Spatie gebruik

Dit wordt een schoolmeesterachtig stukje. Humorloos ook. Dat zij zo.

Iedereen is op de lagere en de middelbare school tot vervelens toe lastig gevallen met de regels voor het juiste gebruik van leestekens. De gegeven voorbeelden herinnert u zich wel. Jérôme Heldring wees eens op het diabolische verschil tussen “Vervloekt zijn de joden die Christus hebben gekruisigd” (d.w.z., Kajafas en nog een paar mensen) en “Vervloekt zijn de joden, die Christus hebben gekruisigd” (een compleet volk). Friederike de Raat vond het veel grappigere “Pater op non actief”. U kunt de lijst naar believen langer maken.

Leestekens en spellingsregels zijn belangrijk omdat onjuist gebruik kan leiden tot onduidelijkheid. Gelukkig gebeurt dat niet zo vaak. Maar er is nog een andere reden waarom precies schrijven belangrijk is. Wat afwijkt, stoort en leidt af.

De schrijver wil een boodschap overbrengen. Het minste dat hij kan doen om dat te bevorderen, is ervoor zorgen dat u zich kunt concentreren op die boodschap en niet raakt afgeleid. Als de schrijver bijvoorbeeld een spelfout maakt, moet u niet alleen nadenken over de draad van het betoog, maar moet u ook vaststellen wat er in een bepaalde zin kan zijn bedoeld. U kmot er vreog of laat wel iut, maar hte ksot u etrxa tijd. Om soepel te lezen en efficiënt te communiceren, hebben we spellingsregels en voorschriften voor het gebruik van leestekens.

Perfecte beheersing van deze regels bestaat niet, al was het maar omdat de taal voortdurend verandert. Dat wil niet zeggen dat je niet naar perfectie zou moeten streven. Wie zich niet aan de regels houdt, zegt immers in feite tegen de lezer dat ’ie zelf maar moet uitzoeken wat bedoeld kan zijn en doet daarmee zijn boodschap tekort. Iets dergelijks geldt voor stijlfouten. Wie een pleonasme als “het eerste begin” benut, verstoort de flow waarmee de lezer de tekst tot zich neemt. Je maakt er de tekst onaangenaam mee. Het wegnemen van zulke obstakels is een uiting van elementaire beschaving. De taalregels zijn een vorm van beleefdheid.

Dat hebben ze in het Rijksmuseum niet helemaal begrepen. In het logo wordt “Rijksmuseum”, dat één woord is, geschreven met een spatie. Men probeert de taalfout nog goed te praten door te zeggen dat dit is omdat mensen het museum liefkozend “het Rijks” noemen. Ik denk dat dat een smoes is. Logo’s dienen daar immers niet voor. Ze zijn er om een corporate identity uit te dragen. Als je desondanks toch de spreektaal in je beeldmerk wil verwerken, kun je dat bijvoorbeeld doen door twee tinten te gebruiken.

Door zich te presenteren met een spelfout, zegt het Rijksmuseum in feite dat het lak heeft aan de omgangsvormen van het Nederlands. Gebrek aan beschaving. Een corporate identity om trots op te zijn.

Ik zei al dat dit een schoolmeesterachtig stukje zou zijn. Humorloos ook. Maar we moeten goed willen communiceren.

Deel dit:

18 gedachtes over “Spatie gebruik

  1. Een wat meer voor de hand liggende verklaring: Het paarse broeken bureau dat het logo ontworpen heeft dacht echt dat je het zo moest schrijven.

    Voor al uw paarse broeken diplomas,
    InHolland: Wij sgrijfen best wel goet.

  2. Th.V

    Dames hakken: 5 euro!
    Ik weet niet precies welke dames zich daarvoor beschikbaar stellen, maar ik zou het in ieder geval. niet doen

  3. Emgert Zondervan

    De eigenaar heet Rijk, kennelijk. Of het had moeten zijn ,,’s rijks museum”. Hoe dan ook, we gaan er allemaal onderdoor.

  4. Thomas

    Dat grafisch ontwerpers niet kunnen spellen is jammer, maar niet schokkend. Zoveel kunstenaars hebben moeite met spellen. Dat is geen schande, want zij beschikken weer over andere kwaliteiten.

    Wat triest is, is dat zo’n logo vervolgens wordt goedgekeurd door een museumbestuur. Dat bestaat namelijk uit mensen waarvan wél mag worden verwacht dat ze kunnen spellen. Wat een knulligheid.

    1. Zo zou het inderdaad kunnen zijn gegaan. Er is namelijk een parallel: de beruchte tunnel. De directie van het Rijksmuseum had bepaald dat de tunnel open moest blijven voor fietsers. De Spaanse architecten hielden zich daar niet aan. Vervolgens deed de directie van het Rijksmuseum alsof het toch klopte. Ik sluit niet uit dat de directie opnieuw een kunstenaar niet durfde te wijzen op bepaalde afspraken.

      Zoiets zou kunnen duiden op verrotte bestuurscultuur. Het feit dat, op de dag dat een schilderij met zuur werd bewerkt, de directeur zoek was, zodat de conservator van een andere afdeling (niet schilderkunst), de persconferentie deed, zou daarop kunnen duiden.

  5. Henk 't Jong

    Een logo of woordmerk is wat anders dan een beeldmerk of icon. Dat moet je dus ook niet door elkaar halen.

  6. MNb

    Een logo met de woorden Het Rijks zou wel eens een goede zet kunnen zijn qua marketing.
    Die spatie is ergerlijk. Daar gaat weer een kostbare halve seconde. De voorspelling van JL is in mijn geval volledig uitgekomen.

  7. Wim12

    Dit is echt onbestaanbaar. Een spelfout in het logo van het museum dat een groot deel van ons nationaal erfgoed beschermt. Je zou er om lachen als het niet zo treurig is….

  8. Het losschrijven van samenstellingen kwam in de negentiende eeuw al voor, zoals je kunt zien op foto’s van gebouwen uit die tijd. Deze verkeerde spelling komt nu waarschijnlijk meer voor dan de correcte (misschien onder invloed van het Engels) en ik denk dat hij in de volgende eeuw algemeen aanvaard zal zijn. Maar dan ben ik er gelukkig niet meer.

    Trouwens: ook dat “getagged” onder ieder stukje is verkeerd gespeld.

    1. Dank voor uw reactie!

      Ik weet overigens niet of er zoiets bestaat als een “correcte” spelling. Wat ik wel denk, is dat er een spelling bestaat die zo algemeen aanvaard is, dat niemand er vreemd van opkijkt, waardoor de lezer zich op de boodschap kan concentreren en niet op het woordbeeld.

      1. Met “correcte spelling” bedoelde ik die volgens de wet, neergelegd in het Groene Boekje. Die wet zit vol onvolkomenheden en het Witte Boekje heft die voor zover mogelijk op. Als freelancemedewerker (verkeerd gespeld volgens de automatische spellingcorrectie) aan de Grote Van Dale denk ik trouwens dat niet alleen een foutloos woordenboek een onmogelijkheid is, maar ook een foutloze spelling. Foutloos spellen is net zo irreëel als je overal en altijd aan alle verkeersregels houden. Dat neemt niet weg dat het Rijks Museum iets doms doet.

    2. “Het losschrijven van samenstellingen kwam in de negentiende eeuw al voor”

      Kan het hier dan niet om een bewuste keus gaan die spatie er tussen te doen? Werd de naam niet vroeger ook zo geschreven?

  9. Oei … Mea culpa!

    Maar serieus: Als de correcte spelling en punctuatie zo belangrijk zijn voor de flow van de lezer, kan dan iemand me uitleggen waarom de spelling van het Nederlands een paar keer is aangepast. En waarom is dat bij andere talen niet gebeurd? Dat lijkt me grotere problemen op te leveren met de ‘flow’ dan het missen van spatie of hte msitpyen van een woord.

    En is dit een complicerende factor voor historici?

    1. Waarom ze het steeds aanpassen? Omdat de politiek kort na de Tweede Wereldoorlog de Benelux wilde oprichten. Een nobel streven, maar al vrij snel zat men om onderwerpen verlegen. Dus werd besloten dat men ook het Nederlands wat meer op elkaar moest afstemmen en dus kwam er spellingswetgeving. Een idee dat overigens al voor de Tweede Wereldoorlog leefde. De band tussen de “twee Germaansche broedervolken” diende te worden aangehaald.

      Zo kwam de Spellingswet tot stand en later het Spellingsbesluit, dat aan de hand van voorbeelden werd uitgelegd in het Groene Boekje. Sindsdien hebben we een Taalunie die ervoor verantwoordelijk is en, om het eigen belang te onderstrepen, van tijd tot tijd nieuwe regels verzint. Het is een zichzelf in stand houdend stuk overbodigheid.

      Ik wil er nog aan toe voegen dat de Taalunie af en toe buitengewoon dom blijkt te zijn. Als je een omstreden herziening doorvoert, moet je zorgen dat jouw uitleg (het Groene Boekje) geen aanleiding kan zijn voor kritiek. De voorbeeldenlijst was echter zó abominabel dat er een Wit Boekje kwam. De kritiek uit de Taalunie dat de samenstellers van het Witte Boekje een van de regels niet correct toepasten, bleek bij nader inzien een ignoratio elenchi. “Domme alfa” is echt een pleonasme.

      http://recensieweb.nl/het-spellingsdrama-de-praktijk/

Reacties zijn gesloten.