpletterend romantisch. Ondanks zijn bezitterig gedrag. Wel geeft ze toe dat Ozans aantrekkelijkheid samenhangt met de grote indruk die Istanbul op haar maakt.
Persoon en cultuur
Impliciet stelt Jensen een relevante vraag aan de orde: zijn gedragingen persoonlijke kenmerken of zijn ze kenmerkend voor een bepaalde cultuur? Die vraag maakt het boek erg interessant. De schrijfster, net als haar Turkse vriendinnen met een Hollandse vriend, worstelt voortdurend met die vraag. “Bestaan er ook andere Turkse mannen,” vraagt ze haar Turkse vriendinnen na een jaloerse uitval van Ozan. Die zijn er. Maar eigenlijk vinden deze moderne, hoogopgeleide vrouwen zulke mannen maar niks. Want dat een man de baas over je wilt spelen zien ze toch als een bewijs van zijn liefde. En hoort het bij de Nederlandse identiteit om erg zuinig te zijn, of is er sprake van een gierige hufter die het normaal vindt om tot op de laatste cent uit te rekenen wat zijn Turkse vriendin hem schuldig is als ze samen zijn wezen stappen? Het generaliseren vanuit een individuele ervaring naar een hele bevolking is een lelijke denkfout.
In haar laatste hoofdstuk bespreekt Jensen een aantal boeken zoals de Duitse bestseller Die weiße Massai over een Zwitserse vrouw. De meeste publicaties gaan over relaties tussen Turkse en niet-Turkse partners. De relaties zijn niet allemaal zo ongelijk als die tussen Jensen en Ozan. Een romantische hang naar het exotische speelt soms een rol, maar lang niet altijd. En zonder een gemeenschappelijk taal waarbij beide partners zich op hun gemak voelen blijft het lastig.
Afscheid
Het boek biedt weinig zicht op Ozan, hij blijft een wat fletse figuur. Na vier maanden volgt het afscheid. Ozan doet zijn best om in zijn gebrekkige Engels uit te leggen dat hij haar in Amsterdam wil opzoeken, maar geen geld heeft. “Je-je bent de liefde op mijn lippen. Ik blijf je naam herhalen. Altijd. Dat nu, heeft een man nooit eerder tegen me gezegd. Ik begin te huilen.”
Turkse vlinders is van binnenuit geschreven. Het geeft ook een weinig bekend beeld van hoogopgeleide jonge Turkse vrouwen uit de ‘bovenlaag’ van Istanbul. Alleen daarom al een boek om van harte aan te bevelen.
- Stine Jensen, Turkse vlinders (2005; €17,50)
[Op mijn uitnodiging aan de vaste lezers van deze blog om geliefde boeken te delen, ging Huibert Schijf voor de vijfentwintigste keer in. Dank je wel, beste Huibert!]
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.