
[Tweede blogje in een vijfdelige reeks over Fakhr-ad-Din Ma’n (1572-1635), de Druzische krijgsheer die een tijd woonde in Italië en de Levant zou hebben kunnen moderniseren. Het eerste blogje was hier.]
Fakhr-ad-Din op de vlucht
De Tiende Kruistocht is er nooit gekomen. Na de mislukte opstand van Janbulad had groothertog Ferdinand geen zin in militaire avonturen. We kunnen slechts speculeren over wat Fakhr-ad-Din ervan dacht. Feit is wel dat hij tot zijn dood op de plannen is blijven terugkomen. We kunnen ook slechts speculeren naar de oprechtheid van zijn voornemen zich te bekeren. Het is niet ondenkbaar: Druzen lieten zich destijds weleens dopen. Bovendien zijn de religieuze grenzen in het Midden-Oosten vaak onscherp. Waarom, immers, zou iemand slechts één godsdienst mogen hebben?
Het blijvende resultaat van het verdrag was dat de handelsbetrekkingen tussen Toscane en de Druzen bloeiden als nooit tevoren. In de kwart eeuw na het verdrag was er in Libanon altijd emplooi voor westerse bezoekers. Die namen van alles mee, zoals artillerie, medicijnen en de kennis om watermolens te bouwen. De troonbestijging van een nieuwe Toscaanse groothertog, Cosimo, veranderde daaraan niets.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.