Neo-Achaimenidische kunst (3)

Neo-Achaimenidische boodschappentas
Neo-Achaimenidische boodschappentas

In het eerste en tweede deel van dit artikel beschreef ik de neo-achaimenidische kunst van Iran, die is ontstaan in de jaren waarin Reza Sjah probeerde het land te moderniseren. Het had kunnen worden uitgelegd als een breuk met de islam, maar de voor-islamitische wereld, waarin de zoroastrische godsdienst was ontstaan, werd niet ervaren als tegengesteld aan de islam, maar als een voorstadium daarvan. Daarom accepteerden de geestelijken de neo-achaimenidische kunst.

Toch is er kritiek geweest. Jalal Al-e Ahmad (1923-1969), een beroemde Iraanse intellectueel die sji’itische ideeën combineerde met het existentialisme, protesteerde tegen wat hij correct uitlegde als het scheppen van kunstmatig historisch erfgoed. Het was simpelweg onauthentiek, en voor een volgeling van Sartre en Camus was dat niet aanvaardbaar.

Lees verder “Neo-Achaimenidische kunst (3)”

Neo-Achaimenidische kunst (2)

Achaimenidische sfinxenhoofden op een kapiteel.
Achaimenidische sfinxenhoofden op een kapiteel.

Ik beschreef in het eerste deel van dit stuk mijn verbazing over de talloze neo-achaimenidische kunstvoorwerpen en prullaria die je overal in Iran ziet. Ze zijn geïnspireerd door een voor-islamitische godsdienst en dienden – zoals ik nog zal beschrijven – een seculiere propaganda, zodat het wat wonderlijk is dat ze alomtegenwoordig zijn in een islamitische republiek.

Eén reden waarom ze nog steeds bestaan, is dat de Iraniërs niet het idee hebben dat er een tegenstelling is tussen de godsdienst van het antieke Perzië en de islam. Al in de elfde eeuw waren de Iraniërs ervan overtuigd dat hun oergodsdienst, het door de profeet Zarathuštra gestichte zoroastrisme, een vorm van monotheïsme was. De oude Perzen zouden Mohammeds openbaring alleen nodig hebben gehad voor de fijne details, maar ze hadden zelf, en als eersten, ontdekt dat God één was.

Lees verder “Neo-Achaimenidische kunst (2)”

Neo-Achaimenidische kunst (1)

tehran_foreign_ministry5

Het symbool hierboven is een moderne weergave van een teken dat ook kan worden gezien op talloze antieke monumenten in Iran. Iranologen vergelijken het met de Assyrische iconografie van de god Aššur en zeggen dat het de oppergod van het oude Iran representeert, Ahuramazda. Moderne zoroastriërs en moslims zeggen echter dat het, aangezien het goddelijke niet kan worden afgebeeld, moet gaan om een weergave van farvahar, de zichtbare glorie van Ahuramazda. Hoe dit ook zij, het is zeker een symbool uit de voor-islamitische tijd. Daarom is het wat verrassend dat de foto hierboven een detail toont van de façade van het Ministerie van Buitenlandse Zaken in Teheran, de hoofdstad van de Islamitische Republiek Iran.

Ahuramazda als halsketting
Ahuramazda als halsketting

Dit zegt veel over de wijze waarop Iraniërs omgaan met hun verleden, dat enorm belangrijk voor ze is. Als Nederlander kan ik me niet voorstellen dat ik ooit een stoel zal bezitten met daarop afbeeldingen van Bataafse ruiters, of een klok met een Cananefatische vorst, of gordijnen met de ruïnes van het badhuis van Heerlen. Ook denk ik niet dat ik ooit een halsketting zal dragen met een Friese godheid of dat de Nederlandse regering een Keltisch symbool zal aanbrengen op een overheidsgebouw. In Iran is het echter heel normaal dat Onsterfelijken je open haard bewaken, dat je meubels zijn voorzien van Achaimenidische sfinxen, dat koning Darius is afgebeeld op je behang, of dat Ahuramazda hangt aan je halsketting of de façade van een ministerie siert. De grootste private bank van het land, Pasargad, heeft als logo een gouden Achaimenidische drinkhoorn, er zijn koekjestrommels met foto’s van Persepolis en menig restaurant heeft schilderijen met oudhistorische taferelen. Het is in Iran moeilijk kunst te vermijden die is geïnspireerd op de voor-islamitische tijd.

Een Achaimenidische drinkhoorn als bloemenvaas; dit is ook het logo van de bank Pasargad.
Een Achaimenidische drinkhoorn als bloemenvaas; dit is ook het logo van de bank Pasargad.

Het verbaast me elke keer weer. De westerse architectuur heeft haar classicismes gehad, maar geen eigentijdse architect zal de dorische, ionische en korinrhische bouworde nog gebruiken. Ook is het classicisme nooit een volkskunst geweest: de Arc de Triomphe in Parijs en de Brandenburger Tor in Berlijn zijn overheidsprojecten. Voor een Nederlander is de Iraanse retro-kunst verbazingwekkend.

Even verbazingwekkend is de selectie: de hedendaagse kunstenaars en souvenirmakers benutten vooral motieven uit de kunst van de Achaimeniden, de dynastie die in de vijfde en vierde eeuw v.Chr. heerste over Iran. Daarom zal ik het hier verder aanduiden als ‘neo-achaimenidische’ kunst, hoewel er ook motieven worden gebruikt uit de tijd van de Sassaniden (224-651). De tussenliggende tijd, toen de Parthen over het land heersten, is geen bron van inspiratie. Evenmin is er belangstelling voor de Koper-, Brons- en IJzertijd, hoewel het oudste aardwerk uit Sousa buitengewoon appelleert aan de hedendaagse smaak en de trappenpiramide van Choga Zanbil bepaald indrukwekkend is.

Wanddecoratie in het Ferdowsi-hotel in Teheran. (Het centrale deel is overigens geïnspireerd door een Assyrisch reliëf uit het British Museum.)
Wanddecoratie in het Ferdowsi-hotel in Teheran. (Het centrale deel is overigens geïnspireerd door een Assyrisch reliëf uit het British Museum.)

Maar wat me het meest verbaast aan het gebruik van antieke symbolen en motieven, dat zijn wortels heeft in de propaganda van de eerste helft van de twintigste eeuw, is dat het zijn politieke betekenis lijkt te hebben verloren. Althans in Iran: degenen die na de Iraanse Revolutie van 1979 met de laatste sjah in ballingschap gingen, gebruiken de neo-achaimenidische kunst nog wel eens om te suggereren dat er een continuïteit is van de Oudheid tot op heden. Voor hen is de monarchie, en niet de voor Iran zo specifieke sji’itische islam, datgene wat de bewoners van het land door de eeuwen heen heeft verbonden. De islam beschouwen ze als een wezensvreemd, Arabisch element in de Perzische cultuur van Iran.

De visie die de ballingen hebben op het Iraanse verleden, blijft dicht bij de oorspronkelijke propaganda. Daarover zal ik volgende keer bloggen, maar eerst zal ik ingaan op de vraag waarom de politieke lading kon verdwijnen.

[wordt vervolgd]