Culturele continuïteit

Vorige week zaterdag verzorgde ik in Utrecht een lezing voor de Vrienden van het Gymnasium. Dat is om twee redenen een sympathieke organisatie. De eerste is dat ze zich inzet voor de kwaliteit van het Nederlandse onderwijs, een onderwerp dat onze permanente aandacht verdient. De tweede is dat de Vrienden niet altijd de makkelijkste weg kiezen en moeilijke vragen niet uit de weg gaan.

Dat blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat men mij uitnodigde om te spreken over Vergeten erfenis, een boek waarin ik betoog dat de grondslagen van de westerse beschaving niet alleen moeten worden gezocht in Griekenland en Rome. De Babylonische en Arabische bijdragen zijn inmiddels genoegzaam gezegd; een lezing is alleen nog interessant als ze achtergrondinformatie geeft, en dan wordt het pittig. Zoals gezegd: men gaat moeilijke kwesties niet uit de weg.

Ik vond het leuk eens te spreken tot mensen bij wie ik vertrouwdheid met de voornaamste voorbeelden mocht veronderstellen. Hier had ik eens de gelegenheid in te gaan op de echte vraag: hoe stel je vast wat een culturele continuïteit eigenlijk is? Of ik het vererend pittige verzoek naar verwachting heb kunnen inwilligen – de kiesheid gebiedt dat ik op die vraag geen antwoord geef, dus ik verwijs naar de tekst van mijn lezing. En die staat, in een iets aangepaste vorm, hier.

Deel dit: