Beneden-Leeuwen

Beneden-Leeuwen, Julianastraat 10
Beneden-Leeuwen, Julianastraat 10

Zaterdagmiddag was ik in Beneden-Leeuwen. Het was niet helemaal de opzet: ik was van het Romeinenfestival in Nijmegen vertrokken op weg naar een afspraak die onverwacht werd afgebeld. Wat te doen? Omdat ik een fiets bij me had, ben ik maar langs de Waal gaan fietsen, met het idee in Geldermalsen weer op de trein te stappen. (Het werd uiteindelijk Utrecht.) Zo belandde ik dus in Beneden-Leeuwen, waar ik op 29 oktober 1964 ben geboren.

Ik heb er nog geen vijf jaar gewoond. Mijn ouders verhuisden in 1969 naar Apeldoorn en daarna ben ik slechts een paar keer terug geweest aan het dorp aan de rivier. De vorige keer – inmiddels dus de voorvorige keer – was in 1989. Mijn jeugdherinneringen gaan over de Veluwe, niet over het land van Maas en Waal.

Desondanks is opvallend hoeveel je je toch nog herinnert. Over de dijk aankomend herkende ik het punt waar ik moest afslaan om te komen op de hoofdstraat, waarvan ik nog wist dat die “Zandstraat” heet. Smaller en minder druk dan ik me herinnerde, overigens. Ik herkende de kogelgaten in de façade van de kerk en zag het muurtje waarop de mannen op zondag hun sigaren neerlegden voordat ze de kerk binnen gingen. (Na de mis rookten ze verder.) Ik herinnerde me dat ik de eerstvolgende straat links moest hebben, de Julianastraat, om het huis te bereiken waar we woonden.

Ik ben er natuurlijk even naartoe gefietst – zie boven. Op de plek waar nu een garage staat gebouwd lag destijds een grindpad. Daarnaast, op het betegelde plaatsje voor de bijkeuken, had mijn vader de band neergelegd van het achterwiel van een tractor: gevuld met zand was dat mijn zandbak, die ik echter omtoverde tot “krentenfabriek” door er kiezels doorheen te roeren van het grindpad.

Krentenfabriek
Krentenfabriek

Even voorbij ons huis was een straat – je was daar al aan de rand van het dorp – met verschillende scholen: de meisjesschool, de jongensschool en de kleuterschool. Als je erheen wandelde, kwam je langs een huis met een tuin waarin een vijver lag, voorzien van een miniatuurkasteeltje waar ik eindeloos naar kon kijken. De kleuterschool was er nog, of beter: ik zag een basisschool op een plek die wel eens dezelfde kan zijn als waar ooit de R.K. kleuterschool “Don Bosco” was.

Achter ons huis was wat wij “de houtfabriek” noemden. Via “de ijzerfabriek” wandelde je naar de slager. In dit straatje woonde Oma van Tiem, die soms op ons paste. Ik vond het leuk dat ik zaterdag aan de Zandstraat een opticien zag die Van Tiem heette – een echte Beneden-Leeuwense naam blijkbaar. Andere namen, zoals Van Kolvenbach, kon ik zo snel niet terugvinden, al herinner ik me dat er twee winkels waren met die naam. Mijn moeder noemde een daarvan, ter onderscheiding van de andere, “de lekkere Van Kolvenbach”. Grappig genoeg herinner ik me dat na 47 jaar nog, hoewel ik niet weet wat er werd verkocht. Was het een banketbanker? Nu ik erover nadenk: ik heb ook geen idee wat er gebeurde in de hout- en de ijzerfabriek. Ik herinner me de woorden maar niet de dingen zelf.

Op de plaats waar ooit een supermarkt was vond ik nu een Lidl die eindeloos veel groter was dan het betrekkelijk kleine zaaltje waar ik voor de eerste keer een kassa zag met een lopende band. Even verderop zag ik de velden van voetbalvereniging Leones. De molen was er uiteraard ook nog. Maar het hertenkampje dat ik me goed herinner, kon ik niet meer vinden.

Ik fietste verder. Een brug was er destijds niet: de enige manier om naar de stad te gaan was met de bus naar Wamel en dan daarvandaan met de pont over naar Tiel. Ik heb het boottochtje vaak gemaakt, onder andere toen mijn amandelen werden geknipt, en ik was blij dat er ook nu nog een voetveer lag. Tiel is als Venetië: je moet er over het water aankomen.

Kortom, herinneringen, maar niet al te nauwkeurig. Sommige vermoedelijk vals; ik denk dat mijn herinneringen aan mijn geboortehuis voor een deel zijn beïnvloed door Het Grote Huis van Pinkeltje. Desondanks zit het Land van Maas en Waal diep in me. Fietsend langs Afferden, Druten en Boven-Leeuwen realiseerde ik me hoe verschrikkelijk vertrouwd het landschap voelde. Na een kleine halve eeuw is het rivierengebied voor mij nog steeds hoe een landschap hoort te zijn: groen en weids, zonnig, onderbroken door rijen fruitbomen, met spitse kerktorens op de horizon, te overzien als je op een van de dijken klom. Een vriendelijk land.

landschap

Deel dit:

10 gedachtes over “Beneden-Leeuwen

  1. Leuk stukje. Deed me denken aan mijn zeer korte tijd in Waddinxveen, waar ik tot mijn 4de jaar woonde. Ik heb die herinneringen niet vastgehouden.

  2. zoi1

    Ik vind het van alle grootse mensen leuk om te zien waar ze hebben gewoond. Dus nu ook.
    Zo heb ik het huis van Machiavelli bezocht, Liszt, Goethe, Nietzsche, Puccini, Spinoza, Jan Steen, Goya en zo nog wat meer. Bedankt, dit ging eenvoudig. Ik hoefde alleen maar te lezen.

  3. Kees

    Grappig dat je Tiel bedoelde als je naar “de stad” ging. Ik dacht dat het voor Löwenaren eerder Nijmegen zou zijn. Beneden-Leeuwen, gemeente West Maas en Waal, zoekt tegenwoordig – met Druten, Beuningen en Wijchen meer samenwerking en aansluiting met de regio Nijmegen. Een paar van deze 4 dorpsgemeenten willen inmiddels fuseren.
    We maken het nog wel mee: gemeente Maas en Waal.

    1. Mijn moeder nam me ook wel eens mee naar Nijmegen (dat ik “heelveelhuizen”) noemde of Arnhem. Ik kende alle dorpen langs de Waal uit mijn hoofd. Ik heb er ook even over gedacht dat als de “andere weg naar de stad” te noemen, maar het zou een nodeloos complexe alinea opleveren die niets toevoegde.

  4. Steven

    Dus, je bent zo ongeveer van waar Caesar de Tencteri en de Usipetes afslachtte. Prachtige streek inderdaad, dat land van Maas en Waal.

  5. Ronald Romijnders

    Leuk stukje, grappig dat je nog zoveel herinneringen hebt ondanks dat je hier maar kort gewoond hebt. Kolvenbach was inderdaad de banketbakker in die dagen.

Reacties zijn gesloten.