De vijfde eeuw (7)

Zegelring van Childerik (replica; Römisch-Germanisches Zentralmuseum, Mainz)

[Een tijdje geleden blogde ik enkele keren over de Late Oudheid. Een van degenen die reageerden, John Messemaker, zegde toe zijn gedachten over het onderwerp op een rijtje te zetten. Van dat stuk verscheen het eerste deel hier.]

Na de dood van Honorius in 423 werd in het Westen Ioannes de nieuwe keizer, maar deze werd niet erkend in het Oosten. Daar wilde men de zesjarige Valentinianus III op de troon plaatsen, een neef van de Oost-Romeinse keizer Theodosius II.

Een kleine burgeroorlog tussen Oost en West was het gevolg. De Oosterse commandant Aspar versloeg Ioannes, die werd gedood. Drie dagen later trok een leger Hunnen onder leiding van de West-Romeinse generaal Aetius Italië binnen en viel daar de Oost-Romeinse troepen aan. Na verschillende onbesliste gevechten kwam Galla Placidia, de moeder en regentes van Valentinianus III, tot een schikking met Aetius, die werd benoemd tot opperbevelhebber van Gallië en zijn Hunnen naar huis stuurde.

Aetius nam zijn nieuwe taak serieus en stelde met harde hand militaire orde op zaken in Gallië. Door zijn vele militaire successen wekte hij al snel ontzag en hij disciplineerde de Germanen in Gallië om niet te plunderen. Dit succes leidde echter ook tot botsingen met het hof, met als gevolg dat Aetius politici en generaals liet omleggen en verzeild raakte in een burgeroorlog tegen de favoriete generaal van Galla Placidia: Bonifatius.

Deze laatste versloeg Aetius in Italië, maar stierf zelf aan zijn verwondingen zodat Aetius, nu met Gallische en “Germaanse” troepen, toch aan het langste eind trok. Uit angst voor Galla Placidia vluchtte hij naar de Hunnen, waar hij niet alleen asiel kreeg, maar ook diplomatieke steun. Onder druk van de Hunnen zag Galla Placidia zich uiteindelijk in 433 gedwongen Aetius te aanvaarden als opperbevelhebber van heel het West-Romeinse Rijk.

Een naar bijeffect van de burgeroorlog tussen Bonifatius en Aetius was dat Geiseric, de koning van de Vandalen en Alanen (die rond 405 de Rijn waren overgestoken en land hadden verworven in Andalusië), zich vanaf 429 meester begon te maken van Africa en de omliggende gebieden. Karthago werd zijn nieuwe hoofdstad. Elke burger in de straten van Italië moet hebben geweten dat dit vroeg of laat consequenties kon hebben voor de graanprijzen. Dat was immers vanouds hét product dat Italië uit Africa importeerde en dus een bruikbaar wapen voor iedereen die Africa beheerste.

Vreemd genoeg heeft Aetius zich gedurende zijn lange carrière als generaal en opperbevelhebber zich voor zover we weten niet éénmaal beziggehouden met de Italiaanse vloot. Daardoor kon hij dus geen leger overzetten naar Africa. De Vandalen konden ongestoord uitgroeien tot dé maritieme grootmacht in het westen van de Middellandse Zee.

Deze ontwikkeling kan niet los gezien worden van een ander fenomeen: de fragmentatie van het Westen. Africa was één van de gebieden die steeds meer voor zichzelf begon. Geiseric slaagde er namelijk als geen ander in de afkeer die de bewoners van Karthago al voelden voor “Roma” te benutten voor zijn eigen belangen. Omdat hij wist dat voor een militaire confrontatie een vloot onontkoombaar was, bouwde hij een Karthaagse marine en gaf hij Africaanse reders toestemming de Europese kusten te plunderen, waardoor ook de civiele vloot als vanzelf militariseerde. Africa was al de rijkste provincie van de Romeinse wereld en werd nu nog rijker. Veel Carthagers waren Geiseric daarvoor dankbaar, meenden hem te kunnen gebruiken voor hún ambities, zodat steeds meer ambitieuze mensen gebonden raakten aan het Vandaalse hof.

Aetius kán het niet ontgaan zijn, maar bleef wegkijken. Hij koos ervoor een dochter van keizer Valentinianus III te verloven met Huneric, de zoon van Geiseric. Daarmee werd Geiseric officieel erkend als koning van Africa.

Aetius moet gedacht hebben dat hij zo het West-Romeinse Rijk enigszins onder controle had, ook al kreeg hij vanuit Africa geen belastingen meer en was Brittannië afgestoten. Hispania was al dertig jaar een slagveld voor Sueven, Vandalen, Alanen en Visigothen en ook voor troepen van Constantinus III, Constantius III, Aetius en groepen Visigothen die vóór de keizer streden. Alsof dat niet genoeg was, braken op het Iberische Schiereiland ook burgeroorlogjes uit tussen rivaliserende clans, die anderen “bescherming” wilden bieden. Het Visigothische leger kon zich op kosten van de keizer professionaliseren en gebruikte het geld ook om in Toulouse een echt hofleven op te zetten en – zoals in Africa gebeurde rond Geiseric – lokale leiders te binden aan dat hof. In dezelfde tijd raakte noordelijk Gallië steeds sterker onder invloed van de Franken. Het lijkt Aetius niet werkelijk te hebben kunnen deren.

Rond 450 veranderde de wereld van Aetius ineens volkomen. De nieuwe Oost-Romeinse keizer Marcianus stopte elke betaling aan de Hunnen, met het gevolg dat leider Attila zich tegen het Romeinse Rijk keerde. Hij trok westwaarts en eiste daar geld. Dat Attila deze draai maakte was logisch. Immers, door toedoen van Theodosius II was – zoals we al zagen – het Oost-Romeinse Rijk uitgegroeid tot een militaire grootmacht met een stabiele samenleving en groeiende economie.

Er waren voor Attila dus redenen het Oost-Romeinse Rijk met rust te laten. Er waren ook redenen om wel naar het westen te trekken. Was Aetius niet door toedoen van de Hunnen aan de macht gekomen? Dan kon hij ook wel eens wat terug doen! Aetius wilde zich niet laten afpersen, maar welke machtsbasis had hij nog? Niet de Hunnen. Ook keizer Valentinianus niet, die hem alleen onder dwang had geaccepteerd.

Tot schrik van zowel Aetius als Valentinianus vroeg Honoria, de zus van Valentinianus, aan Attila om haar te komen redden uit handen van haar broer en zond zij hem een ring. Terecht of onterecht vatte Attila dit op als een huwelijksaanzoek en hij vroeg als bruidsschat de helft van het West-Romeinse Rijk. Bovendien was er ook nog een uit zijn rijk verbannen Frankische vorst, mogelijk Childerik, die Attila verzocht hem naar zijn Gallische koninkrijk terug te brengen. De aanval op Gallië volgde in 451. Aetius slaagde er echter in een leger op de been te brengen dat in de Slag op de Catalaunische Velden Attila dwong zich terug te trekken uit Gallië, waarop deze in 452 Italië binnenviel en verschillende steden brandschatte, waaronder het verdedigde Milaan.

In 453 overleed Attila. Na zijn dood brak er een chaotische periode aan in het Hunnenrijk, vol geweld en onderlinge machtsstrijd. Véél Romeinen waren opgelucht. Eén daarvan was keizer Valentinianus III. Die vond dat Aetius nu overbodig was en legde de ongewapende Aetius eigenhandig met een zwaard om. Nu was hij vrij, liet hij juichend weten. Helaas had hij ook het zelfvoldane idee voor zijn troepen te paraderen, waar hij door verwanten en aanhangers van Aetius werd gedood.

Na de dood van de keizer brak ook een chaotische periode aan in het West-Romeinse Rijk, en ook hier was die vol geweld en onderlinge machtsstrijd. Geiseric begon Italië op ongekende wijze te plunderen en stak veel steden, waaronder Rome, in brand. Hij bracht wel de familie van Valentinianus in veilig Africa zodat zijn zoon Huneric met ’s keizers dochter kon trouwen. De Visigothen breidden hun grondgebied uit tot aan de Loire en plunderden Zuid-Spanje. De Bourgondiërs trokken de Dauphiné binnen en plunderden de Provence. De Frank Childerik kwam terug uit ballingschap met een leger waarmee hij Noord-Gallië grotendeels veroverde, tot hij aan de Loire stuitte op de Visigothen.

In Italië greep prins Ricimer, van Suebisch-Spaanse afkomst, de macht en probeerde via stromankeizers te regeren. Zijn armslag was echter beperkt. Uit de provincies kreeg hij geen belastingen meer, de Vandalen hielden zodanig thuis in Italië dat hun naam spreekwoordelijk is geworden voor molest en vernietiging. Officieel burgerlijk bestuur bestond soms niet meer, stond op instorten, of stond op zijn minst onder druk, waardoor ook de belastinginkomsten uit Italië opdroogden. De Vandalen chanteerden Italië uiteraard met hogere graanprijzen. Ricimer had niet meer de mogelijkheid om het door inzet van Visigothen of Franken te compenseren.

[Wordt morgen nog eenmaal vervolgd]

Deel dit:

8 gedachtes over “De vijfde eeuw (7)

  1. De term Vandalisme zoals we die vandaag begrijpen is pas tijdens de Franse Revolutie ontwikkeld, door de bisschop van Blois. Vandalen werden tijdens de laatste dagen van het West-Romeinse staatsgezag, of zelfs doorheen de Middeleeuwen en Vroegmoderne periode, neit meer of niet minder geassocieerd met nodeloze verwoesting dan om het even welke barbaarse formatie.

  2. mnb0

    “om het door inzet van Visigothen of Franken te compenseren”
    Hoe worden hogere graanprijzen gecompenseerd door Visigothen of Franken in te zetten?
    Wat is er tussen Stilicho en Ricimer gebeurd met de Gallische economie – daar kwam toch graan vandaan? Ik kan het antwoord wel raden, maar het is nogal klungelig om dit geheel te negeren.

  3. John

    In een stukje van een paar dagen terug liet ik zien dat Stilicho graan uit Gallia kon verkrijgen. Dat graan lenigde toen de nood, verminderde de machtspositie van de provincie Africa en voorkwam volksopstanden in Roma en Italia.

    Ricimer had niet de militaire macht, noch het politieke aanzien, of genoeg goud om veel graan uit Gallia te importeren.

    Daarnaast werden Visigothen en Franken zelfbewuste politieke groeperingen die hun eigenbelang nastreefden. De graanoverschotten van bijvoorbeeld Frankische boeren zullen onderling onder behoeftige Franken verdeeld zijn en verder voor de hoogste prijs verkocht zijn aan naburige gebieden.

    Ergens in de 5e eeuw zal bovendien de ‘Romeinse’ marine ingestort zijn. Restanten van die marine zullen best in handen zijn gekomen van Franken en Visigothen, maar tochten van de Atlantische/Noordzee kusten naar de Tiber (zoals bij Stilicho) ken ik niet uit de bronnen.

    De fragmentatie van het rijk leidde ook echt tot fysieke verwijdering en verwijdering van groepidentiteitspolitiek met als gevolg een sterke vermindering van solidariteit.

    De Gallische economie kende een opleving, maar de vruchten werden niet met Ricimer gedeeld.

    1. John

      p.s.

      Ricimer was in Gallia een omstreden figuur. Hij had Gallische Keizers laten afzetten of vermoorden die gesteund werden door of de Franken, of de Visigothen.

  4. Otto Cox

    Wat ik hier mis, zijn de bagaudae, de opstanden van boeren, handwerkslieden en andere armen. Zij kwamen in opstand vanwege de drukkende belastingen, onderdrukking door rijke landeigenaren en regelgeving die probeerde te verhinderen dat mensen verhuisden of van beroep veranderden (zulks om de belastingheffen nog enigszins te stabiliseren). Onder andere Aetius had het druk met deze opstanden, die zeker een rol hebben gespeeld bij de teloorgang van het centrale gezag.

  5. Rojavabe44

    John, misschien nog leuk om te vermelden:
    In 436 vertrokken de Germaanse Burgundi zuidwaarts. Men denkt dat ze van het eiland Bornholm ten oosten van Denemarken afkomstig waren. Ze zakten verder af via het westelijk deel van Polen en kwamen uiteindelijk in het stroomgebied van de Rijn terecht. Hun koning Gundahar had zijn hof in Worms. Omdat ze waarschijnlijk in toenemende mate de Rijn overstaken en in Gallisch gebied raids uitvoerden, kwam Aetius in actie en versloeg de Burgundi en legde hun de vrede op. Dat maakte hen tot foederati, maar de Burgundi bleven plundertochten uitvoeren in het Noorden van de Romeinse provincie Gallia Belgica. Dit kon Aetius niet langer aanzien en in 437 trok hij met een huurlingenleger dat vooral bestond uit Hunnen opnieuw ten strijde tegen de Burgundi. Er zouden ca. 20.000 Burgundi (ook koning Gundahar) gedood zijn in een bloedbad dat later volgens deskundigen misschien de basis zou gaan vormen van het Germaanse nationale epos, het Nibelungenlied. (bronnen: (Prosper; Chronica Gallica 452; Hydatius; and Sidonius Apollinaris). Ik heb vorig jaar een cursus over het Nibelungenlied gevolgd en er zit misschien toch een kern van waarheid in die vertelling. Overigens prachtig om te lezen.
    Toen ze een nieuwe koning hadden trokken ze de Dauphiné binnen en plunderden de Provence en richten een eigen koninkrijk op. Hun gebied strekte zich veel zuidelijker uit dan het huidige Bourgogne.

    1. John

      😉

      Heb ik aan gedacht.

      Maar helaas, pindakaas. Om de samenvatting zo klein mogelijk te houden heb ik de Burgundiers er geheel uitgefietst. Dus ook geen woord over het Nibelungenlied. Ach!

      Bij samenvatten hoort nu eenmaal offers brengen. En zoals je in de commentaren kunt lezen is er bij de lezers van dit blog behoefte aan om op veel meer punten uit te weiden.

      Maar ja, een samenvatting is nu eenmaal een soort apettizer. Ik snap de behoefte aan meer, maar het gegeven dat de eigenaar van deze blog, Jona Lendering nu 8 dagen heeft uitbesteed aan 1 onderwerp betekend ook dat ik hem geen gebrek aan gulheid kunt verwijten.

Reacties zijn gesloten.