Het christendom van Constantijn de Grote

Constantijn en de zonnegod

Een leuke vraag van FrankB en Truus n.a.v. de recensie van het mooie boek van De Waele, Ontluikend christendom. Waarom, zo vragen ze, kozen de keizers voor het christendom? Als ik het wist, zou ik het je zeggen, maar ik denk dat een paar dingen wel duidelijk zijn. Drie observaties.

Visioen

Ten eerste. Constantijn de Grote, want over hem hebben we het, heeft persoonlijk iets ervaren. Ik zeg niet dat het Opperwezen senkrecht von oben een visioen naar hem heeft neergestraald, maar hij heeft in 310 wel iets bijzonders meegemaakt. Dit lichtvisioen vond plaats nadat hij in 308 was geschoffeerd door de andere keizers. Daarna propageerde hij de cultus van de zonnegod, zoals we weten van zijn munten. Zie boven. Dat hij rondbazuinde dat de zonnegod hem had uitverkoren, was vooral een politieke statement tegen de verering van Jupiter en Hercules, die  populair was bij zijn medekeizers. Constantijn toonde religieus dat hij politiek zijn eigen weg was gegaan.

Lees verder “Het christendom van Constantijn de Grote”

De Synode van Arles

De “Dame de Carthage”: zomaar een mooi mozaïek uit laatantiek Karthago (Musée de Carthage)

Lactantius’ De dood van de vervolgers is een van de meest hatelijke teksten uit de Oudheid. De auteur heeft de christenvervolgingen overleefd en vertelt in geuren en kleuren hoe de vervolgers om het leven zijn gekomen. De woede druipt van elke pagina en ik denk dat iedereen die weleens een traumatische ervaring heeft gehad, daar begrip voor kan opbrengen.

Vermoedelijk speelden trauma’s als deze op de achtergrond mee in een affaire die begon in 311. Ongeveer op het moment waarop keizer Galerius de vervolging had beëindigd, was bisschop Mensurius van Karthago overleden en opgevolgd door zijn medewerker Caecilianus. Deze was niet slechts bisschop, maar ook primaat van Afrika, dat wil zeggen dat hij voorzitter was van de vergadering van bisschoppen in zijn provincie. Hij was een gematigd man die in het verleden had aangegeven geen voorstander te zijn van de verering van martelaren die de dood hadden opgezocht, bijvoorbeeld door de autoriteiten te provoceren.

Lees verder “De Synode van Arles”

NWA: De kerstening

Camee van Constantijn de Grote
Camee van Constantijn de Grote, die zich hier presenteert als Jupiter (met bliksemschicht). Met hem in de zegekar staan enkele familieleden, die de dynastieke continuïteit symboliseren. (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

In mijn reeks over de vragen van de Nationale Wetenschapsagenda (NWA) vandaag de vraag:

Hoe kon het christendom in de vierde eeuw de overheersende religie worden in het Romeinse Rijk?

De vragensteller voegt toe dat het zal gaan om een combinatie van factoren en het is krek zo. Om te beginnen leende het (binnen het toenmalige jodendom niet-unieke) idee dat niet de Wet van Mozes maar een al verschenen verlosserfiguur de kern vormde van het geloof, zich goed voor export naar niet-Joden, waarmee een eerste stap was gezet op weg naar groei: de “markt” voor dit idee was tien tot twintig keer zo groot. In een tweede fase zal het bloed der martelaren het zaad van de kerk zijn geweest. Met een niet-exclusieve boodschap en met het getuigenis van de martelaren hebben we dus al twee factoren die de opkomst van het nieuwe geloof verklaren.

Lees verder “NWA: De kerstening”