Elementaire deeltjes

Sint-Isidorus van Sevilla, beschermheilige van het internet

De samenleving draait beter op de kruipolie van betrouwbare informatie. Dus betalen we wetenschappers om ons die informatie te leveren en dus doen zij onderzoek om de informatie zo betrouwbaar mogelijk te doen zijn. Het is de bedoeling dat de betrouwbaarst-denkbare informatie zo terechtkomt bij zoveel mogelijk mensen.

Dat lukt dus niet. De betrouwbaarste informatie ligt op betaalsites en wordt ons onthouden. Tegelijk worden allerlei auteursrechtvrije boeken gedigitaliseerd en online gebracht, zodat er op het internet steeds meer verouderde informatie ligt. De gevolgen zijn ernaar en de lezers van deze kleine blog kennen mijn standaardvoorbeelden: de terugkeer van ideologisch-getinte interpretaties van de Cyruscilinder, het negentiende-eeuwse idee van de “god van de gaten”, fysiognomie of het idee dat Jezus een mythisch figuur is. De publieke kennis van de geesteswetenschappen heeft de afgelopen vijftien jaar zware averij opgelopen.

U merkt, ik heb het over het internet. Dat is ook logisch, want al een jaar of zes is dat het voornaamste medium voor mensen – mensen in de westerse wereld om precies te zijn – op zoek naar wetenschappelijke informatie. Je zou dus verwachten dat er stevig wordt ingezet op de ontwikkeling van goede websites. Niet alleen zijn die bereikbaarder, maar ze hebben bovendien het voordeel dat je informatie kunt aanbieden op het basisniveau (uitleg van de feiten), dat je sceptici de methode kunt uitleggen en dat je een back-office kunt inrichten om met e-mail degenen te woord te staan die ook na uitleg van de methode wetenschappelijke inzichten niet willen overnemen. Een ander bijkomend voordeel is dat je informatie kunt actualiseren.

Ik heb al eens aangegeven dat ik, nu Israël verdeeld is verschenen, stop met boeken schrijven. Ze vormen een verouderd medium. Internet staat grotere actualiteit en beter contact met de gebruiker toe. Daarmee neem ik bepaald geen uniek standpunt in en juist omdat eigenlijk iedereen wel weet hoe belangrijk het internet is, maak ik me wat zorgen dat de Amsterdam University Press is begonnen met een reeks boekjes waarin wetenschappelijke onderwerpen worden uitgelegd, “Elementaire deeltjes”.

Die boekjes zelf zijn goed, maar het is het verkeerde medium. We moeten als samenleving het talent van vooraanstaande geleerden maximaal benutten. Hun inzichten moeten een zo breed mogelijk publiek bereiken en moeten daarom worden aangeboden op de plaats waar mensen ernaar zoeken: online. We moeten het wetenschappelijk licht niet onder de korenmaat plaatsen.

Deel dit:

7 gedachtes over “Elementaire deeltjes

  1. mnb0

    Ja. Dit zijn typisch onderwerpen die online gezet moeten worden. Wat meer is – voor alle onderwerpen (vooral WO-1) is er al aardig wat online. Daarmee is deze serie overbodig.

    Boeken “vormen een verouderd medium”
    is mi slechts gedeeltelijk correct. Boeken zijn geschikt voor diepgraverij. Om te concurreren met internet moeten ze dikker, serieuzer en doorwrochter worden. Jouw laatste is ook eerder te dun dan te dik.

    1. Je kunt ook op internet behoorlijk de diepte in. Ik zie echt geen enkele functie meer voor het boek. Behalve dan als lifestyle-accessoire. Ik denk dat binnen vijf jaar de boekenbijlage van het NRC Handelsblad is opgenomen in NRC Lux.

      (En wees blij, MNb, dat je die in Suriname niet kunt lezen.)

      1. mnb0

        We zullen zien. Ik zie niet in hoe werken als God in the Age of Science, Ruslands Oorlog en Tot de Laatste Man concurrentie op internet krijgen.
        In schaken vindt deze ontwikkeling al plaats. Er zijn allerlei overzichten over allerhande schaakopeningen te vinden op internet. Maar dikke pillen als

        http://www.newinchess.com/The_Strategic_Nimzo_Indian-p-969.html

        verkopen nog steeds prima, ook al kan iedereen voor weinig geld ook nog eens databases van dik vijf miljoen partijen aanleggen. Want wat deze auteur in dit boek doet is op internet vrijwel ondoenlijk.
        Natuurlijk besef ik dat de voorspellende waarde hiervan niet zo groot hoeft te zijn.

  2. Otto Cox

    Ik onderschijf het belang van meer goede informatie op internet. En een serie als elementaire deeltjes is daar heel geschikt voor. Maar ik denk niet dat het boek overbodig wordt. Het krijgt een andere,kleinere plaats in het totale aanbod. Maar lezen van papier is anders dan vanaf een scherm, je neemt informatie (iets) anders tot je. Het heeft ook andere mogelijkheden qua vormgeving. Ik zelf gebruik bij mijn werk als communicatie-adviseur in deze tijd van ipads een papieren uitgave juist voor zaken waarbij ik extra aandacht van de lezer probeer te vangen. Omdat de hoeveelheid papier dat die lezer ontvangt zoveel minder is geworden.

    1. Otto:

      Maar lezen van papier is anders dan vanaf een scherm, je neemt informatie (iets) anders tot je.

      Dat geldt misschien voor degenen voor wie lezen van een schermpje (nog) geen tweede natuur (geworden) is. Omdat ze nog teveel moeten nadenken bij de functies van het apparaat dat ze gebruiken.

      Het heeft ook andere mogelijkheden qua vormgeving.

      Dat klopt. Namelijk vooral veel minder. En noodzakelijkerwijs statisch.

      1. Otto Cox

        Nee, dat ben ik niet met je eens. Ook als je niet hoeft na te denken bij die functies is het anders. Dat merk ik zelf, ik ben bepaald geen digibeet en heb een meer dan uitstekend scherm. En opvallend genoeg: mijn studerende kinderen merken het ook. Niet dat je het scherm moet afschaffen (als dat al zou kunnen) maar papier blijft een functie hebben.
        En dat vormgeving op papier vooral minder zou zijn, dat is echt onzin. Vergelijk een smartfoneschermpje maar eens met een dubbele spread in een glossy, of een national geographic. Beide hebben hun functie, maar papier, en zelfs het boek blijven een plaats houden.

  3. nick

    Wederom een interessant artikel! Ik ben het met U eens wat betreft de (on)toegankelijkheid van hedendaags wetenschappelijk onderzoek, maar zou het jammer vinden wanneer u geen boeken meer zou publiceren aangezien ik erg onder de indruk ben van uw werk. Met name ‘De klad in de klassieken’, ‘Oorlogsmist’ en het boek over Alexander de Grote vond ik meesterwerken!

Reacties zijn gesloten.